De Wonderen van den Antichrist. Lagerlöf Selma
Чтение книги онлайн.

Читать онлайн книгу De Wonderen van den Antichrist - Lagerlöf Selma страница 9

Название: De Wonderen van den Antichrist

Автор: Lagerlöf Selma

Издательство: Public Domain

Жанр: Зарубежная классика

Серия:

isbn:

isbn:

СКАЧАТЬ klonk het over de geheele markt. „Gezegend zijn uwe lippen! Gezegend uwe tong! Gezegend uw hart!”

      De stemmen klonken dof, als verstikt door tranen en ontroering, maar toch was het alsof een storm door de lucht voer.

      Het was gelijk het ruischen van duizenden zeeschelpen. Dit greep Gaetano veel meer aan dan de preek van den monnik.

      Hij wist niet wat hij wilde doen, want dit zachte prevelen vervulde hem met aandoening, tot het hem werd, alsof hij stikken zou.

      Hij klemde zich aan de leuning vast, verhief zich boven alle anderen en begon hetzelfde als zij te roepen, maar veel luider, zoodat zijn stem boven alle andere uitklonk.

      Donna Elisa hoorde dit en het scheen haar te mishagen. Zij trok Gaetano naar beneden en wilde niet langer blijven, maar ging met hem naar huis.

      Maar midden in den nacht stond Gaetano op van zijn bed.

      Hij trok zijn kleeren aan, bond alles wat hij bezat in een bundeltje, zette zijn hoed op het hoofd en nam zijn schoenen onder den arm. Hij wilde wegloopen.

      Hij kon het niet uithouden bij donna Elisa. Sedert hij pater Gondo gehoord had, waren Diamante en de Mongibello niets meer voor hem. Alles beteekende niets dan te zijn zooals pater Gondo en gezegend te worden door de menschen.

      Gaetano zou niet kunnen leven indien hij nooit bij de bron zou zitten om legenden te vertellen.

      Maar als Gaetano niets anders deed dan wandelen in donna Elisa’s tuin en perziken en mandarijnen eten, zou hij nooit de machtige menschenzee om zich hooren bruisen. Hij moest de wereld ingaan en heremiet op den Etna worden, hij moest in een der groote grotten wonen en leven van wortelen en vruchten. Hij zou nooit een mensch zien of spreken, nooit zou hij zijn haar knippen en hij zou gekleed gaan in vuile lompen.

      Maar na tien of twintig jaar zou hij terugkomen in de wereld, dan zou hij er uitzien als een dier en spreken als een engel.

      Dat zou heel iets anders zijn dan te wandelen in een fluweelen buis met een zijden hoed, zooals hij nu deed. Dat zou heel iets anders zijn dan in den winkel bij donna Elisa te zitten en heilige na heilige van de planken te halen en haar te hooren vertellen wat zij gedaan hadden.

      Verscheidene malen had hij een mes genomen en een stuk hout en beproefd een heiligenbeeld te snijden. Dat was heel moeielijk, maar het zou nog veel moeielijker zijn zich zelf tot een heilige te maken, veel moeielijker! Maar hij was niet bang voor moeilijkheden en beproevingen.

      Hij sloop uit zijn kamertje over den zolder naar de zoldertrap. Toen moest hij nog slechts door den winkel gaan om op straat te komen, maar op de laatste trede der trap bleef hij staan. Er drong een zwakke lichtschijn door een spleet van de deur, links van de trap.

      Dat was de deur van donna Elisa’s kamer en Gaetano waagde het niet verder te gaan, nu er in zijn pleegmoeders kamer nog licht brandde. Als zij niet sliep, zou zij hem hooren, wanneer hij de zware grendels van de winkeldeur wegschoof. Hij ging stil zitten op een trede der trap om te wachten.

      Plotseling viel het hem in, dat donna Elisa zoo laat in den nacht moest zitten werken om hem eten en kleeren te verschaffen. Hij was diep getroffen, dat ze hem zoo liefhad, dat zij dit voor hem wilde doen.

      En hij begreep hoe bedroefd zij zou zijn, als hij wegliep. Toen hij daaraan dacht, schreide hij. Maar tegelijk begon hij in gedachte donna Elisa te berispen. Hoe kon zij toch zoo dom zijn te treuren omdat hij wegliep? Het zou zulk een groote vreugde voor haar zijn, wanneer hij een heilige werd. Dat zou haar loon zijn, omdat zij naar Palermo was gekomen om hem te halen.

