Название: Een Juweel Voor Vorsten
Автор: Морган Райс
Издательство: Lukeman Literary Management Ltd
Жанр: Книги для детей: прочее
Серия: Een Troon Voor Zusters
isbn: 9781094342948
isbn:
Siobhan keek haar aan. “Je zou echt je leven voor haar geven, nietwaar? Je zou voor haar moorden. Je zou voor haar sterven. Maar geen van dat alles is nu nog genoeg.”
“Alsjeblieft, Siobhan, ik smeek het je!” riep Kate.
“Als je dit niet wilde, dan had je moeten doen wat ik van je vroeg,” zei Siobhan. “Met jouw hulp had ik het lot zo kunnen vormen dat mijn thuis voorgoed veilig zou zijn geweest. Dat ik nog macht had gehad. Maar jij hebt dat van me afgenomen en ik moet nu eenmaal overleven.”
Kate zag nog steeds niet in waarom dat betekende dat Sophia moest sterven.
“Leef dan in mijn lichaam,” zei ze. “Maar doe Sophia geen pijn. Je hebt geen reden om haar pijn doen.”
“Ik heb álle reden om haar pijn te doen,” zei Siobhan. “Denk je dat het genoeg is om je voor te doen als het jonge zusje van een machthebber? Denk je dat het genóég is om één keer te sterven? Jouw zus draagt een kind. Een kind dat zal regeren. Ik zal het vormen, nog voor het geboren is. Ik zal haar doden en het kind uit haar trekken. Ik zal het met me meenemen en het opvoeden. Ik zal alles worden dat ik moet zijn.”
“Nee,” zei Kate. Het afschuwelijke plan van de heks begon tot haar door te dringen. “Nee.”
Siobhan lachte, en er zat wreedheid in haar lach. “Ze zullen jouw lichaam doden als ik Sophia heb vermoord,” zei ze. “En jij zult hier achterblijven, tussen twee werelden in. Ik hoop dat je geniet van je vrijheid, leerling.”
Ze prevelde een paar woorden en leek ineens te vervagen. Maar het beeld van Haxa’s huisje vervaagde niet. Kate schreeuwde het uit toen ze haar eigen lichaam diep zag inademen.
“Haxa, nee, ik ben het niet!” riep ze. Ze probeerde dezelfde boodschap met haar geest te versturen. Er gebeurde niets.
Aan de andere kant van die dunne sluier gebeurde er echter genoeg. Siobhan zoog haar longen vol met lucht, deed haar ogen open en ging in Kate’s lichaam rechtop zitten.
“Rustig, Kate,” zei Haxa, die naast haar zat. “Je hebt veel doorstaan.”
Kate zag haar lichaam onwennig om zich heen voelen, alsof het probeerde te achterhalen waar het was. Voor Haxa moest het eruit hebben gezien alsof Kate nog gedesoriënteerd was van haar ervaring, maar Kate kon zien dat Siobhan haar ledematen uittestte om te zien waar ze toe in staat was.
Uiteindelijk stond ze voorzichtig op. Haar eerste stap was wankel, haar tweede zelfverzekerder. Ze trok Kate’s zwaard en maaide ermee door de lucht, alsof ze de balans van het wapen wilde testen. Haxa leek enigszins bezorgd toen ze dat zag, maar ging niet achteruit. Ze dacht waarschijnlijk dat Kate gewoon haar balans en coördinatie wilde terugvinden.
“Weet je waar je bent?” vroeg Haxa.
Siobhan staarde haar door Kate’s ogen aan. “Ja, dat weet ik.”
“En je weet wie ik ben?”
“Jij bent degene die zichzelf Haxa noemt, om haar eigen naam te verbergen. Jij bent de hoeder van de runen. Je was geen vijand van mij, tot je besloot mijn leerling te helpen.”
Vanuit haar onzichtbare gevangenis zag Kate een verafschuwde blik op Haxa’s gezicht verschijnen.
“Jij bent Kate niet.”
“Nee,” zei Siobhan, “dat ben ik niet.”
