Название: Slaaf, Krijger, Koningin
Автор: Морган Райс
Издательство: Lukeman Literary Management Ltd
Жанр: Героическая фантастика
Серия: Over Kronen en Glorie
isbn: 9781632917997
isbn:
Heer Blaku likte aan zijn dunne, korstige lippen terwijl hij zijn opgezwollen ogen gretig over Ceres’ lichaam liet glijden. Hoe kon haar moeder haar dit aandoen? Ze wist dat haar moeder niet zoveel van haar hield als van haar broers—maar dit?
“Marita,” sprak hij in een nasale stem. “Je had al gezegd dat je dochter mooi was, maar je bent vergeten te vertellen wat voor ongelofelijk magnifiek wezen ze is. Ik moet zeggen, ik heb nog niet eerder een vrouw gezien met lippen zo sappig als zij, en met zulke gepassioneerde ogen, en een lichaam zo stevig en voortreffelijk.”
Ceres’ moeder legde met een diepe zucht een hand op haar hart, en Ceres had het gevoel dat ze ieder moment kon overgeven. Ze balde haar handen tot vuisten en rukte haar arm los.
“Misschien had ik meer moeten vragen, als ze u zo goed bevalt,” zei Ceres’ moeder, die haar ogen radeloos neersloeg. “Ze is tenslotte ons enige geliefde meisje.”
“Ik ben bereid goed geld te betalen voor zo’n schoonheid. Wat dacht u van vijf extra goudstukken?” vroeg hij.
“Wat gul van u,” antwoordde haar moeder.
Heer Blaku waggelde naar zijn wagen om meer goud te halen.
“Vader zou het hier nooit mee eens zijn,” sneerde Ceres.
Ceres’ moeder deed dreigend een stap naar haar toe.
“Oh, maar het was je vaders idee,” beet haar moeder met hoog opgetrokken wenkbrauwen. Ceres wist nu dat ze loog—als ze dat deed, dan loog ze.
“Denk je nu echt dat je vader meer van jou houdt dan van mij?” vroeg haar moeder.
Ceres knipperde met haar ogen en vroeg zich af wat dat er mee te maken had.
“Ik zou nooit van iemand kunnen houden die denkt dat ze beter is dan ik,” voegde ze toe.
“Je hebt nooit van me gehouden?” vroeg Ceres. Ze voelde haar woede in hopeloosheid veranderen.
Met het goud in zijn handen waggelde Heer Blaku naar Ceres’ moeder, en overhandigde het haar.
“Je dochter is elk goudstuk waard,” zei hij. “Ze zal een goede vrouw zijn en vele zoons voor me baren.”
Ceres beet op de binnenkant van haar lippen en schudde haar hoofd.
“Heer Blaku komt je morgenochtend ophalen, dus ga naar binnen en pak je spullen in,” zei Ceres’ moeder.
“Doe ik niet!” schreeuwde Ceres.
“Dat is altijd al je probleem geweest, meisje. Je denkt alleen maar aan jezelf. Dit goud,” zei haar moeder, die de buidel voor Ceres’ gezicht liet bungelen, “zal je broers in leven houden. Het zal onze familie intact houden en ons de mogelijkheid bieden om in ons huis te blijven wonen en reparaties uit te voeren. Daar had je zeker niet aan gedacht?”
Voor een fractie van een seconde dacht Ceres dat ze misschien zelfzuchtig was, maar toen besefte ze dat haar moeder haar weer probeerde te manipuleren en Ceres’ liefde voor haar broers tegen haar gebruikte.
“Maakt u zich geen zorgen,” zei Ceres’ moeder terwijl ze zich tot Heer Blaku wendde. “Ceres zal gehoorzamen. U moet alleen streng tegen haar zijn, en dan wordt ze zo mak als een lammetje.”
Nooit. Ze zou nooit de vrouw van die man zijn, of iemands eigendom. En ze zou nooit toestaan dat haar moeder of wie dan ook haar leven zou verruilen voor vijfenvijftig stukken goud.
“Ik zal nooit met deze slavendrijver mee gaan,” beet Ceres, en ze wierp hem een blik vol walging toe.
