Название: Doodgebloed
Автор: Блейк Пирс
Издательство: Lukeman Literary Management Ltd
Жанр: Современные детективы
Серия: Een Adele Sharp Mysterie
isbn: 9781094344904
isbn:
Ze herhaalde de instructies zorgvuldig. Het was duidelijk dat deze man een verdwaalde toerist was, hoewel ze zijn accent niet helemaal kon plaatsen.
Opnieuw kromp de man ineen, stak zijn vrije hand verontschuldigend in de lucht en schudde nogmaals zijn hoofd.
Marion zuchtte. Ze keek over haar schouder, de straat in, naar de richting van de club. Haar vrienden zouden daar zitten wachten. Toen richtte ze haar aandacht weer op de man en zijn kind. Haar ogen schoten naar zijn smekende uitdrukking en ze voelde een golf van medelijden.
"Ik zal het u laten zien, oké? Het is niet zo ver hiervandaan. Komt u maar mee, meneer." Ze draaide zich om en keerde op haar schreden terug. Ze onderdrukte alle bittere gedachten over toeristen, gedachten die door de helft van de stadsbevolking als de absolute waarheid werden beschouwd. Ze had helemaal niets tegen toeristen, ook al waren ze een beetje dom.
De man leek haar ditmaal wel goed genoeg te begrijpen en viel in de pas, met zijn armen om zijn kind met de muts er bovenop.
"Jij is een demon", zei de man op een intens dankbare toon.
Marion fronste.
De man aarzelde, en corrigeerde zichzelf toen fervent, “Nee – ik bedoel engel. Spijt me heel erg. Geen demon – jij is een engel!"
Marion lachte en schudde haar hoofd. Met een knipoog zei ze: "Misschien ben ik ook een beetje demon, hmm?"
Ditmaal was het de beurt aan de man om te lachen. De baby huilde weer onder de muts en de man draaide zich om en fluisterde zachtjes tegen zijn kind.
Ze staken de straat over en Marion leidde de man de trap af bij de kade. De brug was al in zicht, maar de man leek zo afgeleid door zijn kind dat Marion hem niet in steek wilde laten zonder hem er rechtstreeks naar toe te brengen.
Toen ze de trap afdaalden en onder een vochtig, stenen viaduct doken, werd het gebied minder verlicht. Er waren nu veel minder mensen.
"We zijn er," zei de man, en zijn Frans was ineens aanzienlijk verbeterd.
Marion wierp een blik op hem en merkte toen iets vreemds op. De man merkte haar blik op en haalde verontschuldigend zijn schouders op. Hij liet de deken vallen. Een kleine speelgoedbaby – het soort dat huilde als het in de buik werd gedrukt – was aan de onderarm van de man vastgebonden. De plastic ogen van de baby staarden Marion aan.
De man knipoogde. "Ik zei toch dat hij van schaduw houdt."
Marion trok verward haar wenkbrauwen op.
Een moment te laat zag ze het chirurgisch scalpel in de linkerhand van de man. Toen gaf hij haar een duw, een harde duw, en de plastic pop huilde zachtjes de nacht in.
HOOFDSTUK DRIE
Adele stond voor de stenen trappen van de school en keek met uiterst grote argwaan naar de menigte kinderen. Ze schudde eenmaal haar hoofd en keek toen naar haar moeder. Haar blik hoefde niet ver te reizen; Adele was langer dan de meeste van haar klasgenoten. Ze had een groeispurt gekregen toen ze nog in Duitsland woonde, bij de Sergeant, en daar was pas dit jaar een einde aan gekomen.
Nu ze vijftien was ontdekte Adele dat de jongens in Parijs meer aandacht aan haar besteedden dan die in Duitsland. Maar terwijl ze de stroom leerlingen van de tweetalige middelbare school bestudeerde, spoelde er een golf van nervositeit over haar heen.
"Wat is er, mijn Cara?" vroeg haar moeder, lief glimlachend naar haar dochter.
