Een Eed Van Broeders . Морган Райс
Чтение книги онлайн.

Читать онлайн книгу Een Eed Van Broeders - Морган Райс страница 5

СКАЧАТЬ veel dagen in die grot opgesloten zitten met niets om handen. Gwen wist dat zij een hartstochtelijk verlangen hadden om hun toorn op het Keizerrijk los te laten sinds zij de Ring verlaten hadden – en in dit gevecht vonden zij de perfecte uitlaatklep. Er brandde een vuur in de ogen van iedereen, een vuur met daarin de zielen van alle geliefden die zij in de Ring en de Bovenste Eilanden verloren hadden. Het was tijd voor de wraak die zij over de zee meegenomen hadden. Op veel manieren realiseerde Gwen zich dat het doel van de dorpelingen, zelfs aan de andere kant van de wereld, ook hun doel was.

      Mannen schreeuwden terwijl ze man-tegen-man vochten, Kendrick en de anderen gebruikten het moment om zich een weg te hakken door de strijd heen, rijen Keizerlijke soldaten neerhalend voordat zij zich maar konden hergroeperen. Gwen was zo trots toen ze zag hoe Kendrick twee slagen met zijn schild blokkeerde, ronddraaide en er één soldaat het gezicht mee insloeg en daarna een andere op de borst verpletterde. Zij keek hoe Brandt de benen onder een soldaat vandaan trapte, hem toen stak, in zijn rug, door het hart, en zijn zwaard met beide handen doorboorde. Zij zag hoe Steffen zijn korte zwaard hanteerde en een been van een soldaat afhakte, naar voren stapte en een andere soldaat in zijn lies schopte en hem een kopstoot gaf, hem zo knock out sloeg. Atme zwaaide met zijn dorsvlegel en twee soldaten met één slag afmaakte.

      “Darius!” riep de stem.

      Gwen keek opzij en zag Sandara naast haar staan, wijzend naar het slagveld.

      “Mijn broer!” schreeuwde ze.

      Gwen zag Darius op de grond liggen, op zijn rug, omsingeld door het Keizerlijke leger, hem insluitend. Haar hart maakte een sprong van bezorgdheid, maar ze keek met grote voldoening naar Kendrick die naar voren snelde en zijn schild vooruit stak, en redde Darius van een slag met de bijl vlak voordat hij zijn gezicht raakte.

      Sandara schreeuwde en Gwen zag haar opluchting, ze zag hoeveel ze van haar broer hield.

      Gwendolyn reikte naar voren en pakte een boog van één van de soldaten die naast haar stonden ter bescherming. Ze plaatste een pijl, trok naar achteren en richtte.

      “BOOGSCHUTTERS!” schreeuwde ze.

      Rondom haar richtten een twaalftal boogschutters hun pijlen, spanden hun bogen en wachtten haar bevel af.

      “VUUR!”

      Gwen schoot haar pijl hoog in de lucht, over haar mannen heen, en toen zij dit deed, schoten haar twaalftal boogschutters ook.

      Het salvo landde op het plukje van de overgebleven Keizerlijke soldaten en kreten weerklonken toen een dozijn soldaten op hun knieën vielen.

      “VUUR!” schreeuwde ze weer.

      Toen kwam er nog een salvo; en nog één.

      Kendrick en zijn mannen snelden toe, alle mannen dodend die op hun knieën waren gevallen van de pijlen.

      De Keizerlijke soldaten waren gedwongen om de aanval op de dorpelingen te staken en in plaats daarvan keerden zij zich om en boden de mannen van Kendrick het hoofd.

      Dit gaf de dorpelingen een kans. Zij slaakten een kreet toen zij voorwaarts stormden, de Keizerlijke soldaten in de rug stekend, die nu van beide kanten afgeslacht werden.

      De Keizerlijke soldaten, die tussen twee vijandelijke strijdmachten ingeperst zaten en in aantal snel afnam, begonnen zich te beseffen dat zij ze te slim af waren. Hun gelederen van honderden slonk snel naar een paar dozijn, en diegenen die nog overgebleven waren draaiden zich om en probeerden te voet te vluchten, hun zerta's waren of gedood of gegijzeld.

