Bijna Weg. Блейк Пирс
Чтение книги онлайн.

Читать онлайн книгу Bijna Weg - Блейк Пирс страница 6

Название: Bijna Weg

Автор: Блейк Пирс

Издательство: Lukeman Literary Management Ltd

Жанр: Зарубежные детективы

Серия:

isbn: 9781094304755

isbn:

СКАЧАТЬ zijn.

      Cassie probeerde even te lezen, maar ze kon zich niet concentreren op de woorden, en haar gedachten bleven maar rondgaan. Ze keek uit haar ooghoeken naar Jess. Nadat ze zeker had gesteld dat die verdiept was in haar film, pakte Cassie onopvallend een doosje pillen uit haar tas en nam er een in met een restje Cola Light. Als ze niet kon lezen, kon ze net zo goed slapen. Ze deed haar lampje uit en leunde achterover in haar stoel.

      *

      Cassie zat in haar tochtige slaapkamer, onder het bed, met haar rug tegen de ruwe, koude muur. Beneden klonk dronken gelach, gestommel en geschreeuw: feestvreugde die elk moment om kon slaan in geweld. Ze luisterde ingespannen en wachtte op het geluid van brekend glas. Ze herkende de stem van haar vader en zijn nieuwe vriendin, Deena. Er waren minstens vier anderen beneden, misschien meer. En toen, boven het geschreeuw uit, hoorde ze de vloer kraken onder zware voetstappen op de trap.

      ‘Hé, lief schatje,’ fluisterde een zware stem, en het twaalfjarige meisje kromp ineen van angst. ‘Ben je daar, meissie?’

      Ze kneep haar ogen dicht en probeerde zichzelf ervan te overtuigen dat het een nachtmerrie was, dat ze veilig in bed lag en dat de vreemden beneden bijna weg zouden gaan.

      De deur zwaaide langzaam open. In het maanlicht verscheen een zware laars. De voeten kwamen op haar af.

      ‘Hé, meissie.’ Een hees gefluister. ‘Ik kom even hallo zeggen.’

      Ze kneep haar ogen dicht en bad dat hij haar gejaagde ademhaling niet zou horen. Het geluid van dekens die worden weggetrokken... en toen een verbaasd gebrom toen hij het kussen en de jas zag die ze eronder gestopt had.

      ‘De hort op,’ mompelde hij. Ze gokte dat hij naar de smerige gordijnen keek waar de wind mee speelde, naar de regenpijp die een gevaarlijke ontsnappingsroute suggereerde. De volgende keer zou ze moed vatten en naar beneden klimmen. Het kon niet erger zijn dan zich hier te verstoppen.

      De laarzen verdwenen uit het zicht. Beneden klonk plotseling muziek, gevolgd door boos geschreeuw.

      De kamer was stil. Ze rilde; als ze zich hier de hele nacht moest verstoppen, zou ze een deken nodig hebben. Die kon ze maar beter nu pakken. Langzaam bewoog ze weg van de muur. Maar toen ze haar hand onder het bed vandaan stak, werd die door een ruwe hand vastgegrepen.

      ‘Dus daar zit je!’ Hij trok haar onder het bed vandaan – ze graaide naar het frame, het koude staal schaafde haar handen en ze begon te gillen. Haar doodsbange kreten klonken door de kamer, door het huis...

      Ze schrok wakker, zwetend, gillend, en met Jess’ bezorgde stem in haar oren. ‘Hé, Cassie, gaat het?’

      De tentakels van de nachtmerrie lagen nog op de loer en wilden haar terug naar binnen zuigen. Ze voelde de rauwe schaafwonden op haar arm waar ze zich had bezeerd aan het frame van het bed. Ze drukte haar vingers tegen haar huid en voelde opgelucht dat er geen wond zat. Ze sperde haar ogen wijd open en deed het lampje aan om de duisternis te verjagen.

      ‘Het gaat wel. Nachtmerrie, dat is alles.’

      ‘Wil je wat water? Of thee? Ik kan de stewardess vragen.’

      Cassie stond op het punt om beleefd te weigeren, maar toen herinnerde ze zich dat ze haar medicijnen weer moest nemen. Als één pil niet werkte, werkte een tweede vaak wel om de nachtmerries tegen te houden.

      ‘Wat water zou fijn zijn. Dank je,’ zei ze. Ze wachtte tot Jess niet keek en slikte gauw nog een pil. Ze probeerde niet meer te slapen.

