Название: Agent Nul
Автор: Джек Марс
Издательство: Lukeman Literary Management Ltd
Жанр: Шпионские детективы
isbn: 9781094305424
isbn:
“Rustig maar, vrienden,” zei Yuri. “Dit is Ben. We nemen hem mee naar Otets.”
Otets, fonetisch Russisch voor “vader.” Of, op het meest technische niveau, “maker.”
“Kom,” zei Yuri vriendelijk. Hij deed een hand op Reids schouder. Het is een heel mooi ritje. We zullen onderweg champagne drinken. Kom.”
Reids benen weigerden dienst. Het was riskant – te riskant. Als hij in deze auto met deze mannen stapte en ze kwamen erachter wie hij was, of zelfs maar dat hij niet was wie hij zei dat hij was, kon hij het met de dood bekopen. Zijn dochters zouden weeskinderen zijn, en ze zouden hoogstwaarschijnlijk nooit weten wat er uiteindelijk met hem gebeurd was.
Maar welke keuze had hij? Hij kon niet bepaald doen alsof hij plotseling van gedachten veranderd was; dat zou veel te verdacht zijn. Waarschijnlijk had hij al twee stappen genomen voorbij de grens van geen weg terug door Yuri hierheen te volgen. En als hij de poppenkast lang genoeg kon volhouden, kon hij misschien de bron vinden – en erachter komen wat er in zijn eigen hoofd aan de gang was.
Hij nam een stap in de richting van de terreinwagen.
“Ah! Un momento, por favor.” Yuri zwaaide met een vinger naar zijn gespierde begeleiders. Een van hen dwong Reids armen omhoog terwijl de andere hem fouilleerde. Allereerst vond hij de Beretta, in de achterkant van zijn spijkerbroek gestoken. Toen groef hij met twee vingers in Reids zakken en haalde de rol euro’s en de burnertelefoon tevoorschijn, en gaf alle drie aan Yuri.
“Dit mag je houden.” De Serviër gaf hem het geld terug. “Deze daarentegen houden we. Veiligheid. Je begrijpt het wel.” Yuri stak de telefoon en het pistool in de binnenzak van zijn suède jas, en heel even zag Reid de bruine kolf van een pistool.
“Ik begrijp het,” zei Reid. Nu was hij ongewapend en zonder middelen om om hulp te bellen als hij het nodig had. Ik moet vluchten, dacht hij. Begin gewoon te sprinten en kijk niet om…
Een van de gorilla’s dwong zijn hoog omlaag en duwde hem vooruit, op de achterbank van de terreinwagen. Beiden klommen er na hem in en Yuri volgde. Hij trok de deur achter zich dicht. Hij zat naast Reid. De gekromde gorilla’s gingen op een aangepaste bank direct achter de chauffeur tegenover hen zitten met hun gezichten naar hen toe. Hun schouders raakten elkaar bijna.
Een van de twee klopte met twee knokkels op de scheidingswand met de chauffeur. “Otets,” zei hij kortaf.
Een zware, veelzeggende klik vergrendelde de achterdeuren. Toen drong het grimmige besef tot Reid door van wat hij had gedaan. Hij was in een auto gestapt met drie gewapende mannen zonder enig idee waar hij heen ging, en vrijwel geen idee als wie hij zich moest voordoen. Het was niet zo moeilijk geweest om Yuri voor de gek te houden, maar nu werd hij naar een of andere leider gebracht…zouden ze weten dat hij niet was wie hij zei dat hij was? Hij vocht tegen de drang om naar voren te springen, de deur open te rukken en zich uit de auto te laten vallen. Hieruit was geen ontsnapping mogelijk, in ieder geval niet op dit moment; hij zou moeten wachten tot ze op hun bestemming arriveerden en dan hopen dat hij er in een stuk uit kon komen.
De terreinwagen begon zijn tocht door de straten van Parijs.
HOOFDSTUK ZES
Yuri, die zo praatgraag en levendig was geweest in de Franse kroeg, hield zich ongebruikelijk stil gedurende de autorit. Hij opende een vakje naast zijn stoel en pakte er een versleten boek met een gescheurde kaft uit – Machiavelli’s De Heerser. De hoogleraar die Reid ook was wilde hem hardop uitlachen.
