Bijna Weg. Блейк Пирс
Чтение книги онлайн.

Читать онлайн книгу Bijna Weg - Блейк Пирс страница 14

Название: Bijna Weg

Автор: Блейк Пирс

Издательство: Lukeman Literary Management Ltd

Жанр: Зарубежные детективы

Серия:

isbn: 9781094304755

isbn:

СКАЧАТЬ de takjes langs haar geïrriteerde huid schraapten. Hij was kleiner en sneller dan zij, en hij lachte haar spottend uit terwijl hij door de struiken vluchtte.

      ‘Marc, kom terug!’ riep ze. Maar haar woorden leken hem alleen maar aan te moedigen. Ze bleef rennen en hoopte dat hij moe zou worden of genoeg zou krijgen van dit spelletje.

      Eindelijk kreeg ze hem te pakken, doordat hij stopte om op adem te komen en tegen dennenappels te schoppen. Ze greep zijn arm beet voordat hij weg kon rennen.

      ‘Dit is geen spelletje. Kijk nou, dat is een ravijn.’ Even verderop lag een steile afdaling, en ze hoorde stromend water. ‘We gaan terug. Het is tijd om naar huis te gaan.’

      ‘Ik wil niet naar huis,’ mopperde Marc, die met tegenzin achter haar aan strompelde.

      Ik ook niet, dacht Cassie, en had plotseling medelijden met hem.

      Maar toen ze terug bij de open plek kwamen, was daar alleen Antoinette. Ze zat op een opgevouwen jas en vlocht haar haar over haar schouder.

      ‘Waar is je zusje?’ vroeg Cassie.

      Antoinette keek schijnbaar nonchalant op. ‘Ze zag een vogel toen je wegliep, en wilde beter kijken. Ik weet niet waar ze daarna naartoe is gegaan.’

      Cassie staarde Antoinette vol afgrijzen aan. ‘Waarom ging je niet met haar mee?’

      ‘Je had niet gezegd dat dat moest,’ zei Antoinette, met een kille glimlach.

      Cassie haalde diep adem en onderdrukte een volgende vlaag van woede. Antoinette had gelijk. Ze had de kinderen niet moeten achterlaten zonder ze te waarschuwen dat ze moesten blijven waar ze waren.

      ‘Waar is ze naartoe gegaan? Waar heb je haar voor het laatst gezien?’

      Antoinette wees. ‘Ze ging die kant op.’

      ‘Ik ga haar zoeken.’ Cassie hield haar stem opzettelijk kalm. ‘Blijf hier met Marc. Jullie mogen niet – absoluut niet – van deze open plek af, en hou je broertje in het oog. Begrepen?’

      Antoinette knikte afwezig en liet haar haar door haar vingers gaan. Cassie hoopte dat ze zou doen wat haar gezegd werd. Ze liep naar waar Antoinette had gewezen en zette haar handen aan haar mond.

      ‘Ella?’ riep ze zo hard ze kon. ‘Ella?’ Ze wachtte, hopend op een antwoord of voetstappen, maar er kwam geen reactie. Ze hoorde alleen het zachte geruis van de bladeren in de toenemende wind. Kon Ella echt nu al buiten gehoorsafstand zijn, in de korte tijd dat ze weg was geweest? Of was haar iets overkomen?

      Haar paniek steeg terwijl ze het bos in rende.

      HOOFDSTUK ZEVEN

      Cassie sprintte dieper het bos in, zigzaggend tussen de bomen door. Ze schreeuwde Ella’s naam en bad dat er een antwoord zou komen. Ella kon overal wel zijn; er was geen duidelijk pad wat ze gevolgd kon hebben. Het bos was donker en griezelig, de wind waaide steeds harder en de bomen leken haar geroep te dempen. Ella kon wel in een ravijn gevallen zijn, of gestruikeld en op haar hoofd gevallen. Een zwerver kon haar gepakt hebben. Er kon wel van alles gebeurd zijn.

      Cassie gleed langs het mos en struikelde over boomwortels. Haar gezicht was op honderd plekken geschramd en haar keel deed pijn van het schreeuwen.

      Uiteindelijk stopte ze, naar adem happend. Haar zweet was koud en klam in de wind. Wat moest ze nu doen? Het begon donker te worden. Ze kon niet nog meer tijd besteden aan het zoeken, dan zou ze alle drie de kinderen in gevaar brengen. De tuinierswinkel was haar dichtstbijzijnde kans, als die nog open was. Ze kon daar stoppen, de eigenaar vertellen wat er gebeurd was, en hem vragen de politie te bellen.

