Название: Het Urantia Boek
Автор: Urantia Foundation
Издательство: Ingram
Жанр: Религия: прочее
isbn: 9789090111513
isbn:
6:1.5 (74.4) De Eeuwige Zoon staat in verschillende universa onder uiteenlopende namen bekend. In het centrale universum wordt hij gekend als de Mede-Bron, de Mede-Schepper en de Absolute Deelgenoot. Op Uversa, het hoofdkwartier van het superuniversum, duiden wij de Zoon aan als het Mede-Geest-Centrum en als de Eeuwige Geestelijke Bestuurder. Op Salvington, het hoofdkwartier van uw plaatselijk universum, staat deze Zoon te boek als de Tweede Eeuwige Bron en Centrum. De Melchizedeks spreken over hem als de Zoon der Zonen. Op uw wereld, maar niet in uw stelsel van bewoonde planeten, heeft men deze Oorspronkelijke Zoon verward met een Schepper-Zoon die zijn gelijke is, met Michael van Nebadon, die zichzelf aan de sterfelijke volkeren van Urantia heeft geschonken.
6:1.6 (74.5) Ofschoon elke Paradijs-Zoon terecht een Zoon van God genoemd kan worden, reserveren wij de aanduiding ‘de Eeuwige Zoon’ gewoonlijk voor deze Oorspronkelijke Zoon, de Tweede Bron en Centrum, mede-schepper met de Universele Vader van het centrale universum van kracht en volmaaktheid, en mede-schepper van alle andere goddelijke Zonen die afstammen van de oneindige Godheden.
2. De natuur van de Eeuwige Zoon
6:2.1 (74.6) De Eeuwige Zoon is even onveranderlijk en oneindig betrouwbaar als de Universele Vader. Hij is ook even geestelijk als de Vader, even waarlijk een onbeperkte geest. U, die van nederige afkomst zijt, zou de Zoon persoonlijker lijken, aangezien hij in toegankelijkheid één stap dichter bij u staat dan de Universele Vader.
6:2.2 (74.7) De Eeuwige Zoon is het eeuwige Woord van God. Hij is geheel zoals de Vader: de Eeuwige Zoon is in feite God de Vader persoonlijk manifest aan het universum van universa. En aldus was, en is, en zal het eeuwig waar zijn, met betrekking tot de Eeuwige Zoon en alle Schepper-Zonen die zijn gelijken zijn, dat ‘wie de Zoon gezien heeft, de Vader gezien heeft.’
6:2.3 (74.8) Wat zijn natuur betreft, is de Zoon geheel gelijk aan de geest-Vader. Wanneer wij de Universele Vader aanbidden, aanbidden wij daadwerklijk tegelijkertijd God de Zoon en God de Geest. God de Zoon is even goddelijk werkelijk en eeuwig van natuur als God de Vader.
6:2.4 (75.1) De Zoon bezit niet alleen alle oneindige, transcendente rechtvaardigheid van de Vader, maar de Zoon weerspiegelt ook alle heiligheid van het karakter van de Vader. De Zoon deelt in de volmaaktheid van de Vader en draagt samen met hem de verantwoordelijkheid voor de bijstand aan alle schepselen van onvolmaaktheid bij hun geestelijke inspanning om goddelijke volmaaktheid te bereiken.
6:2.5 (75.2) De Eeuwige Zoon bezit alle goddelijkheid van het karakter van de Vader en al zijn eigenschappen van geestelijkheid. De Zoon is de volheid van Gods absoluutheid in persoonlijkheid en geest, en deze kwaliteiten openbaart de Zoon in zijn persoonlijk leidinggeven aan de geestelijke regering van het universum van universa.
6:2.6 (75.3) God is inderdaad een universele geest; God is geest, en deze geest-natuur van de Vader is gefocaliseerd en gepersonaliseerd in de Godheid van de Eeuwige Zoon. In de Zoon worden alle geestelijke kenmerken klaarblijkelijk zeer versterkt door differentiatie van de universaliteit van de Eerste Bron en Centrum. En zoals de Vader zijn geestelijke natuur deelt met de Zoon, delen zij samen even volledig en onvoorwaardelijk de goddelijke geest met de Vereend Handelende Geest, de Oneindige Geest.
6:2.7 (75.4) In de liefde voor waarheid en in het scheppen van schoonheid zijn de Vader en de Zoon elkaar gelijk, behalve dat de Zoon zich meer lijkt te wijden aan de verwezenlijking van de uitsluitend geestelijke schoonheid van universele waarden.
6:2.8 (75.5) In goddelijke goedheid zie ik geen verschil tussen de Vader en de Zoon. De Vader bemint zijn kinderen in het universum als een vader; de Eeuwige Zoon beschouwt alle schepselen als een vader en als een broeder.