Toen kwam ze in beweging, met alle snelheid en kracht van Kate’s lichaam. Ze stak het zwaard in Haxa’s borst. Het wapen boorde zich door haar lichaam en kwam aan de andere kant naar buiten.
“Het probleem met namen,” zei Siobhan, “is dat je er alleen iets aan hebt als je lucht hebt om ze uit te spreken. Je had het niet tegen me op moeten nemen, runenheks.”
Ze liet Haxa vallen en keek toen op, alsof ze wist vanaf welk punt Kate toekeek.
“Ze is gestorven vanwege jou. Sophia zal sterven vanwege jou. Haar kind zal, net als dit koninkrijk, van mij worden vanwege jou. Ik wil dat je daarover nadenkt, Kate. Denk erover na wanneer de bubbel vervaagt en je angsten je komen achtervolgen.”
Ze maakte een handgebaar en het beeld vervaagde. Kate wierp zichzelf tegen het schild aan in een poging bij haar te komen en een manier te vinden om Siobhan tegen te houden.
Ze stopte toen alles om haar heen weer begon te veranderen. Nu Siobhan de illusie niet langer in stand hield, veranderde alles in een grijs, mistig landschap. In de verte zag ze een vage, zilverkleurige schittering. Dat zou een veilige weg kunnen zijn, maar het lag zo ver weg dat het er net zo goed niet had kunnen zijn.
Toen kwamen er gedaanten uit de mist tevoorschijn. Kate herkende de gezichten van de mensen die ze had vermoord: nonnen en soldaten, de trainingsmeester van heer Cranston, de mannen van de Meester van de Kraaien. Ze wist dat het slechts beelden waren, geen geesten. Maar dat veranderde niets aan de angst die ze voelde. Haar handen begonnen te trillen en het zwaard dat ze bij zich droeg leek compleet nutteloos.
Toen was Gertrude Illiard er weer, met een kussen in haar hand.
“Ik ben als eerste aan de beurt,” beloofde ze. “Ik zal je laten stikken zoals je mij hebt laten stikken, maar je zult niet sterven. Niet hier. Wat we je ook aandoen, je zult niet sterven, zelfs niet als je erom smeekt.”
Kate keek om zich heen. Al haar slachtoffers hadden iets bij zich. Een mes of een zweep, een zwaard of een wurgtouw. Stuk voor stuk leken ze een drang te hebben om haar pijn te doen. Kate wist dat ze geen genade zouden tonen zodra ze de kans kregen om bij haar te komen.
Ze kon het schild nu zien vervagen, het werd steeds doorzichtiger. Kate greep haar zwaard steviger vast en zette zich schrap.
HOOFDSTUK DRIE
Emeline volgde Asha, Vincente en de andere door de moerassen voorbij Strand. Ze hield Cora’s arm vast, zodat ze elkaar niet kwijt konden raken in de mist.
“Het is ons gelukt,” zei Emeline. “We hebben Steenhuis gevonden.”
“Ik denk dat Steenhuis óns heeft gevonden,” merkte Cora op.
Dat was een terechte opmerking, gezien de inwoners hen van executie hadden gered. Als Emeline haar ogen sloot, kon ze de hitte van de brandstapels nog voelen en de bittere stank van de rook ruiken. Ze wilde er niet aan denken.
“Bovendien,” zei Cora, “denk ik dat je een plek moet kunnen zien om hem te vinden.”
Ik mag je huisdier wel, stuurde Asha naar Emeline. Praat ze altijd zo veel?
De vrouw, die een van de leiders van Steenhuis leek te zijn, liep voorop. Haar lange jas wervelde rond haar benen en haar brede hoed hield de dampen op afstand.
Ze is mijn huisdier niet, stuurde Emeline terug. Ze overwoog om het hardop te zeggen voor Cora, maar besloot om dat niet te doen.
Waarom zou je anders een Normale in de buurt houden? vroeg Asha.
“Negeer Asha maar,” zei Vincente hardop. Hij was zo lang dat hij boven hen uit torende, maar ondanks zijn lengte en het hakbijl-achtige mes dat hij bij zich droeg, leek hij de vriendelijkste СКАЧАТЬ