Adele trok haar neus op bij de bijnaam, veegde haar handen af aan de voorkant van haar schooltrui en draaide aan de knopen op de katoenen mouwen. Haar moeder was opgegroeid in Frankrijk en had een voorliefde voor Carambar-repen, die nog steeds populair waren in snoepwinkels en benzinestations. Ze zei vaak dat de grappen op de buitenkant van de wikkels van de karamel veel op Adele leken: slim van buiten met een zacht en zoet midden. De beschrijving deed Adele kokhalzen.
Adele Sharp had het haar en mooie gezicht van haar moeder, maar ze dacht vaak dat ze de ogen en instelling van haar vader had.
"Ze maken zoveel lawaai", antwoordde Adele in het Frans, de woorden traag en onhandig op haar tong. De eerste twaalf jaar van haar leven had ze in Duitsland doorgebracht; het duurde even voor ze weer aan het Frans gewend was.
"Het zijn kinderen, mijn Cara. Ze horen luidruchtig te zijn; probeer jij het ook maar eens."
Adele fronste haar wenkbrauwen en schudde haar hoofd. De Sergeant had luidruchtige kinderen altijd afgekeurd. Lawaai zorgde alleen voor afleiding. Het was het gereedschap van dwazen en trage denkers.
"Het is de beste school van Parijs", zei haar moeder en stak een koele hand uit naar haar dochters wang. "Probeer het nu maar eens, hmm?"
"Waarom kan ik niet thuisonderwijs krijgen, zoals vorig jaar?"
"Omdat het niet goed voor je is om de hele tijd opgesloten te zitten met mij in dat appartement – nee, nee." Haar moeder klikte met haar tong en maakte een tikkend geluid. "Dit is niet goed voor je. Op je oude school vond je het toch leuk om te zwemmen? Nou, er is hier een uitstekend team. Ik sprak met mijn vriendin Anna, en zij zegt dat haar dochter meteen het eerste jaar door de selectie is gekomen."
Adele haalde een schouder op en glimlachte met één kant van haar mond. Ze zuchtte en boog haar hoofd, in een poging niet zo op te vallen tussen de andere kinderen.
Haar moeder gaf Adele een kus op de wang, en kreeg een halfslachtige terug. Ze draaide zich om om weg te gaan en hief haar schooltas over een schouder. Terwijl ze op de school af sjokte, vervaagde het geluid van de bel en de drentelende kinderen. De middelbare school flitste en de muren werden grijs.
Adele schudde verward haar hoofd. Ze keerde terug naar de stoeprand. "Moeder?" zei ze met trillende stem. Ze was nu in het park. Het was nacht.
"Cara," fluisterden stemmen om haar heen vanuit de hoge, donkere bomen.
Ze staarde. Tweeëntwintig jaar oud. Het was allemaal geëindigd bij tweeëntwintig.
Haar moeder lag aan de kant van het fietspad, in het gras, en ze bloedde, bloedde, bloedde…
Eeuwig bloeden.
Haar dode ogen keken naar haar dochter. Adele was niet langer tweeëntwintig. Nu was ze drieëntwintig, trad ze toe tot het DGSI en werkte ze aan haar eerste zaak – de dood van haar moeder. Daarna was ze zesentwintig en werkte ze voor de FBI. Toen tweeëndertig.
Tik tak. Bloeden.
Elise Romet miste drie vingers aan elke hand; haar ogen waren doorboord. Ze had snijwonden over haar wangen in merkwaardige, mooie patronen alsof ze, glinsterend rood, in vilt waren gekerfd.
Tik tak. Adele schreeuwde terwijl het bloed uit haar moeder stroomde, het fietspad vulde, het gras en het vuil overstroomde, haar dreigde te verteren, haar te overweldigen…
Adele schrok wakker, hijgend, met haar tanden om de rand van haar deken geklemd, bijtend om de schreeuw in haar keel tegen te houden.
Ze zat daar in haar bed, in het kleine appartement van haar en Angus, ze staarde de donkere kamer in en ademde snel. Het was in orde; het was voorbij. Ze was oké.
Ze stak haar hand uit en tastte naar de geruststellende warmte van Angus, maar haar vingertoppen streken alleen over koude lakens. Toen herinnerde СКАЧАТЬ