Moord in het landhuis. Фиона Грейс
Чтение книги онлайн.

Читать онлайн книгу Moord in het landhuis - Фиона Грейс страница 4

Название: Moord in het landhuis

Автор: Фиона Грейс

Издательство: Lukeman Literary Management Ltd

Жанр: Зарубежные детективы

Серия:

isbn: 9781094305158

isbn:

СКАЧАТЬ was hard, ver van de zacht en vriendelijk sprekende Britse acteurs van haar favoriete talkshows waar Lacey zo van gecharmeerd was.

      ‘Ik ben op vakantie.’

      ‘Je hebt niet eens geen retourticket.’

      Door de ongebruikelijke grammatica duurde het even voor Lacey’s brein om te begrijpen wat de vrouw eigenlijk zei. ‘Het is een vakantie voor onbepaalde tijd.’

      De douanebeambte trok haar grote, zwarte wenkbrauwen op en haar frons veranderde in achterdocht. ‘Als je van plan bent om hier te werken, dan heb je een visum nodig.’

      Lacey schudde haar hoofd. ‘Dat ben ik niet van plan. Het laatste wat ik hier kom doen is werken. Ik ben net gescheiden. Ik heb wat tijd en ruimte nodig om mijn hoofd leeg te maken, ijs te eten en slechte films te kijken.’

      De gelaatstrekken van de douanebeambte werden onmiddellijk zachter van empathie, waardoor Lacey de duidelijke indruk kreeg dat ze ook een lid van de Club van Zielige Gescheiden Vrouwen was.

      Ze gaf Lacey haar paspoort terug. ‘Geniet van je verblijf. En hoofd omhoog, oké?’

      Lacey slikte de brok weg die zich in haar keel had gevormd, bedankte de douanebeambte en ging door naar de aankomsthal. Daar stonden verschillende groepjes mensen te wachten tot hun geliefden zouden verschijnen. Sommigen hielden ballonnen vast, anderen bloemen. Een groep heel blonde kinderen had een bordje met de tekst: ‘Welkom thuis mama! We hebben je gemist!’

      Natuurlijk was er niemand om Lacey te begroeten, en terwijl ze door de drukke hal liep op weg naar de uitgang, dacht ze na over hoe ze nooit meer door David op een vliegveld begroet zou worden. Had ze het maar geweten toen ze van die zakenreis terugkwam – antieke vazen kopen in Milaan – dat dat de laatste keer zou zijn dat David haar op het vliegveld zou verrassen met een grijns op zijn gezicht en een grote bos kleurrijke margrieten in zijn armen. Dan zou ze er meer van genoten hebben.

      Buiten hield Lacey een taxi aan. Het was zo’n typische zwarte Britse taxi, waarvan de aanblik haar onmiddellijk een steek van nostalgie bezorgde. Zij, Naomi en hun ouders hadden al die jaren geleden, tijdens die noodlottige, laatste familievakantie, ook in een zwarte taxi gereden.

      ‘Waar wil je heen?’ vroeg de gedrongen bestuurder, terwijl Lacey op de achterbank gleed.

      ‘Wilfordshire.’

      Er ging even wat tijd voorbij. De bestuurder draaide zich nu helemaal naar haar om en keek haar aan met een diepe frons in zijn borstelige wenkbrauwen. ‘Weet je dat dat twee uur rijden is?’

      Lacey knipperde met haar ogen, niet zeker wat hij haar probeerde te vertellen.

      ‘Dat is prima,’ zei ze, en ze haalde haar schouders een beetje op.

      Hij zag er nog verbijsterder uit. ‘Je bent een Amerikaanse, toch? Nou, ik weet niet hoeveel je dáár aan een taxirit uitgeeft, maar aan deze kant van de plas kost een rit van twee uur je een behoorlijk duit.’

      Zijn abrupte manier van doen verraste Lacey, niet alleen omdat het niet overeenkwam met het beeld in haar hoofd van een brutale Londense taxichauffeur, maar vanwege de verborgen suggestie dat ze zich zo’n rit niet kon veroorloven. Ze vroeg zich af of het iets te maken had met het feit dat ze als vrouw alleen op reis was. Niemand had David ooit in twijfel getrokken als ze samen lange taxiritten maakten.

      ‘Ik kan het betalen,’ verzekerde ze de taxichauffeur, en haar toon was een beetje ijzig.

      De chauffeur draaide zich terug naar voren en drukte op de startknop van de teller. Het ding piepte en er flitste een groen pond-symbool op, waarvan de aanblik een nieuwe golf van nostalgie in Lacey veroorzaakte.

