Название: De Geest van China
Автор: Borel Henri Jean François
Издательство: Public Domain
Жанр: Зарубежная классика
isbn:
isbn:
Deze Chineesche Kings nu, zooals zij thans bewaard zijn, zijn gedeeltelijk eigen werk van Confucius, al bevatten zij wijsbegeerte, poëzie en geschiedenis van de vroegste eeuwen af.
Er waren oorspronkelijk 6 van die Chineesche Heilige Schriften, waarvan er één, die der Muziek, in de Han-dynastie (ongeveer 85 n. C.) verloren is gegaan, zoodat er nu nog 5 over zijn, door Confucius verzameld, geredigeerd, en ook gedeeltelijk geschreven.
De eerste is de Shi King, of Bijbel der Poëzie. Hij bevat 305 Gedichten en Odes die door verschillende dichters eeuwen vóór Confucius geschreven zijn, maar door Confucius volgens zijn eigen principes uitgegeven. Zeer mooi is door Confucius het wezen van dezen King en ook het wezen der Poëzie gekarakteriseerd toen hij eens tot zijn discipelen zeide: „De Shi King heeft 300 stukken, maar alles kan worden vervat in één zin: Hebt géén lage gedachten.”
De tweede is de Shoe-King, de Bijbel der Geschiedenis, die de geschiedenis bevat van China, vanaf 2357 j. v. C.–621 v. C. De documenten hiervoor zijn geschreven door verschillende auteurs, maar door Confucius uitgegeven. Geheele, belangrijke hoofdstukken ervan, herkenbaar aan hun zelfden, van de anderen verschillenden stijl worden door bevoegde Chineesche geleerden aan Confucius zelf toegeschreven.
De derde is de Li Ki of de Annalen van den Ritus en het Decorum. Hij bevat alweder zéér oude geschriften, over zeden en gewoonten, maar verzameld en geredigeerd door Confucius.
De vierde is de Yih King, de Bijbel der Transformaties, beter en juister: de Bijbel der Evolutie, het diepzinnigste boek der Chineesche filosofie. Ofschoon hier de acht triagrammen van keizer Foe Hsi (2953–2839 v. C.) de grondslag van zijn en ook de daaruit afgeleide 64 hexagrammen van Wen Wang, is volgens sommige Chineesche geleerden het grootste deel tekst van Confucius. Confucius heeft eens gezegd dat hij een overleveraar en geen maker was. Hij heeft dan ook zéér veel oude wijsheid die reeds bekend was overgeleverd. Maar overigens moet dit gezegde betracht worden als eene uiting van de bekende Chineesche bescheidenheid. Confucius heeft niet enkel overgeleverd, maar ook zeer veel zelf gemaakt.
De vijfde is de z.g. Ts’oen Ts’ioe (lett: Lente en Herfst), een boek, dat geheel en al door Confucius geschreven is, het éénige geheel van hèm alléén. Het bevat de geschiedenis van China van 722–481 v. C. Om dit boek te kunnen vervaardigen, zond Confucius 14 zijner leerlingen uit om de heilige geschriften van 120 volken voor hem te halen en deze te bestudeeren, aldus Dr. Chen Huan Chang.
Ik heb vroeger, o.a. toen ik, nu 15 jaar geleden, mijn Hollandsch werk over Confucius uitgaf, gedacht, dat dit boek Ts’oen Ts’ioe een exclusief geschiedkundig karakter had, en daarom van niet zooveel beteekenis was voor zijn filosofie. Dit is ook het oordeel van de meeste Europeesche sinologen. Sedert echter hebben Chineesche geleerde vrienden mij er op gewezen, dat dit niet juist is. Het zou n.l. niet zuiver historisch van karakter zijn, volgens hun oordeel. Zooals Dr. Chen Huan Chang er van zegt: „De woorden, uit de geschiedenis aangehaald, zijn slechts de beelden, waarmede Confucius zijn principes illustreert”. „Ik zou mijn ideeën als pure theorieën willen verkondigen”, zeide Confucius er zelf van, „maar het is dieper, waarder, helderder, glanzender, ze te representeeren door de daden van menschen”. Hij critizeert er de keizers in, verlaagt er de vorsten in, valt de hooge ambtenaren aan en vestigt zijn ideale koninkrijk, een republiek op aarde door de Ts’oen Ts’ioe. Confucius was dus, als trouwens alle groote mannen, een revolutionnair. Confucius heeft zelfs gezegd: (zie de Loen Yü): „Het is alleen de Ts’oen Ts’ioe die mij bekend zal maken bij de menschen, en ’t is alleen de Ts’oen Ts’ioe die zal maken dat de menschen mij veroordeelen.”
