Agent Nul. Джек Марс
Чтение книги онлайн.

Читать онлайн книгу Agent Nul - Джек Марс страница 15

Название: Agent Nul

Автор: Джек Марс

Издательство: Lukeman Literary Management Ltd

Жанр: Шпионские детективы

Серия:

isbn: 9781094305424

isbn:

СКАЧАТЬ van zijn mond. Donker haar, gekapt om hem jonger te doen lijken.

      Een privelandingsbaan in Zagreb. Naast je rent Morris. Jullie hebben allebei jullie pistool getrokken, met de lopen naar de grond gericht. Je mag die twee Iraniërs niet het vliegtuig laten bereiken. Morris richt tijdens het rennen en vuurt twee schoten af. Een raakt een kuit en de eerste man valt op de grond. Je haalt de andere in en gooit hem met geweld tegen de grond aan…

      Een andere naam. “Reidigger.”

      Een jongensachtige glimlach, keurig gekamd haar. Een klein buikje. Het overgewicht zou hem beter staan als hij een paar centimeter langer was geweest. Krijgt flink wat plagerijen te verduren, maar ondergaat die goedmoedig.

      De Ritz in Madrid. Reidigger dekt de gang terwijl jij de deur intrapt en de bommenlegger verrast. De man grijpt het pistool op het bureau, maar jij bent sneller. Je breekt zijn pols…Later vertelt Reidigger je dat jij het geluid in de gang kon horen. Zijn maag was ervan omgekeerd. Iedereen lachte.

       De koffie was nu koud geworden, maar Reid merkte het nauwelijks. Zijn vingers beefden. Er was geen twijfel over mogelijk; wat er ook met hem aan het gebeuren was, dit waren herinneringen – zijn herinneringen. Of die van iemand. Die ontvoerders hadden iets uit zijn nek gesneden en het een geheugenonderdrukker genoemd. Dat kon niet waar zijn; dit was hij niet. Dit was iemand anders. Hij kreeg de herinneringen van iemand anders, vermengd met zijn eigen herinneringen.

      Reid plaatste de pen weer op het servetje en schreef de laatste naam op. Hij zei het hardop: “Johansson.” Een gestalte zwom zijn gedachten binnen. Lang blond haar, verzorgd en glanzend. Gladde, mooie jukbeenderen. Volle lippen. Donkergrijze ogen. Een visioen flitste…

      Milaan. Avond. Een hotel. Wijn. Maria zit op het bed met haar benen onder haar gevouwen. De bovenste drie knoopjes van haar blouse staan open. Haar haar is in de war. Je hebt nooit eerder opgemerkt hoe lang haar wimpers zijn. Twee uren geleden zag je haar nog twee mannen in een vuurgevecht ombrengen, en nu is het Sangiovese en Pecorino Toscano. Jullie knieën raken elkaar bijna aan. Haar blik kruist de jouwe. Jullie zwijgen allebei. Je kan ik het in haar ogen zien, maar ze weet dat jij het niet kan. Ze vraagt naar Kate…

       Reid kromp ineen toen een plotselinge hoofdpijn kwam opzetten die zich over zijn schedel verspreidde als een donderwolk. Tegelijkertijd vervaagde en verdween het visioen. Hij perste zijn ogen samen en greep een hele minuut lang zijn slapen vast totdat de hoofdpijn was verdwenen.

      Wat was dat nou weer?

       Om een of andere reden leek het erop dat de herinnering aan deze vrouw, Johansson, een kleine migraine had getriggerd. Nog verontrustender was het bizarre gevoel dat hem na de hoofdpijn gegrepen had. Het voelde aan als…begeerte. Nee, het was meer dan dat – het voelde aan als passie, versterkt door spanning en zelfs een beetje gevaar.

      Hij vroeg zich af wie de vrouw was, maar schudde het van zich af. Hij wilde geen nieuwe hoofdpijn oproepen. In plaats daarvan deed hij de pen weer op het servet, met het plan om de laatste naam op te schrijven – Nul. Dat was hoe de Iraanse onderhandelaar hem genoemd had. Maar voordat hij het kon opschrijven of oplezen, kreeg hij een raar gevoel. De haren achterop zijn nek stonden recht overeind.

      Hij werd bekeken.

      Toen hij weer opkeek, zag hij een man in de duistere deuropening van Féline staan. Zijn blik was aan Reid vastgeklonken als een havik die een muisje bestudeerd. Reid voelde zich bevriezen. Hij werd bekeken.

