Transmissie . Морган Райс
Чтение книги онлайн.

Читать онлайн книгу Transmissie - Морган Райс страница 4

СКАЧАТЬ

      Kevin wist niet hoe hij zich daarbij moest voelen. Verdrietig, ja, omdat dit het soort nieuws waar je je verdrietig om moest voelen, en omdat hij niet dood wilde. Boos, omdat wat hij wilde niet belangrijk bleek te zijn. Verward, omdat hij niet begreep waarom dit uitgerekend hem moest overkomen, terwijl er miljarden mensen op de wereld waren.

      Maar vergeleken met zijn moeder was hij kalm. Ze trilde terwijl ze reed, en Kevin was zo bezorgd dat ze zouden verongelukken dat hij opgelucht ademhaalde toen ze hun straat in reden. Het was een van de kleinste huizen van het blok, oud en bijeengehouden door reparaties.

      “Het komt wel goed,” zei zijn moeder. Ze klonk niet alsof ze het zelf geloofde. Ze pakte Kevins arm vast toen ze naar het huis liepen, maar Kevin had eerder het gevoel dat hij degene was die haar ondersteunde.

      “Dat komt het zeker,” antwoordde Kevin, want hij had het vermoeden dat zijn moeder dat moest horen. Het zou geholpen hebben als het waar was.

      Ze gingen naar binnen, en het voelde bijna verkeerd om daarna iets te doen, alsof iets normaals doen een soort van verraad was na het nieuws dat ze van dr. Markham hadden gehoord. Kevin deed een diepvriespizza in de oven, terwijl hij op de achtergrond zijn moeder op de bank hoorde snikken. Hij wilde naar haar toe gaan om haar te troosten, maar twee dingen hielden hem tegen. Het eerste was de gedachte dat zijn moeder dat waarschijnlijk niet wilde. Zij was altijd de sterke geweest, degene die voor hem had gezorgd nadat zijn vader was vertrokken toen hij nog een baby was.

      Het tweede was het visioen.

      Hij zag een landschap onder een hemel die eerder paars dan blauw leek, de bomen vreemd gevormd, met bladeren die Kevin herinnerden aan de palmbomen op de stranden, alleen dan met kronkelende stammen die hij nog nooit bij palmbomen had gezien. De hemel zag eruit alsof de zon onderging, maar de zon zag er op de een of andere manier verkeerd uit. Kevin wist niet op wat voor manier, want hij had nooit de tijd genomen om echt naar de zon te kijken. Maar hij wist dat het niet dezelfde zon was.

      In een hoek van zijn gedachten knipperden cijfers, keer op keer.

      Hij liep over een roodachtig zand, en nu voelde hij zijn tenen erin wegzakken. Er waren wezens daar, klein en leguaanachtig, die wegschoten wanneer hij te dicht bij ze in de buurt kwam. Hij keek om zich heen…

      …en de wereld ging in vlammen op.

      Kevin ontwaakte op de keukenvloer, en de piepende timer van de oven vertelde hem dat de pizza klaar was. De geur van brandend eten spoorde hem aan om overeind te komen en naar de oven te strompelen, voordat zijn moeder het moest doen. Hij wilde niet dat ze hem zo zag, hij wilde haar niet nog meer redenen geven om bezorgd te zijn.

      Hij haalde de pizza uit de oven, sneed hem in stukken, en nam hem mee naar de woonkamer. Zijn moeder zat nog steeds op de bank, en hoewel ze niet meer huilde waren haar ogen nog rood. Kevin zette de pizza op de salontafel, ging naast haar zitten en zette de tv aan zodat ze in elk geval konden doen alsóf alles normaal was.

      “Je zou dit niet hoeven doen,” zei zijn moeder, en Kevin wist niet of ze op de pizza doelde of op iets anders. Op dat moment maakte het niet uit.

      Maar de cijfers hingen nog steeds in zijn hoofd: 23h 06m 29.283s, −05° 02′ 28.59.

      HOOFDSTUK TWEE

      Kevin wist niet of hij zich ooit zo moe had gevoeld als toen hij en zijn moeder de parkeerplaats van de school op reden. Het plan was proberen om zo normaal mogelijk door te gaan, maar hij had het gevoel dat hij ieder moment in slaap kon vallen. Dát was allesbehalve normaal.

