In de gaten. Блейк Пирс
Чтение книги онлайн.

Читать онлайн книгу In de gaten - Блейк Пирс страница 7

Название: In de gaten

Автор: Блейк Пирс

Издательство: Lukeman Literary Management Ltd

Жанр: Зарубежные детективы

Серия:

isbn: 9781094304588

isbn:

СКАЧАТЬ

      HOOFDSTUK DRIE

      Agent Frisbie hield de hele weg door de gang Riley’s arm stevig vast. Ze gingen door een paar dubbele deuren en kwamen onderaan de trap terecht. Eindelijk liet de vrouw haar los.

      Riley wreef over haar arm waar het een beetje pijn deed.

      Agent Frisbie zei: ‘Sorry dat ik daar wat ruw deed. We hebben nogal haast. Allereerst, hoe heet je?’

      ‘Riley Sweeney.’

      ‘Ik heb je in de stad gezien. In welk jaar zit je op de universiteit?’

      ‘Laatstejaars.’

      De strenge uitdrukking van de vrouw verzachtte een beetje.

      ‘Nou, allereerst wil ik me verontschuldigen voor hoe agent Steele zojuist met je heeft gesproken. De arme kerel, hij kan er echt niets aan doen. Het is alleen dat hij... wat is het woord dat mijn dochter zou gebruiken? Oh ja. Een lul is.’

      Riley was te geschrokken om te lachen. Hoe dan ook, agent Frisbie glimlachte niet.

      Ze zei: ‘Ik ben er trots op dat ik een behoorlijk betrouwbare intuïtie heb, in ieder geval beter dan die van de ‘goede oude jongens’ waar ik aan vast zit om mee te werken. En op dit moment zegt mijn gevoel dat jij degene bent die me hier misschien precies kan vertellen wat ik moet weten.’

      Riley voelde weer een paniekgolf toen de vrouw zonder glimlach een notitieblok tevoorschijn haalde en zich klaarmaakte om te schrijven.

      Ze zei: ‘Agent Frisbie, ik heb echt geen idee -’

      De vrouw onderbrak haar.

      ‘Je zult misschien verrast zijn. Ga je gang, vertel me eens hoe je nacht is verlopen.’

      Riley was in de war.

      Hoe mijn nacht is verlopen?

      Wat had dat ermee te maken?

      ‘Vanaf het begin,’ zei Frisbie.

      Riley antwoordde langzaam: ‘Nou, ik zat in mijn kamer te studeren, omdat ik morgenochtend een les heb, maar mijn kamergenoot, Trudy en mijn vriendin Rhea...’

      Riley viel plotseling stil.

      Mijn vriendin Rhea.

      Ze herinnerde zich dat ze op haar bed zat, terwijl Trudy en Rhea aan de andere kant van de kamer hun nagels aan het doen waren en te hard Gloria Estefan draaiden en dat ze behoorlijke lastposten waren die probeerden dat Riley met ze mee uit zou gaan. Rhea was zo levendig geweest, lachend en ondeugend.

      Nu niet meer.

      Ze zou Rhea’s lach nooit meer horen of haar glimlach ooit nog zien.

      Voor het eerst sinds dit vreselijke ding was gebeurd, voelde Riley dat ze bijna in tranen was. Ze zakte tegen de muur.

      Niet nu, hield ze zichzelf streng voor.

      Ze ging rechtop staan, haalde diep adem en ging verder.

      ‘Trudy en Rhea hebben me overgehaald om naar de Centaur’s Den te gaan.’

      Agent Frisbie knikte Riley bemoedigend toe en zei: ‘Hoe laat was dit?’

      ‘Rond half tien, denk ik.’

      ‘En gingen jullie alleen met z’n drieën uit?’

      ‘Nee,’ zei Riley. ‘Trudy en Rhea hadden nog een paar meisjes overgehaald om mee te gaan. We waren in totaal met z’n zessen.’

