Eens Gepakt . Блейк Пирс
Чтение книги онлайн.

Читать онлайн книгу Eens Gepakt - Блейк Пирс страница 5

СКАЧАТЬ aarzelde even toen ze het gebouw van de GAE binnenliep. Ze vroeg zich af of ze er wel klaar voor was om iemand onder ogen te zien, wie dan ook. Ze had de hele nacht niet geslapen en was doodmoe. Het gevoel van doodsangst dat haar de hele nacht had wakker gehouden, had de adrenaline laten vloeien tot er niets meer over was. Nu voelde ze zich alleen maar leeg.

      Riley haalde diep adem.

      De enige weg is er recht doorheen.

      Ze verzamelde al haar wilskracht en liep de drukke doolhof van FBI-agenten, specialisten en ondersteunend personeel in. Terwijl ze door de grote open kantoorruimte liep, keken bekende gezichten van hun computers op. De meesten glimlachten toen ze haar zagen en een paar staken hun duim omhoog. Riley werd langzaamaan blij dat ze besloten had om te komen. Ze had iets nodig om zich beter te voelen.

      “Goed gedaan, dat met de Poppenmoordenaar,” zei een jonge agent.

      Het duurde even voordat Riley doorhad wat hij bedoelde. Toen besefte ze dat ‘Poppenmoordenaar’ de nieuwe bijnaam voor Dirk Monroe moest zijn, de psychopaat die ze onlangs had opgepakt. De naam was logisch.

      Riley merkte ook op dat sommige gezichten wat voorzichtiger naar haar keken. Ze hadden ongetwijfeld gehoord over het voorval van afgelopen nacht bij haar huis, toen er een heel team naar haar toe was gekomen na haar panische telefoontje om versterking. Ze vragen zich waarschijnlijk af of ik wel goed snik ben, dacht ze. Voor zover ze wist geloofde werkelijk niemand anders bij het Bureau dat Peterson nog steeds leefde.

      Riley bleef staan bij het bureau van Sam Flores, een laborant met een zwart omrande bril. Hij was hard aan het werk achter zijn computer.

      “Wat heb je voor nieuws voor me, Sam?” vroeg Riley.

      Sam keek van zijn scherm naar haar op. “Je bedoelt over je inbraak, toch? Ik kijk net naar wat inleidende verslagen. Ik ben bang dat er niet veel is. De jongens van het lab hebben niets op de kiezelsteentjes gevonden; geen DNA of vezels. Ook geen vingerafdrukken.”

      Riley zuchtte ontmoedigd. “Laat het me weten als er iets verandert,” zei ze en ze klopte Flores op zijn rug.

      “Ik zou er niet op rekenen,” zei Flores.

      Riley liep verder naar het gedeelte dat door de senior agenten gedeeld werd. Toen ze langs de kleine glazen kantoren liep, zag ze dat Bill er niet was. Dat was eigenlijk een opluchting, maar ze wist dat ze vroeg of laat de ongemakkelijke spanning tussen hen moest opklaren.

      Toen ze haar eigen nette, goed georganiseerde kantoor binnenliep, zag Riley meteen dat ze een voicemail had. Het was een bericht van Mike Nevins, de forensisch psychiater uit D.C. die soms voor GAE-zaken geraadpleegd werd. In de loop der jaren was ze erachter gekomen dat hij een bron van opmerkelijke inzichten was, niet alleen voor misdaadzaken. Mike had Riley met haar eigen gevecht met posttraumatische stress geholpen nadat Peterson haar gevangengenomen en gemarteld had. Ze wist dat hij belde om te kijken hoe het met haar was, zoals hij zo vaak deed.

      Ze wilde hem net terugbellen toen de brede gestalte van Special Agent Brent Meredith in de deuropening verscheen. De donkere, hoekige kenmerken van de chef pasten bij zijn ruwe, directe persoonlijkheid. Riley voelde zich opgelucht toen ze hem zag; zijn aanwezigheid stelde haar altijd gerust.

      “Welkom terug, agent Paige,” zei hij.

      Riley stond op om zijn hand te schudden. “Bedankt, agent Meredith.”

      “Ik heb gehoord dat je gisteravond weer een klein avontuur hebt beleefd. Ik hoop dat alles in orde is.”

      “Prima, dank u.”

      Meredith keek haar met vriendelijke bezorgdheid aan en Riley wist dat hij probeerde in te schatten of ze er klaar voor was om te werken.

