Transmissie . Морган Райс
Чтение книги онлайн.

Читать онлайн книгу Transmissie - Морган Райс страница 7

СКАЧАТЬ dat ik niet op de foto’s sta gewoon dat ik vind dat het al genoeg is dat ik de hele tijd mensen aan zit te staren.”

      Kevin wist niet zeker of dat goede redenen waren of niet. Het leek om de een of andere reden niet te volstaan.

      “Waar zou jij heen gaan, Kevin?” vroeg Dr. Yalestrom. “Waar zou jij heen gaan als je overal heen kon?”

      “Ik weet het niet,” antwoordde hij.

      “Nou, denk er maar over na. Je hoeft het me niet meteen te laten weten.”

      Kevin schudde zijn hoofd. Het was vreemd om op deze manier met een volwassene te praten. Over het algemeen kwamen conversaties op je dertiende neer op vragen of instructies. Met de uitzondering van zijn moeder, die toch het grootste gedeelte van de tijd aan het werk was, waren volwassenen niet echt geïnteresseerd in wat iemand van zijn leeftijd te zeggen had.

      “Ik weet het niet,” herhaalde hij. “Ik bedoel, ik heb nooit gedacht dat ik de kans zou krijgen om ergens heen te gaan.” Hij probeerde plekken te bedenken waar hij graag heen zou willen gaan, maar dat was lastig, vooral nu hij nog maar een paar maanden te leven had. “Ik heb het gevoel dat, aan welke plek ik ook denk, wat heeft het voor zin? Ik ben binnenkort toch dood.”

      “Wat denk jij dat het voor zin heeft?” vroeg Dr. Yalestrom.

      Kevin deed zijn best om een reden te bedenken. “Ik denk… omdat binnenkort niet hetzelfde is als nu?”

      De psychologe knikte. “Ik denk dat dat een goede manier is om het te zien. Dus, is er iets dat jij binnenkort zou willen doen, Kevin?”

      Kevin dacht na. “Ik denk… ik denk dat ik Luna moet vertellen wat er aan de hand is.”

      “En wie is Luna?”

      “Ze is mijn vriendin,” zei Kevin. “We gaan niet meer naar dezelfde school, dus ze heeft me niet zien flauwvallen ofzo, en ik heb haar al een paar dagen niet meer gebeld, maar…”

      “Maar je moet het haar vertellen,” zei Dr. Yalestrom. “Het is niet gezond om je vrienden weg te duwen wanneer het slecht gaat, Kevin. Zelfs niet om ze te beschermen.”

      Kevin slikte een ontkenning in, want dat was wat hij deed. Hij wilde Luna hier niet mee lastig vallen, wilde haar geen pijn doen met het nieuws over wat er ging gebeuren. Het was deel van de reden dat hij haar al zo lang niet gebeld had.

      “Wat nog meer?” zei Dr. Yalestrom. “Laten we weer eens plekken proberen. Als je overal heen kon gaan, waar zou je geen gaan?”

      Kevin probeerde te kiezen uit alle foto’s in de kamer, maar de waarheid was dat er slechts een landschap was dat steeds in hem opkwam, met kleuren die geen gewone camera kon vastleggen.

      “Het zou stom klinken,” zei hij.

      “Er is niets mis met stom klinken,” verzekerde Dr. Yalestrom hem. “Ik zal je een geheimpje vertellen. Mensen denken vaak dat iedereen speciaal is behalve zij. Ze denken dat andere mensen slimmer, of moediger, of beter zijn, omdat ze alleen de delen van henzelf kunnen zien die dat niet zijn. Ze maken zich zorgen dat anderen altijd het juiste zeggen, en dat zij stom klinken. Maar dat is helemaal niet waar.”

      Toch zweeg Kevin even, terwijl hij de bekleding van de bank nauwkeurig observeerde. “Ik… ik zie plekken. Een plek. Dat is ook de reden dat ik hier moest komen.”

      Dr. Yalestrom glimlachte. “Je bent hier omdat een aandoening als de jouwe veel vreemde bijwerkingen kan hebben, Kevin. Ik ben er om je te helpen daarmee om te gaan, om te voorkomen dat ze je leven gaan overheersen. Zou je me iets meer willen vertellen over de dingen die je ziet?”

