Slaaf, Krijger, Koningin . Морган Райс
Чтение книги онлайн.

Читать онлайн книгу Slaaf, Krijger, Koningin - Морган Райс страница 4

СКАЧАТЬ style="font-size:15px;">      “Stefanus wordt in de eerste tien minuten afgemaakt,” zei ze botweg.

      Stefanus was de meest voor de hand liggende keus. Hij was de grootste van de krijgsheren, en waarschijnlijk ook de sterkste; maar hij was niet zo berekenend als Brennius of een aantal van de andere krijgers die ze had zien vechten.

      Nesos brulde van het lachen.

      “Ik geef je mijn goede zwaard als dat het geval is.”

      Ze wierp een blik op het zwaard aan zijn riem. Hij had geen idee hoe jaloers ze was geweest toen hij dat meesterwerk van een wapen drie jaar geleden van Moeder voor zijn verjaardag had gekregen. Haar zwaard was een oud overgebleven exemplaar dat haar vader op de recyclestapel had gegooid. Oh, wat ze wel niet zou kunnen doen als ze een wapen had zoals dat van Nesos.

      “Daar hou ik je aan, weet je,” zei Ceres glimlachend—hoewel ze hem in werkelijkheid nooit zijn zwaard zou afnemen.

      “Ik verwacht niet anders,” grijnsde hij.

      Ze vouwde haar armen voor haar borst toen er ineens een donkere gedachte bij haar opkwam.

      “Moeder zou het niet toestaan,” zei ze.

      “Maar Vader wel,” zei hij. “Hij is heel trots op je, weet je.”

      Neso’s lieve opmerking verraste haar. Ze wist niet echt hoe ze het moest aanvaarden, en sloeg haar ogen neer. Ze hield zielsveel van haar vader, en ze wist dat hij van haar hield. Maar om de één of andere reden zag ze alleen haar moeders gezicht voor zich. Het enige dat ze wilde was dat haar moeder haar zou accepteren en net zo veel van haar zou houden als van haar broers. Maar hoe hard ze ook haar best deed, Ceres had altijd het gevoel dat ze in haar ogen nooit genoeg kon zijn.

      Sartes klom kreunend naast hen op de muur. Hij was nog altijd een kop kleiner dan Ceres en zo schriel als een krekel, maar ze was er van overtuigd dat hij één dezer dagen als bamboe de lucht in zou schieten. Dat was ook wat er met Nesos gebeurd was. Hij was nu een gespierde hunk, die met zijn één meter negentig boven iedereen uittorende.

      “En jij?” Ceres draaide zich om naar Sartes. “Wie denk jij dat er gaat winnen?”

      “Ik ben het met jou eens. Brennius.”

      Ze glimlachte en maakte met haar hand zijn haar door de war. Hij zei altijd wat zij zei.

      Er rees weer gerommel op, de menigte zwol aan, en ze voelde een urgentie.

      “Laten we gaan,” zei ze, “geen tijd te verspillen.”

      Zonder te wachten klom Ceres langs de muur naar beneden en raakte rennend de grond. Terwijl ze de fontein in het oog hield, baande ze zich een weg naar het plein, verlangend om bij Rexus te komen.

      Hij draaide zich om en zijn ogen werden groot van verrukking toen hij haar zag naderen. Ze rende op hem af en voelde zijn armen om haar middel terwijl hij een stoppelige wang tegen de hare drukte.

      “Ciri,” zei hij in zijn lage, schorre stem.

      Er liep een rilling over haar rug toen ze zich omdraaide en recht in Rexus kobaltblauwe ogen staarde. Met zijn één meter vijfentachtig was hij bijna een kop groter dan zij, met blond, stug haar dat langs zijn hartvormige gezicht viel. Hij rook naar zeep en de buitenlucht. Jezus, wat was het goed om hem weer te zien. Ondanks het feit dat ze zich prima kon redden in vrijwel elke situatie, gaf zijn aanwezigheid haar een gevoel van kalmte.