      “Ga je mee naar de kantine voor een kop koffie?” vroeg hij.

      “Bedankt, maar er zijn wat dossiers die ik echt moet bekijken. Een andere keer graag.”

      Meredith knikte en zei niets. Riley wist dat hij wachtte totdat zij iets zou zeggen. Hij had ongetwijfeld ook gehoord dat zij ervan overtuigd was dat Peterson de inbreker was. Hij gaf haar een kans om haar mening te uiten. Maar ze wist zeker dat Meredith, net als de anderen, het waarschijnlijk niet met haar eens zou zijn wat betreft Peterson.

      “Nou, ik kan maar beter gaan,” zei hij. “Laat me weten wanneer je zin in koffie of lunch hebt.”

      “Dat zal ik doen.”

      Meredith aarzelde even en draaide zich weer naar Riley om. Langzaam en voorzichtig zei hij: “Wees voorzichtig, agent Paige.”

      Riley bespeurde veel betekenis in die woorden. Nog niet zo lang geleden had een andere meerdere in het Bureau haar geschorst wegens ongehoorzaamheid. Ze was opnieuw aangesteld, maar haar positie was nog steeds zwak. Riley voelde dat Meredith haar een vriendelijke waarschuwing gaf. Hij wilde niet dat ze iets deed wat haar in gevaar kon brengen. En een hoop ophef over Peterson maken kon moeilijkheden veroorzaken met degenen die de zaak als gesloten hadden verklaard.

      Zodra ze alleen was liep Riley naar haar dossierkast. Ze trok het dikke dossier van de zaak-Peterson eruit. Ze opende de map op haar bureau en bladerde erdoorheen om haar geheugen over haar vijand op te frissen. Ze vond niets wat haar kon helpen.

      De waarheid was dat de man een raadsel bleef. Er waren zelfs geen bewijzen van zijn bestaan geweest totdat Bill en Riley hem uiteindelijk hadden gevonden. Peterson was misschien zelfs niet eens zijn echte naam, en er waren diverse verschillende voornamen opgedoken die aan hem verbonden zouden kunnen zijn.

      Terwijl Riley door het dossier bladerde zag ze foto’s van zijn slachtoffers: vrouwen die in ondiepe graven gevonden waren. Ze hadden allemaal brandwonden en de doodsoorzaak was wurging met blote handen. Riley huiverde bij de herinnering aan de grote, krachtige handen die haar gevangen hadden gehouden, haar als een dier hadden opgesloten.

      Niemand wist precies hoeveel vrouwen hij vermoord had. Er zouden misschien nog veel meer lijken worden gevonden. En totdat Marie en Riley gepakt waren maar het nog konden navertellen, had niemand geweten hoeveel plezier hij eraan beleefde om vrouwen in het donker met een gasbrander te martelen. En niemand anders wilde geloven dat Peterson nog steeds leefde.

      Het hele gebeuren deprimeerde haar echt. Riley stond bekend om haar vermogen om zich in het brein van de moordenaar te verplaatsen; een vermogen dat haar soms beangstigde. Toch was ze nog nooit in staat geweest om in het hoofd van Peterson te kruipen. En nu had ze het gevoel dat ze hem zelfs nog minder begreep.

      Hij was nooit als een georganiseerde psychopaat op Riley overgekomen. Het feit dat hij zijn slachtoffers in ondiepe graven achterliet suggereerde zelfs het tegendeel. Hij was geen perfectionist. Maar toch was hij zorgvuldig genoeg om geen aanwijzingen achter te laten. De man was echt een raadsel. Ze dacht aan iets wat Marie vlak voor haar zelfmoord tegen haar had gezegd.

      Misschien is hij net als een geest, Riley. Misschien is dat gebeurd toen je hem opblies. Je hebt zijn lichaam gedood, maar niet zijn kwaadaardigheid.

      Hij was geen geest en dat wist Riley. Ze wist zeker – zekerder dan ooit – dat hij daar ergens was en dat zij zijn volgende doelwit was. Toch kon hij net zo goed een geest zijn, wat haar betrof. Behalve zij geloofde niemand zelfs dat hij nog leefde.

      “Waar ben je, klootzak?” fluisterde ze hardop.

      Ze wist het niet en ze wist niet hoe ze erachter moest СКАЧАТЬ