Van de 5 daar zooeven door mij opgenoemde boeken zijn de Yih King de Bijbel der Evolutie, en de Ts’oen Ts’ioe de voornaamste, volgens sommige Chineesche geleerden.
De Yih King is deductief, beginnende met abstracte principes en voortgaande tot hun practische toepassing; de Ts’oen Ts’ioe is inductief, en komt door de analyse van feiten uit de historie tot algemeene theorieën.
Voor degenen onder mijn lezers, die mijn in 1898 verschenen boekje over Confucius mochten gelezen hebben, zou ik er hier gaarne even op wijzen, dat het mij nù zéér spijt, daarin niet meer van deze twee Chineesche Kings te hebben gezegd, die zoo veel van Confucius zelf en zijn godsdienstige wijsbegeerte bevatten. Ik schaam mij niet te zeggen, dat ik in de 16 jaar, die na de publiceering van dat werkje verloopen zijn, wat dieper in de Chineesche filosofie ben doorgedrongen, en er wat méér van geleerd heb. Ik ben dan ook bezig aan een vollediger werk er over, waarin ik het vroeger te weinig gegevene hoop in te halen.
Bij zijn terugkomst in Loe, toen hij 69 jaar oud was, voltooide hij de Yih King, en hij was 72, toen hij de Ts’oen Ts’ioe schreef. In 479 v. C. stierf hij 74 jaar oud, 8 jaar vóór de geboorte van Socrates.
Ik heb Confucius’ leven hier maar even zéér beknopt behandeld, omdat ik liever gauw op zijn leer wilde neerkomen.
Wat wij van Confucius’ Wijsheid over hebben is (behalve wat ik zooeven aanhaalde, de Ts’oen Ts’ioe en de bewerking der 5 Kings) alles overlevering zijner discipelen, dus niet door hem zelf geschreven werk. Deze overleveringen, werken van discipelen over Confucius en zijn leer, de Choeng10 Yoeng, de Ta Hioh en de Loen Yü worden, met de werken van den filosoof Mêng Tsz’ of Mencius, de z.g. Sz’ Shoe d.i. Vier Boeken genoemd, naast de vijf Kings de literaire en filosofische schatten van China.
Ik zal nu beginnen met de Choeng Yoeng, door Confucius’ kleinzoon K’oeng Kei geschreven, die gewoonlijk bij zijn studeernaam Tsz’ Sz’ wordt genoemd. De Choeng Yoeng is de zuivere, overgeleverde leer van Confucius, door Tsz’ Sz, zijn kleinzoon en discipel, uit den mond van den Wijze opgeteekend, omdat hij vreesde, dat ze anders wellicht later verkeerd zou worden overgebracht. Confucius’ discipelen waren gewoon, belangrijke woorden van hun Meester op tabletten aan te teekenen om ze te onthouden.
Ik zal den eersten tekst geheel opschrijven om een idee te geven van den uitersten eenvoud en kortheid van Chineesche filosofie.
(van boven naar beneden te lezen, van rechts naar links, te beginnen met kolom A)11
Dit zijn in ’t geheel maar 15 schriftteekens of karakters, maar er zijn geheele boekdeelen te schrijven, en die zijn dan ook geschreven, over de uitlegging van dezen tekst.
Nu is ’t gemakkelijk om, zooals wel eens enkele sinologen gedaan hebben, voor ieder der Chineesche karakters een equivalent te nemen in een Europeesche taal, en er dan een paar Europeesche zinnen van te maken. Ik moet er echter nog eens op wijzen dat een Chineesche tekst niet is een representatie van woorden, maar een opeenvolging van ideeën en dat de combinatie van die symbolen niet is een representatie van wat de schrijver wilde zeggen, maar vooral van wat hij denkt. Een woordelijke versie is daarom onmogelijk.
Prof. Legge, de groote, erkende sinoloog van de Chinese Classics heeft den eersten zin vertaald met:
„What Heaven has conferred is called the Nature” (wat de Hemel heeft verleend wordt genaamd de Natuur). En hij СКАЧАТЬ
10
Uit te spreken „Tsoeng”.
11
Zie bladz. 30.