      Dit was de man die hij hier kwam ontmoeten, dat wist hij zeker. Herkende hij hem? De Arabische mannen hadden dat duidelijk niet. Verwachtte deze man iemand anders?

      Hij legde zijn pen neer. Langzaam en behoedzaam verfrommelde hij het servetje en liet het in zijn halflege koude koffie vallen.

      De man knikte eenmaal. Reid knikte terug.

      Toen reikte de vreemdeling achter zij rug, naar iets dat in de achterkant van zijn broek weggestopt was.

      HOOFDSTUK VIJF

      Reid stond op met zo’n vaart dat zijn stoel bijna omviel. Zijn hand omklemde ogenblikkelijk de kolf van de Beretta, die warm was van zijn onderrug. Zijn gedachten schreeuwden hem paniekerig toe. Dit is een openbare ruimte. Er zijn hier mensen. Ik heb nog nooit eerder een pistool afgevuurd.

      Voordat Reid zijn pistool kon trekken had de vreemdeling een portemonnee uit zijn achterzak gehaald. Hij grinnikte naar Reid, duidelijk geamuseerd door zijn nerveuze gedrag. Niemand anders in de kroeg leek het opgemerkt te hebben, behalve de serveerster met het rattennest op haar hoofd, die simpelweg een wenkbrauw optrok.

      De vreemdeling liep naar de bar, schoof een briefje over de tafel, en mompelde iets tegen de barman. Toen begaf hij zich naar Reids tafeltje. Hij bleef een lang moment achter de lege stoel staan, met een kleine grijns op zijn lippen.

      Hij was jong, niet ouder dan dertig, met zeer kort geknipt haar en een driedagenbaard. Hij was nogal slungelig en had een ingevallen gezicht, waardoor zijn scherpe jukbeenderen en uitstekende kin er bijna karikaturaal uitzagen. Zeer ontwapenend was de bril met een zwarte hoornen montuur die hij droeg, en deed denken dat Buddy Holly in de jaren tachtig was opgegroeid en cocaïne had ontdekt.

      Hij was rechtshandig, kon Reid zien; hij hield zijn linkerelleboog dicht tegen zijn lichaam aan, wat er hoogstwaarschijnlijk op wees dat hij een pistool aan een schouderholster in zijn oksel had hangen, zodat hij die indien noodzakelijk met zijn rechterhand kon trekken. Zijn linkerarm hield zijn zwarte suède jasje dicht om het pistool te verbergen.

      “Mogu sjediti?” vroeg de man tenslotte.

      Mogu…?” Reid begreep het niet meteen, zoals met Arabisch en Frans. Het was geen Russisch, maar lag er dicht genoeg tegenaan om de betekenis uit de context op te maken. De man vroeg of hij mocht gaan zitten.

      Reid wees naar de lege stoel tegenover hem, en de man ging zitten. Al die tijd hield hij zijn linkerelleboog tegen zich aan gedrukt.

      Zodra hij zat, bracht de serveerster een glas donker, amberkleurig bier en plaatste het voor hem op het tafeltje. “Merci,” zei hij. Hij grijnsde naar Reid. “Je Servisch is niet zo goed?”

      Reid schudde zijn hoofd. “Nee.” Servisch? Hij was er vanuit gegaan dat die hij zou ontmoette Arabisch zou zijn, net als zijn ontvoerders en de ondervrager.

      “In English, then? Ou français?”

      “Jij mag kiezen.” Reid was verrast hoe kalm en gelijkmatig zijn stem klonk. Zijn hart barstte bijna uit zijn borst van angst en…en hij moest toegeven, tenminste een sprankje nerveuze opwinding.

      De grijns van de Servische man werd breder. “Ik hou van deze plek. Het is donker. Het is rustig. Het is het enige café dat ik ken in dit arrondissement dat Franziskaner serveert. Het is mijn favoriet.” Hij nam een lange teug van zijn glas, met zijn ogen dicht, en een kreun van genot ontsnapte aan zijn keel. “Que delicioso.” Hij opende zijn ogen en voegde toe, “Jij bent niet wat ik verwacht had.”

      Een vlaag van paniek kwam op in Reids maag. Hij weet het, schreeuwde zijn gedachten hem toe. Hij weet dat je niet degene bent met wie hij eigenlijk een afspraak heeft, en hij heeft een pistool.

       Rustig maar, zei de andere kant, de nieuwe kant. Je kan dit wel aan.

      Reid slikte, maar wist op een of andere manier zijn ijzige houding te bewaren. “Jij ook niet,” antwoordde hij.

      De СКАЧАТЬ