      Het kwam waarschijnlijk door de behandelingen. Hij had de laatste paar dagen veel behandelingen gehad. Zijn moeder had nog meer dokters gevonden, en ze hadden allemaal een ander plan gehad voor hoe ze hem in ieder geval meer tijd konden geven. Dat was wat ze hadden gezegd, elke keer. Hun woorden maakten duidelijk dat zelfs dat uitzonderlijk zou zijn, en dat ze niet konden hopen hem te genezen.

      “Fijne dag op school, lieverd,” zei zijn moeder. Er was iets onnatuurlijks aan haar toon, een broze rand die hem vertelde hoe hard ze haar best moest doen om een glimlach op haar gezicht te toveren. Kevin wist dat ze het voor hem deed, en hij deed zelf ook zijn best.

      “Ik zal mijn best doen, mam,” verzekerde hij haar, en hij kon horen dat zijn eigen stem ook niet natuurlijk klonk. Het was alsof ze allebei een andere rol speelden omdat ze bang waren voor de waarheid. Kevin speelde zijn rol omdat hij zijn moeder niet weer wilde zien huilen.

      Hoe vaak had ze nu al niet gehuild? Hoeveel dagen waren er verstreken sinds ze dr. Markham hadden gesproken? Kevin wist het niet meer. Hij was een dag of twee van school thuisgebleven, waarna het duidelijk was geworden dat ze dat allebei niet wilden. Dan waren er de schooldagen geweest, afgewisseld met tests en therapie. Er waren injecties en bloedtests geweest, supplementen omdat zijn moeder op internet had gelezen dat ze konden helpen, en gezond eten dat niets met pizza te maken had.

      “Ik wil gewoon dat alles zo normaal mogelijk is,” zei zijn moeder. Geen van beide sprak over het feit dat als dit een normale dag was geweest, Kevin de bus zou hebben genomen naar school, en ze zich geen zorgen hadden hoeven maken over wat er normaal was en wat niet.

      Of dat hij op een normale dag niet had hoeven verbergen wat er met hem aan de hand was, of dat hij dankbaar moest zijn dat zijn beste vriendin naar een andere school was gegaan na de laatste keer dat hij en zijn moeder waren verhuisd, zodat ze dit niet hoefde te zien. Hij had Luna al dagen niet gebeld, en haar berichten stapelden zich op. Kevin negeerde ze, omdat hij niet wist hoe hij ze moest beantwoorden.

      Kevin voelde de ogen op zich branden vanaf het moment waarop hij de school binnenging. Er gingen geruchten rond, ondanks het feit dat niemand zeker wist wat er met hem aan de hand was. Een stukje verderop zag hij een leraar, meneer Williams. Op een normale dag had Kevin langs hem heen kunnen lopen zonder de aandacht te trekken. Kevin was niet een van de scholieren die de leraren goed in de gaten hielden omdat ze altijd problemen veroorzaakten. Nu hield de leraar hem tegen. Hij bekeek hem van top tot teen, alsof hij verwachtte dat Kevin elk moment dood kon neervallen.

      “Hoe voel je je, Kevin?” vroeg hij. “Ben je in orde?”

      “Het gaat prima, meneer Williams,” verzekerde Kevin hem. Het was makkelijker om dat te zeggen dan de waarheid: dat hij zich zorgen maakte over zijn moeder, dat hij constant moe was door alle behandelingen, dat hij bang was voor wat er ging gebeuren.

      Dat de cijfers nog steeds door zijn hoofd spookten.

      23h 06m 29.283s, −05° 02′ 28.59. Ze bleven in zijn hoofd zitten, als een pad op de weg die niet opzij wilde gaan, onmogelijk om te vergeten, onmogelijk om te negeren, hoe hard Kevin het ook probeerde.

      “Nou, laat het ons maar weten als je iets nodig hebt,” zei de leraar.

      Kevin wist niet wat hij daarop moest zeggen. Het was een van die dingen die mensen zeiden waar hij eigenlijk niets aan had. Het enige wat hij nodig had was wat ze hem niet konden geven: dit allemaal ongedaan maken, hem weer een normaal leven geven. Leraren wisten heel veel, maar dat wisten ze niet.

      Toch probeerde hij te doen alsof alles normaal was gedurende zijn wiskundeles, en het grootste deel van de geschiedenisles daarna. Mevrouw Kapinski vertelde hun over de vroege Europese geschiedenis, waarvan Kevin zeker wist dat het niet in een tentamen behandeld zou worden. Maar het was blijkbaar waar ze op was afgestudeerd, dus ze hadden het er vaker over dan nodig was.

      “Wisten jullie dat de meeste Romeinse resten die in Noord-Europa СКАЧАТЬ