“Ondankbaar kind!” schreeuwde Ceres’ moeder. “Als je niet doet wat ik zeg, zal ik je zo hard slaan dat je nooit meer kan lopen. Nu naar binnen!”
De gedachte dat ze door haar moeder geslagen zou worden bracht afschuwelijke, diepgewortelde herinneringen bij haar omhoog; ze werd weer meegevoerd naar dat angstige moment toen ze vijf jaar oud was, toen haar moeder haar had geslagen tot alles zwart was geworden. De wonden van dat pak slaag en vele anderen waren genezen—maar de wonden in Ceres’ hart waren altijd blijven bloeden. En nu ze zeker wist dat haar moeder niet van haar hield, en dat ook nooit had gedaan, spleet haar hart voorgoed in tweeën.
Voor ze kon antwoorden had Ceres’ moeder haar zo hard in haar gezicht geslagen dat haar oor begon te piepen.
Eerst was Ceres verbijsterd door de plotselinge aanval, en ze krabbelde bijna terug. Maar toen knapte er iets in haar. Ze zou zichzelf niet toestaan ineen te duiken zoals ze altijd had gedaan.
Ceres sloeg haar moeder terug, op haar wang, zo hard dat ze op de grond viel. Ze snakte naar adem.
Met een rood aangelopen gezicht krabbelde haar moeder overeind. Ze greep Ceres bij haar schouder en haren, en gaf haar een knietje in haar maag. Toen Ceres naar voren klapte, ramde haar moeder haar knie in Ceres’ gezicht, waardoor ze op de grond viel.
De slavendrijver stond daar en keek met grote ogen toe, grinnikend. Hij vond het duidelijk geweldig om het gevecht te aanschouwen.
Nog steeds hoestend en buiten adem van de aanval, krabbelde Ceres overeind. Schreeuwend viel ze haar moeder aan en werkte haar tegen de grond.
Dit eindigt vandaag, was het enige dat Ceres kon denken. Alle jaren dat haar moeder niet van haar had gehouden en haar met minachting had behandeld, voedden haar razernij. Ceres beukte haar gebalde vuisten keer op keer in haar moeders gezicht terwijl tranen van woede over haar wangen liepen, en ze oncontroleerbaar snikte.
Toen werd haar moeder slap.
Ceres’ schouders schokten met elke schreeuw, en haar ingewanden voelden alsof ze binnenste buiten waren gekeerd. Haar zicht wazig door haar tranen, keek ze op naar de slavendrijver. Ze voelde een nog intensere haat voor hem.
“Jij wordt een goeie,” zei Heer Blaku met een valse grijns terwijl hij de zak met goud opraapte en hem aan zijn lederen riem bevestigde.
Voor ze kon reageren had hij haar vastgegrepen. Hij sleurde haar naar zijn wagen en gooide haar in één snelle beweging achterin, alsof ze een zak aardappelen was. Zijn enorme omvang en kracht waren teveel voor haar. Terwijl hij met zijn ene hand haar pols vasthield en met zijn andere een ketting pakte, zei hij, “Ik ben niet dom genoeg om te denken dat je hier morgenochtend nog bent.”
Ze wierp een blik op het huis dat achttien jaar lang haar thuis was geweest, en de tranen sprongen in haar ogen toen ze dacht aan haar broers en haar vader. Maar ze moest een keus maken als ze zichzelf wilde redden, voordat de ketting om haar enkel zat.
Ze schraapte al haar kracht bij elkaar en in een snelle beweging trok ze haar arm los uit de greep van de slavendrijver, tilde haar been op, en trapte hem zo hard als ze kon in zijn gezicht. Hij viel achterover, van de wagen af, en tuimelde op de grond.
Ze sprong van de wagen af en rende zo snel ze kon over de zandweg, weg van de vrouw die ze nooit meer moeder zou noemen, weg van alles dat ze kende en waar ze van hield.
HOOFDSTUK VIER
Omgeven door de koninklijke familie, de gouden kelk met wijn in zijn hand, deed Thanos zijn СКАЧАТЬ