      Zij kwamen niet ver voordat zij ingehaald en gedood werden. Er steeg een geweldige overwinningskreet op van zowel de dorpelingen als de mannen van Gwendolyn. Zij kwamen allemaal samen, juigend, elkaar omhelzend als broers en Gwendolyn snelde de helling af en voegde zich bij ze met Krohn op haar hielen. Ze stortte zich in de massa, mannen overal om haar heen, de geur van zweet en angst in de lucht, vers bloed over de woestijngrond verspreid.

      Hier, vandaag, ondanks alles wat er in de Ring gebeurt was, voelde Gwen een moment van triomf. Het was een roemrijke overwinning hier in de woestijn, de dorpelingen en de bannelingen van de Ring kwamen samen, verenigd in de uitdaging van de vijand.

      De dorpelingen hadden veel goede mannen verloren en Gwen had enkele van haar verloren.

      Maar Gwen was opgelucht om te zien dat Darius ten minste in leven was, hij werd ondersteund en stond nog onvast op zijn benen. Gwen wist dat het Keizerrijk nog miljoenen meer mannen had. Zij wist dat er een dag van afrekening zou komen.

      Maar die dag was niet vandaag. Vandaag had zij dan wel niet het verstandigste besluit genomen – maar ze had wel de dapperste genomen. De goede. Zij had het gevoel dat het een besluit was die haar vader ook zou hebben genomen. Zij had de moeilijkste weg gekozen. De goede weg. De weg van gerechtigheid. De weg van dapperheid. En ongeacht wat er nog zou komen, op deze dag leefde zij.

      Zij leefde echt.

      HOOFDSTUK DRIE

      Volusia stond op het stenen balkon en keek naar beneden, de met keien bestraatte binnenplaats van Maltolis spreidde zich onder haar uit en ver onder haar zag zij het lichaam van de Prins, hij lag daar bewegingloos, zijn ledematen gespreid in een groteske houding. Hij leek vanaf hier zo ver weg, zo klein, zo machteloos, en Volusia verwonderde zich hoe hij net een paar minuten eerder één van de meest machtige heersers van het Keizerrijk was. Ze besefte ineens hoe teer het leven was, wat een illusie macht was – en vooral hoe zij, met oneindige macht, een echte godin, over leven en dood van iedereen besliste.

      Nu kon niemand, zelfs een grote prins, haar niet meer stoppen.

      Terwijl ze daar stond, uitkijkend, ontstonden door de hele stad de kreten van duizenden mensen, de getroffen burgers van Maltolis, jammerend. Hun geluid vulde de binnenplaats en vermeerderde als een sprinkhanenplaag. Zij jammerden en schreeuwden en bonkten hun hoofden tegen de stenen muren; zij sprongen naar de grond als verbolgen kinderen en trokken de haren uit hun hoofden. In hun aanzicht mijmerde Volusia, men zou denken dat Maltolis een welwillende leider was.

      “ONZE PRINS!” schreeuwde iemand, een schreeuw die door vele anderen herhaald werd terwijl ze allemaal naar voren snelden, op het lichaam van de krankzinnige prins springend, snikkend en stuiptrekkend terwijl zij zich eraan vastklampten.

      “ONZE DODE VADER!”

      Plotseling luidden bellen door de hele stad, een lange reeks van gelui, achter elkaar.

      Volusia hoorde een opschudding en ze keek op en zag hoe honderden van de troepen van Maltolis gehaast door de stadspoorten marcheerden, naar de binnenplaats toe, in rijen van twee. De valpoort ging omhoog om ze allemaal binnen te laten. Zij gingen allemaal naar het kasteel van Maltolis.

      Volusia wist dat zij een gebeurtenis die de stad voor altijd zou veranderen in beweging had gezet.

      Plotseling was er een indringend gedreun aan de dikke eiken deur van haar kamer, die haar deed opschrikken. Het was een aanhoudend gebons, het geluid van tientallen soldaten, het gekletter van wapenuitrusting, het slaan van een stormram tegen de dikke eiken deur van de kamer van de Prins. Volusia had het uiteraard versperd en de deur, een voet dik, was bedoeld om een beleg te weerstaan, niettemin verboog hij bij de scharnieren terwijl het geschreeuw van mannen aan de andere kant klonk. Met iedere stoot boog hij meer door.

      Bons bons bons.

      De СКАЧАТЬ