De twee gorilla’s tegenover hem zwegen ook. Hun ogen staarden direct naar voren alsof ze gaten door Reid probeerden te staren. Hij prentte snel hun kenmerken in zijn geheugen: de man links was kaal, blank, met een donkere getrimde snor en varkensoogjes. Onder zijn schouder zat een TEC-9 en in een enkelholster een Glock 27. Een gekarteld, bleek litteken boven zijn linkerwenkbrauw leek te wijzen op slordig uitgevoerd oplapwerk (een beetje zoals wat Reid waarschijnlijk te wachten stond wanneer zijn superlijmhechting genas). Hij kon de nationaliteit van de man niet opmaken.
De tweede gorilla was een paar tinten donkerder, had een volle, onverzorgde baard, en een stevig buikje. Zijn linkerschouder leek enigszins te hangen, alsof hij problemen had met zijn rechterheup. Ook hij had een automatisch pistool onder een arm, maar geen andere wapens die Reid kon zien.
Wat hij wel kon zien was het merkteken op zijn nek. De huid was daar opgezwollen en roze, iets uitpuilend door verbranding. Het was hetzelfde teken dat hij op de Arabische woesteling had gezien, in de kelder in Parijs. Een of ander letterteken, dat wist hij zeker, maar niet een die hij herkende. De man met de snor leek er geen te hebben, hoewel veel van zijn nek bedekt was door zijn hemd.
Yuri had ook geen merkteken – tenminste niet een dat Reid kon zien. De kraag van het suède jasje van de Serviër zat hoog in de nek. Zou een statussymbool kunnen zijn, dacht hij. Iets dat je moet verdienen.
De chauffeur stuurde de auto de A4 op, liet Parijs achter zich en ging richting het noordoosten naar Reims. De getinte ramen maakten de nacht nog donkerder; toen ze eenmaal de Lichtstad verlaten hadden was het moeilijk voor Reid om oriëntatiepunten te vinden. Hij moest afgaan op de wegmarkeringen en borden om uit te vinden waar ze heen gingen. Het landschap veranderde langzaam van goed belicht stadsgebied naar een luierende plattelandsomgeving. De snelweg viel en rees lichtjes als het land en de boerderijen aan weerszijden.
Na een uur in totale stilte gereden te hebben, schraapte Reid zijn keel. “Is het nog veel verder?” vroeg hij.
Yuri legde een vinger tegen zijn lippen en grinnikte toen. “Oui.”
Reid brieste, maar hij zei niets meer. Hij had moeten vragen hoe ver weg ze hem brachten; wat hem betrof zouden ze misschien zelfs in België kunnen eindigen.
Route A4 werd A34, die op zijn beurt veranderde in A304 terwijl ze verder naar het noorden gingen. De bomen in het pastorale platteland werden breder en dichter op elkaar, brede paraplu-achtige sparren die het weidse boerenland opslokten en ondoordringbare bossen werden. De hellingsgraad van de weg liep op terwijl de heuveltjes tot kleine bergen werden.
Deze plek kende hij. Of liever gezegd, hij kende de regio, en niet vanwege flitsvisioenen of geïmplanteerde herinneringen. Hij was hier nog nooit geweest, maar hij wist uit zijn boeken dat ze de Ardennen hadden bereikt, een bergachtige strook bossen die gedeeld werd door het noordoosten van Frankrijk, het zuiden van België en het noorden van Luxemburg. Het was in de Ardennen dat het Duitse leger in 1944 had geprobeerde om hun gepantserde divisies door het dichtbeboste gebied te sturen om te proberen de stad Antwerpen in te nemen. Dit werd verijdeld door Amerikaanse en Britse legertroepen bij de rivier de Maas. De daaropvolgende strijd stond bekend als de Slag om de Ardennen, en was het laatste grote offensief van de Duitsers in de Tweede Wereldoorlog.
Hoe benepen zijn situatie ook was of zou worden, om een of andere reden vond hij wat troost in de gedachten aan geschiedenis, zijn voormalig leven, en zijn studenten. Maar toen dacht hij weer aan zijn dochters die zo alleen en angstig waren, en geen idee hadden waar hij was of wat hij had gedaan.
Inderdaad zag Reid al gauw een bord dat aangaf dat ze de grens naderden. Belgique, stond op het bord, en daaronder Belgien, België, Belgium. Nog geen drie kilometer verder minderde de terreinwagen vaart en kwam tot stilstand bij een enkel klein loket met een betonnen СКАЧАТЬ