      Het duurde eeuwig voordat ze weer terug was, en ze liep een paar keer de verkeerde kant op. Ze bad dat de anderen veilig op haar zaten te wachten. En ze hoopte vurig dat Ella misschien vanzelf was teruggekomen.

      Maar toen ze de open plek bereikte, vlocht Antoinette blaadjes aan elkaar, en Marc lag diep te slapen op de jassen.

      Geen Ella.

      Ze kon zich de woede al voorstellen als ze terug zouden komen. Pierre zou – terecht – razend zijn. Margot zou misschien alleen vals doen. Zaklampen zouden de nacht in schijnen terwijl de buurt op zoek was naar een meisje dat verdwaald was, of gewond, of erger, ten gevolge van haar nalatigheid. Het was haar schuld, haar fout.

      De situatie was zo afschuwelijk dat het haar te veel werd. Ze viel tegen een boom aan en begroef haar gezicht in haar handen, terwijl ze wanhopig probeerde haar gesnik te bedwingen.

      En toen zei Antoinette, met een zilverige stem: ‘Ella? Je mag tevoorschijn komen!’

      Cassie keek op en keek ongelovig toe hoe Ella van achter een omgevallen boom kwam en blaadjes van haar rok sloeg. ‘Wat...’ Haar stem klonk rauw en trillerig. ‘Waar was je?’

      Ella glimlachte vrolijk. ‘Antoinette zei dat we verstoppertje speelden, en dat ik niet moest komen als je riep, want dan zou ik verliezen. Nu heb ik het koud. Mag ik mijn jas?’

      Cassie voelde zich afgestompt door de schok. Ze kon niet geloven dat iemand uit pure boosaardigheid zoiets zou verzinnen. Het was niet alleen de wreedheid, maar ook hoe uitgekookt het was, wat Cassie deed rillen. Waarom wilde Antoinette haar kwellen, en hoe kon ze het in de toekomst voorkomen? Ze kon van de ouders geen hulp verwachten. Aardig zijn had niet gewerkt, en woede zou Antoinette alleen maar in de kaart spelen. Antoinette had de touwtjes in handen, en dat wist ze. Nu gingen ze onvergeeflijk laat naar huis, en dat terwijl ze niemand verteld hadden waar ze naartoe waren gegaan. De kinderen waren modderig, hongerig, dorstig en doodmoe. Ze vreesde dat Antoinette meer dan genoeg had gedaan on haar onmiddellijk te laten ontslaan.

      Het was een lange, koude en ongemakkelijke wandeling terug naar het chateau. Ella wilde per se de hele weg gedragen worden, en tegen de tijd dat ze bij het huis aankwamen, had Cassie het geen seconde langer kunnen volhouden. Marc liep mopperend achter ze aan, te moe om meer te doen dan af en toe een steen naar de vogels in de heggen te gooien. Zelfs Antoinette leek geen voldoening te halen uit haar overwinning, en stapte humeurig door.

      Toen Cassie op de indrukwekkende voordeur klopte, werd die meteen opengerukt. Daar stond Margot, haar gezicht verwrongen van woede.

      ‘Pierre!’ schreeuwde ze. ‘Ze zijn eindelijk thuis.’

      Cassie begon te trillen toen ze de woedende voetstappen hoorde.

      ‘Waar zijn jullie in godsnaam geweest?’ schreeuwde Pierre. ‘Wat is dit voor onverantwoordelijk gedrag?’

      Cassie slikte. ‘Antoinette wilde naar het bos. Dus we gingen een wandeling maken.’

      ‘Antoinette… wat? De hele dag? Waarom liet je haar dat in vredesnaam doen, en waarom heb je onze instructies niet gevolgd?’

      ‘Welke instructies?’ Cassie wilde wegrennen en zich verstoppen voor zijn woede, zoals ze had gedaan toen ze tien was als haar vader een woedeaanval kreeg. Toen ze achteromkeek, zag ze dat de kinderen zich precies zo voelden. Hun onthutste, doodsbange gezichten gaven haar de moed die ze nodig had om Pierre aan te kijken, ook al trilde ze op haar benen.

      ‘Ik had een briefje op de deur van je slaapkamer gehangen.’ Met moeite dwong hij zichzelf om op een normale toon te praten. Misschien had hij СКАЧАТЬ