Slaaf, Krijger, Koningin . Морган Райс
Чтение книги онлайн.

Читать онлайн книгу Slaaf, Krijger, Koningin - Морган Райс страница 5

СКАЧАТЬ de soldaat.

      Het ronde gezicht van de koopman betrok, en Ceres kon zien dat hij verslagen was.

      Langzaam liep hij naar de jongen toe. Hij greep hem bij zijn armen en knielde voor hem.

      “Vergeef me alsjeblieft,” zei hij met tranen in zijn ogen.

      De jongen jammerde en begon te schreeuwen terwijl hij zichzelf los probeerde te trekken.

      Ceres kon het kind zien trillen. Ze wilde door blijven lopen naar het Stadion, en hier geen getuige van zijn, maar ze stond als verstijfd midden op het plein, haar ogen op de wreedheid gefixeerd.

      De eerste soldaat scheurde de tuniek van de jongen open terwijl de tweede met een zweep boven zijn hoofd zwaaide. De meeste toeschouwers juichten de soldaten toe, hoewel er een paar mompelden en toen met hangende hoofden wegliepen.

      Niemand kwam voor de dief op.

      Met een hebzuchtige, bijna krankzinnige uitdrukking sloeg de soldaat de zweep tegen de rug van de jongen, en hij gilde het uit van de pijn. Bloed sijpelde uit de verse snijwonden. De soldaat bleef uithalen, tot het hoofd van de jongen naar achteren zakte en hij niet langer schreeuwde.

      Ceres voelde een sterke drang om naar voren te stormen en de jongen te redden. Maar dat, wist ze, zou haar dood betekenen, en de dood van iedereen waar ze van hield. Ze liet haar schouders hangen, hopeloos en verslagen. Ze nam zich voor om op een dag wraak te nemen.

      Ze trok Sartes naar zich toe en bedekte zijn ogen. Ze wilde hem wanhopig graag beschermen, hem nog een paar jaar onschuld gunnen, hoewel er in dit land eigenlijk geen onschuld bestond. Ze dwong zichzelf om niet impulsief te handelen. Als man zijnde moest hij deze wreedheden zien, niet alleen zodat hij zich aan kon passen, maar ook zodat hij op een dag een sterke deelnemer van het verzet kon zijn.

      De soldaten rukten de jongen uit de handen van de koopman en gooiden zijn bewusteloze lichaam achterin een houten wagen. De koopman drukte zijn handen tegen zijn gezicht en huilde.

      Binnen enkele seconden was de wagen weer in beweging, en was de open ruimte weer gevuld met mensen die over het plein slenterden alsof er niets was gebeurd.

      Ceres voelde een overweldigend gevoel van misselijkheid opwellen. Het was onrechtvaardig. Ze kon nu zo een handvol zakkenrollers aanwijzen—mannen en vrouwen die hun kunst zo hadden geperfectioneerd dat zelfs de soldaten van het Rijk hen niet konden pakken. Het leven van deze arme jongen was nu verwoest vanwege zijn gebrek aan vaardigheid. Als dieven werden gepakt, of ze nu jong of oud waren, verloren ze hun ledematen of meer, afhankelijk van de stemming van de rechters op die dag. Als hij geluk had, zou zijn leven gespaard worden en zou hij worden veroordeeld tot een straf waarbij hij levenslang in de goudmijnen moest werken. Ceres zou liever sterven dan zo’n straf ondergaan.

      Ze vervolgden hun weg door de straat, hun stemming verpest, schouder aan schouder met de anderen. De hitte was bijna ondraaglijk.

      Er kwam een gouden koets naast hen rijden die iedereen uit de weg dreef, en de mensen naar de huizen langs de straten duwde. Ceres werd ruw door elkaar geschud en keek op. Ze zag drie tienermeisjes in kleurrijke zijden jurken, hun ingewikkelde kapsels versierd met pinnen van goud en kostbare juwelen. Eén van de tienermeisjes gooide lachend een munt op straat, en een handjevol burgers liet zich op handen en knieën vallen, worstelend om een stukje metaal waar ze hun familie een hele maand mee zouden kunnen voeden.

