Wet op het financieel toezicht – Wft. Nederland
Чтение книги онлайн.

Читать онлайн книгу Wet op het financieel toezicht – Wft - Nederland страница 13

Название: Wet op het financieel toezicht – Wft

Автор: Nederland

Издательство: Проспект

Жанр: Юриспруденция, право

Серия:

isbn: 9785392063086

isbn:

СКАЧАТЬ aangeboden, beheerders van die beleggingsinstellingen en aan die beleggingsinstellingen verbonden bewaarders.

      6. Het ingevolge deze wet bepaalde ten aanzien van een beleggingsinstelling of een beleggingsfonds is van overeenkomstige toepassing op een subfonds.

      Artikel 1:14

      Het ingevolge deze wet bepaalde ten aanzien van instellingen voor collectieve belegging in effecten is niet van toepassing op:

      a. beleggingsinstellingen die op grond van hun statuten of fondsreglementen leningen aan mogen gaan boven het door de herziene richtlijn beleggingsinstellingen gestelde maximum of een beleggingsbeleid kunnen voeren dat ruimer is dan de uit de herziene richtlijn beleggingsinstellingen voortvloeiende beperkingen; en

      b. beleggingsmaatschappijen die via dochterondernemingen voornamelijk beleggen in andere objecten dan financiële instrumenten als bedoel in artikel 4:60, eerste lid.

      Afdeling 1.1.3. Reikwijdte met betrekking tot financiële diensten

      § 1.1.3.1. Algemeen

      Artikel 1:15

      Deze wet, met uitzondering van dit deel en het Deel Gedragstoezicht financiële markten, is niet van toepassing op:

      a. het verlenen van financiële diensten, met uitzondering van het aanbieden van rechten van deelneming in beleggingsinstellingen, door pensioenfondsen voorzover zij die financiële diensten verlenen aan de bedrijfstak, onderneming, dan wel beroepsgroep waarmee zij zijn verbonden; en

      b. het beheren van individuele vermogens ten behoeve van pensioenfondsen als bedoeld in onderdeel a of daaraan gelieerde fondsen door personen die zijn verbonden aan het fonds waaraan deze financiële dienst wordt verleend.

      Artikel 1:15a

      1. Het ingevolge deze wet bepaalde ten aanzien van cliënten is van overeenkomstige toepassing ten aanzien van personen aan wie een financiële onderneming voornemens is een financiële dienst te verlenen.

      2. Het ingevolge deze wet bepaalde ten aanzien van consumenten is van overeenkomstige toepassing ten aanzien van niet in de uitoefening van hun bedrijf of beroep handelende natuurlijke personen aan wie een financiële onderneming voornemens is een financiële dienst te verlenen.

      § 1.1.3.2. Diensten van de informatiemaatschappij

      Artikel 1:16

      1. Deze wet, met uitzondering van de artikelen 2:36, tweede tot en met vierde lid, 2:38, 2:39 en 2:46, is niet van toepassing op financiële diensten die kunnen worden aangemerkt als dienst van de informatiemaatschappij als bedoeld in artikel 15d, derde lid, van Boek 3 van het Burgerlijk Wetboek en die worden verleend door een financiële onderneming met zetel in een andere lidstaat of vanuit een in een andere lidstaat gelegen bijkantoor door een financiële onderneming met zetel in een staat die geen lidstaat is.

      2. Indien ter bescherming van een van de belangen, bedoeld in het zesde lid, onderdeel a, van artikel V van de Aanpassingswet richtlijn inzake elektronische handel, maatregelen noodzakelijk zijn, kan Onze Minister zonodig met toepassing van het zesde lid van dat artikel besluiten dat het Deel Gedragstoezicht financiële ondernemingen en de daarop gebaseerde bepalingen geheel of gedeeltelijk, in afwijking van het eerste lid, van toepassing is op een bepaalde financiële dienst als bedoeld in dat lid.