      Ceres ging op haar tenen staan en sloeg haar armen om zijn brede nek heen. Ze had hem nooit als meer dan een vriend beschouwd tot ze hem over de revolutie had horen spreken, en over het ondergrondse leger waar hij lid van was. “We zullen vechten om onszelf te bevrijden van het juk van de onderdrukking,” had hij jaren geleden tegen haar gezegd. Hij had met zoveel passie over het verzet gesproken dat ze heel even had geloofd dat het omverwerpen van de monarchie mogelijk was.

      “Hoe was de jacht?” vroeg ze met een glimlach, wetend dat hij dagenlang weg was geweest.

      “Ik heb je glimlach gemist.” Hij streelde haar lange, roségouden haar naar achteren. “En je smaragdgroene ogen.”

      Ceres had hem ook gemist, maar ze durfde het niet te zeggen. Ze was te bang om de vriendschap die ze hadden te verliezen als er iets tussen hen zou gebeuren.

      “Rexus,” zei Nesos, die hen inhaalde en zijn arm greep. Sartes volgde hem op de voet.

      “Nesos,” zei hij in zijn diepe, autoritaire stem. “We hebben weinig tijd als we naar binnen willen,” voegde hij toe, en knikte naar de anderen.

      Ze haastten zich weg en gingen op in de massa die op weg was naar het Stadion. De soldaten van het Rijk waren overal en dreven de massa naar voren, soms met knuppels en zwepen. Hoe dichter ze bij de weg kwamen die naar het Stadion leidde, hoe dikker de menigte werd.

      Ineens hoorde Ceres opschudding bij één van de kraampjes, en ze draaide zich instinctief om. Ze zag dat er ruimte was ontstaan rond een kleine jongen, waarnaast twee soldaten van het Rijk en een koopman stonden. Een aantal toeschouwers gingen er snel vandoor, terwijl anderen een cirkel vormden en nieuwsgierig toekeken.

      Ceres liep naar voren en zag één van de soldaten een appel uit de hand van de jongen slaan. Hij greep de kleine bij zijn arm en schudde hem gewelddadig door elkaar.

      “Dief!” gromde de soldaat.

      “Genade, alstublieft!” schreeuwde de jongen terwijl de tranen over zijn smerige, ingevallen wangen liepen. “Ik had…zo’n honger!”

      Ceres voelde haar hart barsten van medeleven. Zij had dezelfde honger gevoeld—en ze wist dat de soldaten niet anders dan wreed zouden zijn.

      “Laat de jongen gaan,” zei de zwaargebouwde koopman kalm. Hij gebaarde met zijn hand, zijn gouden ring glinsterend in het zonlicht. “Ik kan het me veroorloven om hem een appel te geven. Ik heb honderden appels.” Hij grinnikte zachtjes, alsof hij de situatie niet al te zwaar opvatte.

      Maar de menigte verzamelde zich om hen heen en iedereen werd stil terwijl de soldaten zich omdraaiden om de koopman te confronteren. Hun glimmende wapenrustingen ratelden. Ceres’ hart kromp samen voor de koopman—ze wist dat niemand het riskeerde om de confrontatie met het Rijk aan te gaan.

      De soldaat deed dreigend een stap naar de koopman toe.

      “Je neemt het op voor een crimineel?”

      De koopman keek van de één naar de ander en leek nu onzeker. De soldaat draaide zich om en sloeg de jongen in zijn gezicht. Er klonk een misselijkmakend gekraak dat Ceres deed huiveren.

      De jongen viel met een doffe bons op de grond, en de menigte hapte naar adem.

      De soldaat wees naar de koopman en zei, “Om je loyaliteit aan het Rijk te bewijzen, hou je de jongen vast terwijl we hem met de zweep geven.”

      De ogen van de koopman werden hard, en er stond zweet op zijn voorhoofd. Tot Ceres’ verrassing hield hij voet bij stuk.

      “Nee,” antwoordde hij.

      De tweede soldaat nam twee dreigende stappen naar de koopman en legde zijn hand op het heft van zijn zwaard.

      “Doe het, of СКАЧАТЬ