Название: Slaaf, Krijger, Koningin
Автор: Морган Райс
Издательство: Lukeman Literary Management Ltd
Жанр: Героическая фантастика
Серия: Over Kronen en Glorie
isbn: 9781632917997
isbn:
Terwijl hij bij zijn neven Lucious en Varius en zijn nicht Aria stond, nam Thanos niet de moeite om deel te nemen aan hun zielige conversatie. In plaats daarvan keek hij naar de imperiale gasten die door de tuinen van het paleis slenterden, met hun toga’s en stola’s. Ze hadden neppe grijnzen op hun gezichten en spuwden niet-gemeende beleefdheden in het rond. Een paar van zijn neven gooiden voedsel naar elkaar terwijl ze over het keurig gemaaide gazon renden, tussen de tafels voor voedsel en wijn door. Anderen deden hun favoriete scenes van de Killings na, lachend en spottend met degenen die vandaag hun levens waren verloren.
Honderden mensen, dacht Thanos, en er was er geen één eervol.
“Volgende maand koop ik drie krijgsheren,” ze Lucious, de oudste, op een opschepperige toon. Hij depte wat zweetdruppeltjes van zijn voorhoofd met zijn zijden zakdoek. “Stefanus was nog niet eens de helft waard van wat ik voor hem heb betaald, en als hij niet al dood was, zou ik hem zelf neersteken voor het feit dat hij in de eerste ronde als een meisje vocht.”
Aria en Varius lachten, maar Thanos vond zijn opmerking allesbehalve amusant. Of ze de Killings nu als een spel beschouwden of niet, ze zouden meer respect moeten hebben voor de dapperen en de overledenen.
“Nou, heb je Brennius gezien?” vroeg Aria. Haar grote blauwe ogen werden groot. “Ik overwoog zelfs om hem te kopen, maar hij gaf me een verwaande blik toen ik bij zijn training kwam kijken. Kun je dat geloven?” voegde ze toe. Ze rolde met haar ogen en snoof.
“En hij riekt als een stinkdier,” voegde Lucious toe.
Iedereen lachte weer, behalve Thanos.
“Geen van ons zou hem gekozen hebben,” zei Varius. “Hoewel hij het langer heeft volgehouden dan verwacht, had hij een verschrikkelijke vorm.”
Thanos kon zichzelf niet langer in bedwang houden.
“Brennius had de beste vorm van iedereen in de hele arena,” kwam hij tussenbeide. “Praat niet over de vechtkunst alsof je er iets van af weet.”
De neven zwegen, en Aria’s ogen werden zo groot als schotels terwijl ze naar de grond staarde. Varius stak zijn borst vooruit en kruiste zijn armen. Hij liep dichter naar Thanos toe alsof hij hem wilde uitdagen, en de spanning in de lucht was voelbaar.
“Nou, laat die zelfzuchtige krijgsheren lekker voor wat ze zijn,” zei Aria. Ze ging tussen hen in staan om de situatie te sussen. Ze gebaarde naar de jongens om dichterbij te komen, en fluisterde toen, “Ik heb een bizar gerucht gehoord. Een kleine bij vertelde me dat de koning wil dat er iemand van koninklijke afkomst mee doet aan de Killings.”
De jongens zwegen en wisselden een ongemakkelijke blik uit.
“Misschien,” zei Lucious. “Maar ik zal het niet zijn. Ik ben niet bereid mijn leven te riskeren voor een stom spelletje.”
Thanos wist dat hij de meeste krijgsheren kon verslaan, maar het doden van een ander mens was niet iets dat hij wilde doen.
“Je bent gewoon bang om dood te gaan,” zei Aria.
“Dat ben ik niet,” kaatste Lucious terug. “Dat neem je terug!”
Thanos’ geduld was op. Hij liep weg.