3. Het toedienen van de liefde van de Vader
6:3.1 (75.6) De Zoon deelt de gerechtigheid en rechtvaardigheid van de Triniteit, maar deze goddelijkheidstrekken worden bij hem overschaduwd door de liefde en barmhartigheid van de Vader, waarvan hij de oneindige personalisatie is: de Zoon is de openbaring van de goddelijke liefde aan de universa. Zoals God liefde is, zo is de Zoon barmhartigheid. De Zoon kan niet méér liefhebben dan de Vader, maar hij kan op één aanvullende wijze barmhartigheid betonen aan schepselen, want hij is niet alleen een oorspronkelijke schepper zoals de Vader, maar hij is ook de Eeuwige Zoon van diezelfde Vader, en daardoor deelt hij in de ervaring van het zoonschap van alle andere zonen van de Universele Vader.
6:3.2 (75.7) De Eeuwige Zoon is de grote verlener van barmhartigheid aan de gehele schepping. Barmhartigheid is de essentie van het geestelijke karakter van de Zoon. Wanneer de mandaten van de Eeuwige Zoon worden uitgezonden over de geestelijke circuits van de Tweede Bron en Centrum, zijn deze getoonzet in klanken van barmhartigheid.
6:3.3 (75.8) Om de liefde van de Eeuwige Zoon te begrijpen, moet ge eerst haar goddelijke bron, de Vader die liefde is, onderkennen, en vervolgens aanschouwen hoe deze oneindige genegenheid zich ontvouwt in het wijdverbreide dienstbetoon van de Oneindige Geest en diens bijna ontelbare heerscharen van dienende persoonlijkheden.
6:3.4 (75.9) De bijstand van de Eeuwige Zoon staat in dienst van de openbaring van de God van liefde aan het universum van universa. Deze goddelijke Zoon houdt zich niet bezig met de verachte-lijke taak om te trachten zijn genadige Vader te overreden zijn nederige schepselen lief te hebben en barmhartigheid te betonen aan de boosdoeners in de tijd. Het is wel heel verkeerd om u de Eeuwige Zoon voor te stellen als degene die de Universele Vader smeekt barmhartigheid te betonen aan zijn nederige schepselen op de materiële werelden in de ruimte! Godsvoorstellingen als deze zijn primitief en grotesk. Ge zoudt veeleer dienen te beseffen dat alle barmhartige bijstand die door de Zonen van God wordt betoond, de rechtstreekse openbaring is van het hart van de Vader, dat vol universele liefde en oneindig mededogen is. De liefde van de Vader is de werkelijke, eeuwige bron van de barmhartigheid van de Zoon.
6:3.5 (75.10) God is liefde, de Zoon is barmhartigheid. Barmhartigheid is liefde in toepassing, de liefde van de Vader in actie in de persoon van zijn Eeuwige Zoon. De liefde van deze universele Zoon is eveneens universeel. Zoals men op een planeet met geslachtelijke wezens liefde verstaat, kan de liefde van God beter worden vergeleken met de liefde van een vader, terwijl de liefde van de Eeuwige Zoon meer is als de genegenheid van een moeder. Deze illustraties zijn wel zeer onbeholpen, maar ik gebruik ze in de hoop dat ik aan het menselijk verstand de gedachte kan overdragen dat er verschil bestaat, niet in goddelijke inhoud, maar wel in kwaliteit en wijze van uitdrukking, tussen de liefde van de Vader en de liefde van de Zoon.
4. Eigenschappen van de Eeuwige Zoon
6:4.1 (76.1) De Eeuwige Zoon drijft het geest-niveau der kosmische werkelijkheid aan: de geestelijke macht van de Zoon is absoluut met betrekking tot alle actualiteiten in het universum. Hij heeft volmaakte beheersing over de onderlinge associatie van alle ongedifferentieerde geest-energie en over alle geactualiseerde geest-werkelijkheid door zijn absolute greep der geest-zwaartekracht. Alle pure ongefragmenteerde geest en alle geestelijke wezens en waarden reageren op de oneindige aantrekkingskracht van de oorspronkelijke Paradijs-Zoon. En indien wij in de eeuwige toekomst getuige mogen zijn van het verschijnen van een onbeperkt universum, ook dan zal de geest-zwaartekracht en de geest-kracht van de Oorspronkelijke Zoon volkomen adequaat blijken te zijn voor de geestelijke beheersing en het effectieve bestuur van zulk een grenzeloze schepping.
6:4.2 (76.2) De Zoon is alleen almachtig in het geestelijke domein. In de eeuwige economie van het universum-bestuur zien wij nooit de verspilling van nodeloze herhaling van functies: de Godheden zijn niet gewoon dienstbetoon in het universum nutteloos te dupliceren.
6:4.3 (76.3) De alomtegenwoordigheid van de Oorspronkelijke Zoon vormt de geestelijke eenheid van het СКАЧАТЬ