      ‘Zolang als je dat maar kunt,’ zei hij, en hij reed bij de stoeprand weg.

      Tot zover de Britse gastvrijheid, dacht Lacey.

      *

      Ze kwamen de beloofde twee uur later in Wilfordshire aan, Lacey tweehonderdvijftig pond armer. Maar de dure rit en de minder dan vriendelijke taxichauffeur verbleekten zodra Lacey uit de auto stapte en diep de frisse zeelucht inademde. Het rook net zoals ze zich herinnerde.

      De manier waarop geuren en smaken zulke sterke herinneringen konden oproepen vond Lacey altijd opmerkelijk, en nu was het niet anders. De zoute lucht veroorzaakte een plotselinge golf van zorgeloos genot vanbinnen, een gevoel dat ze al sinds haar vader was vertrokken niet meer had gevoeld. Het was zo sterk dat ze zich bijna vooroverboog. De onrust die de reactie van haar familie over de spontane reis haar had gegeven smolt gewoon weg. Lacey was precies waar ze moest zijn.

      Ze liep door de hoofdstraat. De motregen die op Heathrow Airport had gehangen was nergens te bekennen en het laatste restje zonsondergang zette alles in een gouden licht, waardoor het er magisch uitzag. Het was precies zoals ze het zich herinnerde: twee parallelle rijen oude stenen huizen, tot aan de geplaveide trottoirs gebouwd, met hun originele glazen erkers die uitstaken in de straten. Geen van de etalages was gemoderniseerd sinds ze hier voor het laatst was geweest. Ze hadden allemaal nog steeds hun originele houten uithangborden, en elke winkel was uniek en verkocht alles van kinderkleding tot fournituren, baksels en kleine pakjes koffie. Er was zelfs een ouderwetse snoepwinkel, gevuld met grote glazen potten met gekleurde snoepjes, waar alles voor een penny per stuk kon worden gekocht.

      Het was april en de stad was voor de komende paasdagen met gekleurde vlaggetjes versierd, allemaal tussen de winkels en kriskras over de straten gespannen. En er waren nog genoeg mensen op de been, mensen die net uit hun werk kwamen, vermoedde Lacey. Ze zaten buiten bij de pubs op picknickbanken een glas bier te drinken, of buiten bij een koffiezaakje aan bistrotafels ijs te eten. Iedereen leek in een goed humeur te zijn, en hun vrolijke gebabbel zorgde voor een geruststellend achtergrondgeluid, als witte ruis.

      Lacey voelde een kalmerende golf van juistheid, pakte haar mobiel en maakte een foto van de hoofdstraat. Met de zilveren strook van de zee die aan de horizon glinsterde en de prachtige, met roze doorschoten lucht leek het net een ansichtkaart, dus deelde ze de foto met de Doyle Meisjes-appgroep. Naomi had de naam bedacht, tot grote ergernis van Lacey destijds.

      Het is net zoals ik me herinnerde, voegde ze er onder de prachtige afbeelding aan toe.

      Even later piepte haar telefoon in reactie. Naomi had geantwoord.

      Het lijkt wel alsof je per ongeluk in Diagon Alley bent beland, zus.

      Lacey zuchtte. Het was een typisch sarcastische reactie van haar jongere zus en ze had het kunnen verwachten. Omdat Naomi natúúrlijk niet gewoon blij voor haar kon zijn of trots op de manier waarop ze de regie over haar leven weer in eigen hand had genomen.

      Heb je een filter gebruikt? kwam mama’s antwoord even later.

      Lacey rolde met haar ogen en legde haar telefoon weg. Ze was vastbesloten om niemand haar humeur te laten verpesten en ze haalde diep en kalmerend adem. Het verschil in luchtkwaliteit in vergelijking met de vervuilde lucht in New York City die ze eerder die ochtend had ingeademd, was echt verbazingwekkend.

      Ze liep door de straat, en haar hakken tikten op de keien. Haar volgende doel was om een hotelkamer te vinden voor het nog onbekende aantal nachten dat ze hier zou blijven. Ze bleef staan bij de eerste B&B die ze tegenkwam, The Shire, maar ze zag dat het bordje in het raam op ‘GEEN KAMERS VRIJ’ was gedraaid. Geen nood. De hoofdstraat was lang en als Lacey het zich goed herinnerde, dan waren er nog veel meer plekken waar ze het kon proberen.

      De СКАЧАТЬ