      Weer staarde Kevin naar de bank. Hij nam de topografie van het meubelstuk in zich op, plukken aan een klein draadje dat uitstak. Dr. Yalestrom zweeg; het was het soort stilte dat voelde alsof het de woorden uit hem trok, alsof het ze een ruimte gaf om in te vallen.

      “Ik zie een plek waar niets echt hetzelfde is als hier. De kleuren kloppen niet, de dieren en de planten zijn anders,” zei Kevin. “Ik zie dat het verwoest is… tenminste, dat denk ik. Er is vuur en hitte, een felle flits. Er zijn cijfers. En er is iets dat voelt als een aftelling.”

      “Waarom voelt het als een aftelling?” vroeg Dr. Yalestrom.

      Kevin haalde zijn schouders op. “Ik weet het niet. Omdat de pulsen elkaar sneller opvolgen, denk ik?”

      De psychologe knikte en liep toen naar haar bureau. Ze kwam terug met papier en potloden.

      “Hoe goed ben je in kunst?” vroeg ze. “Nee, geef maar geen antwoord. Het maakt niet uit of dit een mooi kunstwerk wordt of niet. Ik wil alleen dat je tekent wat je ziet, zodat ik een beeld krijg van hoe het eruit ziet. Denk er niet te veel over na, gewoon tekenen. Wil je dat voor me doen, Kevin?”

      Kevin haalde zijn schouders op. “Ik zal het proberen.”

      Hij pakte de potloden en het papier aan en probeerde zich het landschap dat hij had gezien te herinneren, probeerde zich alle details voor de geest te halen. Het was lastig, want ondanks het feit dat de cijfers in zijn hoofd waren blijven hangen, voelde het alsof hij diep moest graven om de beelden boven water te halen. Ze dreven net onder de oppervlakte, en om ze te zien moest Kevin zich in zichzelf keren. Hij concentreerde zich en liet het potlood bijna automatisch over het papier glijden…

      “Oké, Kevin,” zei ze, en nam het tekenblok weg voordat Kevin zijn tekening goed kon bekijken. “Laten we eens zien wat je…”

      Hij zag de geschokte blik in haar ogen, zo kort dat het bijna onmerkbaar was. Maar het was er, en Kevin vroeg zich af wat er nodig was om iemand die elke dag verhalen van stervende mensen aanhoorde te shockeren.

      “Wat is er?” vroeg Kevin. “Wat heb ik getekend?”

      “Dat weet je niet?” vroeg Dr. Yalestrom.

      “Ik probeerde niet te veel na te denken,” zei Kevin. “Heb ik iets verkeerd gedaan?”

      Dr. Yalestrom schudde haar hoofd. “Nee, Kevin, je hebt niets verkeerd gedaan.”

      Ze liet Kevins tekening zien. “Zou je even willen kijken naar wat je gemaakt hebt? Misschien helpt het je om dingen te begrijpen.”

      Ze gaf hem de gevouwen tekening, die ze slechts met haar vingertoppen vasthield, alsof ze hem niet meer wilde aanraken dan noodzakelijk was. Dat baarde Kevin een beetje zorgen. Wat kon hij getekend hebben dat een volwassene zo deed reageren? Hij pakte de tekening aan en vouwde hem uit.

      Het was een tekening van een ruimteschip, alleen een “tekening” was waarschijnlijk niet het juiste woord. Dit was eerder een blauwdruk, volledig in ieder detail, wat onmogelijk leek in de tijd die Kevin had gehad om te tekenen. Hij had dit nog nooit eerder gezien, en toch was dit was er op het papier stond. Het zag er groot en plat uit, als een stad op een schijf. Er zweefden kleinere schijven omheen, als werkbijen rondom een koningin.

      Het detail zorgde dat er iets nets, bijna klinisch was aan de manier waarop het getekend was, maar er was nog meer. Er was iets aan de geometrie dat gewoon… verkeerd leek. Iets dat onmogelijke dieptes en hoeken was die niet in een schets als deze zichtbaar hadden kunnen zijn.

      “Maar dit…” Kevin wist niet wat hij moest zeggen. Bewees dit niet wat er met hem gebeurde? Hoe konden mensen denken dat hij СКАЧАТЬ