      Artikel 1:17

      Onder het verlenen van een financiële dienst in Nederland wordt mede verstaan het verlenen van een financiële dienst die kan worden aangemerkt als dienst van de informatiemaatschappij als bedoeld in artikel 15d, derde lid, van Boek 3 van het Burgerlijk Wetboek in een andere lidstaat door een financiële onderneming met zetel in Nederland of door een in Nederland gelegen bijkantoor van een financiële onderneming met zetel in een staat die geen lidstaat is.

      § 1.1.3.3. Het verlenen van beleggingsdiensten en verrichten van beleggingsactiviteiten

      Artikel 1:18

      Deze wet, met uitzondering van het deel Gedragstoezicht financiële markten, is, voor zover niet anders is bepaald, niet van toepassing op het verlenen van beleggingsdiensten en het verrichten van beleggingsactiviteiten voorzover:

      a. deze worden verleend aan of verricht voor de onderneming waarvan de beleggingsonderneming dochtermaatschappij is, voor haar dochtermaatschappijen of voor een andere dochtermaatschappij van de onderneming waarvan zij dochtermaatschappij is;

      b. deze bestaan uit het beheren van een werknemersparticipatieplan met betrekking tot financiële instrumenten;

      c. deze worden verleend of deze worden verricht door beleggingsondernemingen wier hoofdbedrijf bestaat in het voor eigen rekening handelen in grondstoffen of grondstoffenderivaten en die niet deel uitmaken van een groep waarvan het hoofdbedrijf bestaat in het verlenen van andere beleggingsdiensten, verrichten van andere beleggingsactiviteiten of het uitoefenen van het bedrijf van bank;

      d. deze worden verleend of verricht door levensverzekeraars, schadeverzekeraars of herverzekeraars;

      e. het beleggingsdiensten betreft die worden verleend door beleggingsondernemingen die deze financiële diensten als incidentele activiteit verrichten in het kader van een andere beroepsactiviteit die aan wettelijke of bestuursrechtelijke voorschriften of aan een beroepscode is onderworpen en op grond daarvan niet is verboden;

      f. het adviseren betreft inzake transacties in financiële instrumenten in het kader van het uitoefenen van een andere beroepsactiviteit en er niet specifiek voor deze financiële dienst wordt betaald;

      g. deze bestaan uit het handelen voor eigen rekening in financiële instrumenten of het verlenen van beleggingsdiensten met betrekking tot grondstoffenderivaten of financiële instrumenten als bedoeld in onderdeel j van de definitie van financieel instrument in artikel 1:1 aan cliënten van het hoofdbedrijf van degene die de dienst verleent, indien:

      1°. dit handelen of deze dienst op groepsniveau als nevenactiviteit van zijn hoofdbedrijf is aan te merken, en

      2°. het hoofdbedrijf van de groep niet bestaat uit het verlenen van beleggingsdiensten, het verrichten van beleggingsactiviteiten of het uitoefenen van het bedrijf van bank;

      h. het handelen voor eigen rekening betreft, met uitzondering van handelen voor eigen rekening door marketmakers of handelaren voor eigen rekening die frequent op een georganiseerde en systematische wijze buiten een gereglementeerde markt of multilaterale handelsfaciliteit om optreden door een voor derden toegankelijk systeem aan te bieden om met hen transacties te sluiten;

      i. deze bestaan uit het uitsluitend optreden als plaatselijke onderneming.

      Artikel 1:19

      Het ingevolge deze wet bepaalde met betrekking tot de onderdelen a en b van de definitie van verlenen van een beleggingsdienst in artikel 1:1 is niet van toepassing op de inkoop of verkoop van rechten van deelneming in beleggingsinstellingen door de beheerders van die beleggingsinstellingen.

      § 1.1.3.4. Financiële diensten met betrekking tot krediet

      Artikel 1:20

      1. Deze СКАЧАТЬ