      Tijdens de afdaling wisselende ze telefoonnummers uit met Jess, en voor de zekerheid noteerde ze ook de naam en het adres van het gezin waar Jess zou gaan werken. Cassie hield zichzelf voor dat het hopelijk net als een verzekering was, dat ze hem niet nodig zou hebben als ze hem had. Ze beloofden elkaar dat ze samen het paleis van Versailles zouden gaan bekijken zodra de mogelijkheid zich voordeed.

      Terwijl ze naar Charles de Gaulle taxieden, lachte Jess opgewonden. Ze liet Cassie een selfie zien die haar gezin had gemaakt terwijl ze op haar wachtten. Een aantrekkelijk stel met twee kinderen, lachend, met een bordje waar Jess’ naam op stond.

      Cassie had geen bericht gekregen. Maureen had alleen gezegd dat ze van het vliegveld zou worden afgehaald. De wandeling naar de paspoortcontrole leek eindeloos. Ze werd omringd door het gezoem van gesprekken in allerlei verschillende talen. Ze probeerde het stel naast haar te volgen en besefte hoe weinig gesproken Frans ze eigenlijk begreep. De realiteit was zo anders dan de lessen en de audio-cursussen. Ze was bang, alleen en moe, en ze was zich plotseling bewust van hoe kreukelig en zweterig haar kleren waren, in vergelijking met de elegant geklede Franse reizigers om haar heen.

      Zodra ze haar tassen had, haastte ze zich naar de wc, trok een schoon topje aan en kamde haar haar. Ze voelde zich nog niet klaar om haar gezin te ontmoeten. Ze had geen idee wat ze kon verwachten. Maureen had gezegd dat het huis een uur rijden was vanaf het vliegveld, dus misschien waren de kinderen niet mee. Ze moest niet naar een groot gezin zoeken. Een vriendelijk gezicht zou genoeg zijn.

      Maar in de zee van mensen die haar aanstaarden, zag ze geen blik van herkenning, ondanks dat ze haar ‘Maureens Au Pairs’-rugzak bovenop haar bagagekarretje had gezet. Ze liep langzaam van de gate naar de aankomsthal en keek zenuwachtig om zich heen, op zoek naar iemand die naar haar zou zwaaien of roepen. Maar iedereen leek op iemand anders te wachten.

      Cassie liep kriskras door de aankomsthal, haar koude handen om het handvat van de kar geklemd, terwijl de menigte langzaam uitdunde. Maureen had niet gezegd wat ze moest doen als dit gebeurde. Moest ze iemand bellen? Zou haar telefoon überhaupt werken in Frankrijk?

      En toen, tijdens een laatste, wanhopige ronde door de hal, zag ze het.

      “CASSANDRA VALE.”

      Een klein bordje, in de hand van een slanke man met donker haar in een zwart jack en jeans. Hij stond tegen een muur en werd volledig in beslag genomen door zijn telefoon. Hij was niet eens naar haar op zoek.

      Onzeker liep ze op hem af. ‘Hoi, ik ben Cassie. Ben jij...?’ vroeg ze, en liet de woorden wegsterven toen ze besefte dat ze geen idee had wie hij zou kunnen zijn.

      ‘Ja,’ zei hij met een zwaar accent. ‘Kom mee.’

      Ze stond op het punt om zichzelf voor te stellen, om de woorden te zeggen die ze had geoefend – over hoe leuk ze het vond om onderdeel van de familie te worden – toen ze het kaartje op zijn jack zag. Hij was een taxichauffeur. Het kaartje was zijn pasje voor het vliegveld.

      Haar gezin had niet eens te moeite genomen om haar op te komen halen.

      HOOFDSTUK DRIE

      Parijs vouwde zich uit onder Cassies blik. Hoge flats en sombere industriële blokken maakten langzaam plaats voor groenere wijken. Het was een koude, grijze middag. Het waaide en er viel af en toe regen.

      Ze keek ingespannen op de borden langs de weg. Ze gingen richting Saint Maur, en even dacht ze dat dat de bestemming was, maar de chauffeur nam de afslag niet en bleef rechtdoor rijden, de stad uit.

      ‘Hoe ver is het nog?’ vroeg ze, in een poging een gesprek te starten, maar hij bromde iets onverstaanbaars en zette de radio harder.

      Regen tikte tegen de ruiten en het glas voelde koud tegen haar wang. Ze wou dat ze haar dikke jas uit de kofferbak had gehaald. En ze СКАЧАТЬ