Goethe: Een Levensbeschrijving. D'Oliveira Elias
Чтение книги онлайн.

Читать онлайн книгу Goethe: Een Levensbeschrijving - D'Oliveira Elias страница 3

Название: Goethe: Een Levensbeschrijving

Автор: D'Oliveira Elias

Издательство: Public Domain

Жанр: Зарубежная классика

Серия:

isbn:

isbn:

СКАЧАТЬ was hem allereerst te doen om den dràad; hij wilde de zaken ineens, van uit hun kern doorzien. Nu deze taal beoefenen en over een uur weer een andere, dat stond hem niet aan. Hij zon op middelen om al zijn kennis tegelijkertijd te beheerschen en uit te breiden. Zoo schreef hij een veeltaligen roman in brieven: Een half dozijn broers en zusters, over heel de aarde verspreid, vertelden elkander hun wederwaardigheden, in lange epistels, zooals die destijds vaak van hand tot hand gingen. De een had het in deftig Duitsch over zijn reizen, waarop een zuster in zoogenaamd "vrouwenduitsch", met korte gebrokkelde zinnetjes, antwoordde. De theologische student van het troepje bediende zich van 't Latijn en maakte Grieksche na-schriften; twee kantoorbedienden schreven Fransch en Engelsch, een musicus Italiaansch, en een die thuis was gebleven, in zijn geboortestad had opgelet, schreef Jodenduitsch. – Een dergelijke poging tot samenvatten is te vinden in de "Ochtendgelukwenschen", die hij in zijn geboortemaand Augustus aan zijn "dierbaarsten vader" opdroeg. Tot den 14en schreef hij ze in 't Duitsch, daarna in Latijn en Duitsch, vervolgens in 't Grieksch.

      Hij was nog heel jong, toen hij werd aangegrepen door een formeele "vers- en rijmwoede", nog aangewakkerd door de wedstrijden in het dichten en improviseeren, die een huisvriend de kinderen uit zijn omgeving deed houden. Op elk onderwerp dat men hem voorlegde wist hij vlam te vatten, in alle genres beproefde hij zijn geluk; boertige dingskens zoowel als geestelijke zangen bracht hij voort. En ieder jaar bood hij zijn gevleiden vader een bundel "Verzamelde Gedichten" van vijfhonderd kwarto bladzijden aan als verjaarsgeschenk; – waardoor hij zich hoopte te vrijwaren van de doodsche oefeningen in het schoonschrijven. Om zich in zijn Latijnsche-taalwerk een beetje zelfstandigheid te veroveren, stelde hij zijn Latijnsche gesprekken op, tusschen "De Vader" en "De zoon"; hij behandelde daarin onderwerpen uit zijn eigen leven. Zoo, een bezoek aan den welgevulden wijnkelder, dien de familie Goethe uit grootvaders logement had geërfd; en een woordenwisseling met zijn gestrengen heer en vader, die te weinig eerbied koesterde voor zijn boetseerwerk in was. Met uitbundige scherpzinnigheid, met onvertaalbare woordspelingen en ouwelijke grappen treedt "De zoon" zijn knorrigen belager tegemoet. In kernachtigen dialoog wordt "De vader" schaakmat gezet, en ten leste, bij wijze van genadeslag, verbluft met een vraag aangaande de grondbeginselen van de schoonheidsleer. Acht jaar is de schrijver van deze gesprekken. En: "Labores Juveniles" – "Jeugdwerk" – zet hij er boven. Die titel zegt veel!

      Daar brak oorlog uit tusschen Pruisen en Oostenrijk. Zijn grootvader de schout, en met dien het grootste deel van de familie, stond aan de zijde van den keizer; hij en zijn vader kozen partij voor den grooten Fritz, den manmoedigen Pruisenkoning. Hij had altijd veel van zijn aanzienlijken grootvader gehouden, maar van toen af kon hij des Zondags aan diens tafel, waar allerlei kwaad werd gesproken van zijn held, niet meer aarden; de brokken bleven hem in de keel, en voor het eerst kreeg hij het gevoel van minachting voor de meeningen van de groote massa, dat hem later zoo eigen zou worden. Zijn verbeelding gloeide, toen daar uit den toren de nadering van troepen werd aangekondigd, toen de Fransche bondgenooten des Keizers de wacht listiglijk overweldigden en de stad bezetten. De heer Goethe beschuldigde zijn schoonvader van verraad: de twee stonden met getrokken degen tegenover elkaar. Caspar verweet den schout dat hij de vrije stad had verkocht aan den vijand; en dat hij een mooie gouden keten had aanvaard van de keizerin… Hij was een lang poos doorloopend uit zijn humeur, zoo dat hij het leeraren er aan gaf. Wolfgang werd naar school gezonden.

      Daar kreeg hij aanleiding, te getuigen van zijn grooten eerbied voor tucht en orde: Drie apen-van-jongens sarden hem gedurende de afwezigheid van den meester; hij liet ze begaan, want vechten was verboden. De leeraar bleef weg en ze prikten hem in zijn beenen tot het bloed er langs liep; hij bleef roerloos zitten. Maar toen het uur voorbij was, rammelde hij de kwelgeesten met de koppen tegen elkander, dat de buren er aan te pas kwamen.