      Zelf schreide hij al heftiger, terwijl hij op deze wijze donna Elisa trachtte te troosten. ’t Was zoo jammer voor haar, dat zij niet begreep, welk loon haar wachtte.

      Zij behoefde in het geheel niet zoo bedroefd te zijn. Slechts tien jaar zou Gaetano op den berg leven, dan zou hij terugkomen als de beroemde heremiet fra Gaetano.

      Dan zou hij door de straten van Diamante loopen, gevolgd door een groote menigte menschen, evenals pater Gondo nu. En boven de straten zouden vlaggen wapperen en de huizen zouden versierd zijn met kleurige doeken, dekens en kransen.

      Dan zou hij stilstaan voor den winkel van donna Elisa en zij zou hem niet herkennen, maar op het punt staan voor hem te knielen. Dat zou echter niet gebeuren, maar hij zou op de knieën vallen voor donna Elisa, en haar smeeken hem te vergeven, omdat hij tien jaar geleden van haar weggeloopen was.

      „Gaetano,” zou donna Elisa dan antwoorden, „gij geeft mij een zee van vreugde voor een beekje van verdriet. Zou ik u dan niet vergeven?”

      Gaetano zag dit alles voor zich en het was zoo schoon, dat hij al heftiger begon te schreien. Hij was slechts bang, dat donna Elisa zou hooren hoe hij snikte, en dat ze uit haar kamer komen en hem vinden zou.

      En dan zou ze hem niet laten gaan.

      Hij moest haar tot rede brengen. Zou hij haar ooit tot grooter vreugde kunnen worden, dan indien hij nu van haar ging? En ’t was niet alleen donna Elisa, maar Luca en Pacifica, die zoo gelukkig zouden zijn, wanneer hij terugkwam als een heilig man.

      Zij zouden hem allen volgen naar de markt. Daar zouden nog meer vlaggen zijn dan op straat en Gaetano zou op de trap van het raadhuis spreken. Maar uit alle straten en steegjes zouden de menschen toestroomen.

      Dan zou Gaetano zóó spreken, dat allen op de knieën zouden vallen en roepen: „Zegen ons! fra Gaetano, zegen ons!”

      En hij zou Diamante niet meer verlaten, maar onder de groote trap voor donna Elisa’s winkel blijven wonen. En ze zouden tot hem komen met alle zieken; en de bedroefden van harte zouden een bedevaart naar hem doen.

      Als de Sindaco van Diamante voorbijging, zou hij Gaetano de hand kussen.

      Donna Elisa zou het beeld van fra Gaetano in haar winkel verkoopen.

      En Giannita, donna Elisa’s peetdochter, zou voor Gaetano buigen en hem nooit meer een dommen kleinen monnik noemen. En donna Elisa zou zoo gelukkig zijn.

      O!.. Gaetano sprong op en ontwaakte. ’t Was klaarlichte dag en donna Elisa en Pacifica stonden naar hem te kijken. En Gaetano zat op de trap met zijn schoenen onder den arm, den hoed op het hoofd en zijn bundeltje aan de voeten.

      Donna Elisa en Pacifica schreiden. „Hij wilde wegloopen van ons,” zeiden ze.

      „Waarom zit je daar, Gaetano?”

      „Donna Elisa, ik wilde wegloopen.”

      Gaetano was vroolijk te moede en antwoordde zoo onbeschroomd, alsof het de natuurlijkste zaak ter wereld was.

      „Wilde jij wegloopen?” riep donna Elisa.

      „Ja, ik wilde naar den Etna gaan om heremiet te worden.”

      „En waarom zit je dan hier?”

      „Dat weet ik niet, donna Elisa, ik moet geslapen hebben.”

      Donna Elisa toonde nu hoe bedroefd zij was.

      Ze drukte de handen tegen heur hart alsof zij vreeselijke smarten leed en schreide bitter.

      „Maar nu zal ik bij u blijven, donna Elisa,” zei Gaetano.

      „Gij blijven!” riep donna Elisa uit. „Ge moogt gerust gaan. Zie hem aan, Pacifica, zoo ziet een ondankbare er uit! Hij is geen Alagona. Hij is een avonturier.”

СКАЧАТЬ