      Ceres stopte nooit om aalmoezen op te rapen. Ze zou liever verhongeren dan donaties van dat soort mensen aannemen.

      Ze zag een jonge man de munt vastgrijpen, waarna een oudere man hem tegen de grond werkte en een stijve hand om zijn nek klampte. Met zijn andere hand wrikte de oudere man de munt uit zijn hand.

      De tienermeisjes lachten en wezen, waarna hun koets weer verder reed.

      Ceres’ ingewanden krompen samen van walging.

      “In de nabije toekomst zal ongelijkheid voorgoed verdwijnen,” zei Rexus. “Daar zal ik op toezien.”

      Terwijl ze hem hoorde spreken, zwol Ceres’ hart van trots. Op een dag zou ze zij aan zij met hem en haar broers in het verzet vechten.

      De straten werden breder naarmate ze het Stadion naderden, en Ceres kreeg weer het gevoel dat ze kon ademen. De lucht gonsde. Ze had het gevoel dat ze zou scheuren van opwinding.

      Ze liep door één van de tientallen gewelfde poorten en keek op.

      Er bevonden zich duizenden en duizenden burgers in het schitterende Stadion. De ovalen structuur was aan de noordelijke kant ingestort, en de meeste rode markiezen waren gescheurd en boden slechts weinig bescherming tegen de verzengende zon. Wilde beesten gromden van achter ijzeren tralies en valdeuren, en ze kon de krijgsheren al klaar zien staan achter de poorten.

      Ceres nam alles verwonderd in zich op.

      Ineens keek Ceres op en besefte ze dat ze achter was geraakt. Ze haastte zich naar voren om Rexus en haar broers in te halen, maar op dat moment werd ze omsingeld door vier potige mannen. Ze roken naar alcohol, rottende vis en zweet en ze verdrongen zich om haar heen en staarden haar aan met hun rotte tanden en lelijke grijnzen.

      “Jij gaat met ons mee, mooi meisje,” zei één van hen terwijl ze op strategische wijze dichterbij kwamen.

      Ceres’ hart ging hevig tekeer. Ze keek voor zich uit, zoekend naar de anderen, maar ze waren al verzwolgen door de menigte.

      Ze confronteerde de mannen en zette haar dapperste gezicht op.

      “Laat me met rust of ik…”

      Ze barstten in lachen uit.

      “Wat?” spotte één van hen. “Een klein meisje als jij dat het tegen ons vier opneemt?”

      “We zouden je hier schoppend en schreeuwend naar buiten kunnen dragen en niemand die er wat van zou zeggen,” voegde een ander toe.

      En het was waar. Vanuit haar ooghoeken zag Ceres mensen voorbij lopen, die deden alsof ze niet zagen hoe deze mannen haar behandelden.

      Ineens werd het gezicht van de leider serieus. Met één snelle beweging had hij haar bij haar armen gegrepen en haar naar zich toe getrokken. Ze wist dat ze haar konden meenemen en dat niemand ooit meer iets van haar zou horen, en die gedachte beangstigde haar meer dan wat dan ook.

      In een poging haar bonzende hart te negeren draaide Ceres zich om en rukte haar arm los uit zijn houtgreep. De andere mannen lachten geamuseerd, maar toen ze de onderkant van haar handpalm tegen de neus van de leider sloeg en zijn hoofd naar achteren klapte, werden ze stil.

      De leider greep met zijn smerige handen naar zijn neus en kreunde.

      Ze liet zich niet vermurwen. Wetend dat ze maar één kans had, schopte ze hem in zijn maag, en hij klapte voorover.

      Maar ze werd onmiddellijk door de andere drie besprongen. Hun sterke handen grepen haar vast en trokken haar mee.

      Ineens bedaarden ze. Ceres keek om en zag tot haar opluchting dat Rexus was verschenen en er één in zijn gezicht stompte, waardoor de man bewusteloos raakte.

      Toen verscheen Nesos. Hij greep een ander en gaf hem een knietje in zijn maag, waarna hij hem tegen de grond trapte en hem in het rode stof liet liggen.

      De СКАЧАТЬ