      In de juist verbouwde woning van den ouden Goethe werd een "luitenant des konings", de Franschman Thoranc ingekwartierd. Een kunstlievend, wellevend man, tactvol genoeg. Hij had den overval van Frankfort voorbereid en was thans met de rechtspraak belast. De heer des huizes kon hem niet luchten of zien en moest aanhoudend door zijn vrouw gesust worden. Maar eens – de Pruisen waren nabij Frankfort geslagen – gaf hij toe aan een dolle woede jegens zijn gast; en werd met moeite voor gevangenschap behoed.

      De gast nam eenige kunstschilders in dienst, om groote doeken voor hem te vervaardigen, die op zijn kasteel als wandversiering zouden dienen. Wolfgangs dakkamer werd het atelier. Hij maakte van de gelegenheid gebruik om de techniek van het schilderen af te neuzen en fungeerde ook gaarne als model.

      Van zijn grootvader kreeg hij een vrijbiljet voor den Franschen schouwburg. Nu zijn vader niet meer zoo voortdurend op hem lette, kon hij daar vaak rondzwerven; en hij keek scherp uit zijn oogen. Hij maakte kennis met een jong Fransch acteur, zekeren Dérone, een echten snoever, die alle critische wijsheid van die dagen in pacht scheen te hebben, en beweerde, dat hij de directie tamelijk wel naar zijn hand zette. Nu kreeg jonge Wolfgang achter de coulissen – er was maar één kleedkamer! – heel veel ongegeneerdheid te zien. Hij werd vroeg ingewijd. Maar zijn moeder overschatte hem niet, toen ze vertrouwen stelde in zijn reeds gevormd karakter: inderdaad nam hij aan de lichtzinnige tooneelisten geen aanstoot; natùurlijk hadden acteurs noch actrices twee costuums op elkander aan!

      Hij ontmoette ook de zuster van zijn nieuwen vriend en hij kwistte dit dametje allerlei romantische galanterieën, die met tanteachtige gelijkmoedigheid in ontvangst werden genomen. Doch geen verdere gevolgen hadden.

      Het Fransche treurspel prikkelde hem nu tot navolging. Hij had inzicht in de tooneeltechniek, de rimram der Alexandrijnen dreunde hem door 't hoofd. Hij schreef een "classieke tragedie", welke hij aan het deskundig oordeel van het jongemensch, dat de directie naar zijn hand zette, onderwierp. "Zeer geslaagd", meende de criticus; "ik zal een goed woordje voor je doen en meteen hier en daar een kleinigheid voor je veranderen". – Maar tot Wolfs ontsteltenis bleef er na de correctie van het heele drama niets meer over; en de revisor overdonderde hem met de machtspreuk, dat "Het drama" eenheid van plaats, van tijd, van handeling eischte. Hij bestudeerde toen ernstig wat Corneille en Racine daarover hadden geschreven. Dat hij er niet in slaagde, de Fransche meesters te bewonderen, het zal den lezer later blijken.

Al bereikte hij nog niet een toonbaar resultaat, in zijn onbewuste wezen had zich reeds smaak voor het tooneel gevormd. Hij had zich en zijn huisgenooten meermalen vermaakt, door in de van grootmoeder geërfde poppenkast voorvallen uit het dagelijksch leven, uit den bijbel, achter het voetlicht te brengen: de Bühne[A] werd dan in de deuropening van zijn kamertje opgesteld. Hij kreeg een voorproeve van den strijd dien hij zijn leven lang met zich zelf op dit gebied zou voeren, toen hij zijn geestelijk spel "Jerusalem Verlost" gaf; en daarbij eensklaps bleef haperen, uit den dialoogvorm in den verhaaltoon overging, wijl hij de zielsbewegingen van zijn helden niet langer door aaneensluitende daden of gesprekken wist uit te beelden. Het publiek lachte en begreep niet, hoezeer deze principiëele mislukking hem verdroot. En hij bleef altijd pogen, bekende verhalen te "dramatiseeren". Bij de geschiedenisles ging hij pas goed luisteren, als er personen werden behandeld, wier wezen hij zàg, wier woorden hij rechtstreeks hoorde. Hij had dit van zijn moeder, die in haar zelfverzonnen sprookjes aan natuurkrachten en beesten en hemellichamen menschelijke vormen gaf en menschelijke stemmen. Eerst later jaren zou hij zich bewust worden van de taak: zijn talent, dat op beschrijven en op analyseeren was aangewezen, te verzoenen met zijn phantasie, die hem het plastische, tooneelmatige voorspiegelde.

[A] De vertaling van in dit werk gebezigde Duitsche woorden, uitdrukkingen etc. vindt men in de Bijlage; ook enkele niet Duitsche maar toch vreemde woorden zijn daar verklaard.

      Als kind organiseerde hij een eigen troep, die door vaders vindingrijken huisknecht van costuums en requisiten werd voorzien en welks voorstellingen meestal uitliepen op een ranselpartij: Wolfgang verwachtte dat zijn medespelertjes bij intuïtie hun rollen zouden kennen in de stukken, die hij hun kort te voren in hoofdtrekken had verteld. —

      Tot groote verlichting van den Geheimraad trokken de Franschen eindelijk, na zeven jaren, af. Nu werd de bovenwoning verhuurd, zoodat er voor het gezin weinig, voor inkwartiering heelemaal geen СКАЧАТЬ