Thanos zag zijn verre nicht Stephania rondslenteren alsof ze naar iemand op zoek was—waarschijnlijk naar hem. Een paar weken eerder had de Koningin gezegd dat hij voorbestemd was om met Stephania te trouwen, maar daar was Thanos het niet mee eens. Stephania was net zo verwend als de rest van zijn nichten en hij zou liever zijn naam, zijn erfenis en zelfs zijn zwaard opgeven als hij maar niet met haar hoefde te trouwen. Ze was prachtig om te zien, dat was waar—haar haren goud, haar huid melkwit, haar lippen bloedrood—maar als hij haar nog één keer moest aanhoren over hoe oneerlijk het leven wel niet was, dan zou hij wellicht zijn oren afsnijden.
Hij haastte zich langs de rand van de tuin richting de rozenstruiken en deed zijn best om oogcontact met de gasten te vermijden. Maar net toen hij de hoek om ging, verscheen Stephania voor hem. Haar bruine ogen lichtten op.
“Goedenavond, Thanos,” zei ze met een sprankelende glimlach die de meeste jongens zou laten kwijlen. Allemaal eigenlijk, behalve Thanos.
“Jij ook een goedenavond,” zei Thanos, en hij liep in een boogje om haar heen.
Ze tilde haar stola op en ging als een vervelende mug achter hem aan.
“Vind je het niet ongelofelijk oneerlijk dat—” begon ze.
“Ik heb het druk,” beet Thanos. Zijn toon klonk harder dan zijn bedoeling was, en ze schrok. Hij draaide zich naar haar om. “Het spijt me… Ik ben gewoon moe van al die feestjes.”
“Misschien wil je met me door de tuinen wandelen?” vroeg Stephania. Haar rechter wenkbrauw rees omhoog terwijl ze dichterbij kwam.
Dat was wel het laatste dat hij wilde.
“Luister,” zei hij, “ik weet dat de koningin en je moeder ervan overtuigd zijn dat wij op de één of andere manier bij elkaar horen, maar—”
“Thanos!” hoorde hij achter zich.
Thanos draaide zich om en zag de boodschapper van de koning.
“De koning verzoekt dat u hem onmiddellijk opzoekt in het paviljoen,” zei hij. “En u ook, mijn vrouwe.”
“Mag ik vragen waarom?” vroeg Thanos.
“Er is veel te bespreken,” zei de boodschapper.
Aangezien hij nog geen gewone conversaties met de koning had gehad, vroeg Thanos zich af wat dat te betekenen had.
“Natuurlijk,” zei Thanos.
Tot zijn grote teleurstelling haakte een stralende Stephania haar arm in de zijne. Samen volgden ze de boodschapper naar het paviljoen.
Toen Thanos zag dat er een aantal adviseurs van de koning en zelfs de kroonprins op banken en stoelen zaten, vond hij het vreemd dat hij ook was uitgenodigd. Hij zou nauwelijks iets toe te voegen hebben aan hun conversatie, aangezien zijn meningen over hoe het Rijk geregeerd moest worden erg verschilden van die van iedereen die hier aanwezig was. Het beste dat hij kon doen, dacht hij bij zichzelf, was zijn mond dicht houden.
“Wat zijn jullie een mooi stel,” zei de koningin met een warme glimlach toen ze binnenkwamen.
Thanos drukte zijn lippen op elkaar en bood Stephania aan om naast hem te gaan zitten.
Zodra iedereen had plaatsgenomen, stond de koning op en werd iedereen stil. Zijn oom droeg een toga op knielengte, maar terwijl de anderen wit, rood en blauw droegen, was die van hem paars, een kleur die alleen voor de koning bestemd was. Rond zijn kalende slapen droeg hij een gouden krans, en zijn wangen en ogen hingen, ondanks het feit dat hij glimlachte.
“Het volk wordt opstandig,” zei hij langzaam. Zijn stem klonk ernstig. Met de autoriteit van een koning liet hij zijn blik over de gezichten glijden. “Het is hoog tijd dat we hen herinneren aan wie er koning is, en strengere СКАЧАТЬ