      Agent Frisbie noteerde nu snel aantekeningen.

      ‘Vertel me hun namen,’ zei ze.

      Riley hoefde niet te stoppen om na te denken.

      ‘Ik was er… en Trudy Lanier en Rhea natuurlijk. En Cassie DeBord, Gina Formaro en Rhea’s kamergenoot Heather Glover.’

      Ze stond daar even te zwijgen.

      Er moet meer zijn, dacht ze. Ze kon zich vast nog meer herinneren om de politie te vertellen. Maar haar hersenen leken aan haar directe groep vast te zitten en aan het beeld van haar vriendin, dood in die kamer.

      Riley wilde net uitleggen dat ze niet veel tijd met de anderen in de Centaur’s Den had doorgebracht. Maar voordat ze nog iets anders kon zeggen, stopte agent Frisbie abrupt haar potlood en notitieboekje terug in haar zak.

      ‘Goed gedaan,’ zei ze, heel zakelijk klinkend. ‘Dat is precies wat ik moest weten. Kom op.’

      Terwijl agent Frisbie haar terug de gang in leidde, vroeg Riley zich af...

      ‘Goed gedaan?’

      Wat heb ik dan gedaan?

      De situatie in de hal was hetzelfde als daarvoor, met een kleine menigte van verbijsterde en geschokte studenten die rondhingen, terwijl agent White toekeek. Maar er waren twee nieuwkomers.

      Een daarvan was rector Angus Trusler, een kieskeurige en gemakkelijk geagiteerde man die zich onder de studenten mengde en sommigen van hen ertoe probeerde te brengen om hem te vertellen wat er aan de hand was, ondanks het bevel om niet te praten.

      De andere nieuwkomer was een lange, krachtig ogende oudere man in uniform. Riley herkende hem meteen. Hij was de politiechef van Lanton, Allan Hintz. Riley merkte op dat agent Frisbie er niet verbaasd uitzag om hem te zien, maar ze zag er ook helemaal niet tevreden uit.

      Met de armen in de zij, zei hij tegen Frisbie: ‘Zou je ons willen vertellen waarom je ons laat wachten, Frisbie?’

      Agent Frisbie wierp hem een blik van nauwelijks vermomde minachting toe. Het was Riley duidelijk dat hun werkrelatie op zijn best gezien gespannen was.

      ‘Ik ben blij te zien dat iemand u uit bed heeft gehaald, meneer,’ zei agent Frisbie.

      Chef Hintz fronste.

      Rector Trusler deed zijn best om er net zo gezaghebbend als de politiechef uit te zien, stapte naar voren en sprak scherp met Hintz.

      ‘Allan, ik ben het niet eens met de manier waarop jij en je mensen hiermee omgaan. Deze arme kinderen zijn genoeg geterroriseerd zonder dat ze gecommandeerd worden. Waar gaat dit allemaal over? Hen te vertellen om te blijven staan en stil te blijven, zonder uitleg te geven? Een aantal wil gewoon terug naar hun kamer en proberen om wat te slapen. Sommigen willen helemaal uit Lanton weg en een tijdje naar hun familie gaan en wie kan hen dat kwalijk nemen? Sommigen vragen zich zelfs af of ze een advocaat in moeten huren. Het is tijd dat je ze vertelt wat je van ze wilt. Ongetwijfeld zijn geen van onze studenten verdachten.’

      Terwijl de rector tekeerging, vroeg Riley zich af hoe hij er zo zeker van kon zijn dat de moordenaar hier niet in de gang was. Ze kon zich moeilijk voorstellen dat een van de meisjes zo’n vreselijke misdaad zou begaan. Maar hoe zat het met de jongens? Hoe zat het met een grote stoere spierbal zoals Harry Rampling? Hij of een van de andere jongens zagen er niet uit alsof ze net de keel van een meisje hadden doorgesneden. Maar СКАЧАТЬ