Название: Missiehuis St. Paul
Автор: Frans A. Lenssen
Издательство: Автор
Жанр: Религия: прочее
isbn: 9783960083603
isbn:
Terugblikkend op het werk dat deze missionarissen tot stand hebben gebracht, mogen we het woord van Jezus tot zijn volgelingen aanhalen: “Wij zijn onnutte knechten; we hebben gedaan wat we moesten doen.” (Lk 17,10). Want “Als de Heer het huis niet bouwt, bouwen de mensen voor niets.” (Ps. 127,1).
St. Paul, Arcen, januari 2016 Frans Lenssen c.m.m.
I. ONTSTAAN EN GROEI IN AFZONDERING
‘Nieuwe Venlosche Courant’ 9 mei 1936
De grondleggers van het missiehuis St. Paul waren in 1911 tot voor twee jaren terug oorspronkelijk monniken van de orde van de Trappisten, die als van ouds leven in een omgeving van afzondering en stilzwijgen. Dat verklaart ook hun enthousiasme over het praktisch onbewoonde en afgelegen landgoed Klein Vink dat zij gekocht hadden voor de stichting van hun eerste klooster als opleidingshuis in Europa. Nog in de geest van hun klooster Mariannhill in Zuid Afrika wijdden zij zich met grote ijver in de stijl van hun vorige monnikenbestaan aan hun nieuwe project. Hoezeer zij nog in een sfeer van afzondering en terughoudendheid leefden en werkten blijkt uit een verslag in de ‘Nieuwe Venlosche Courant’ uit 1936 naar aanleiding van het 25 jarig bestaan van St. Paul in Arcen. Het lijkt alsof de verslaggever verbaasd stond bij de ontdekking dat op amper 15 km van Venlo zulk een uitzonderlijk bouwwerk was ontstaan, kennelijk onbekend zelfs aan de naaste omgeving, ofschoon het niet ver van de Rijksweg tussen Venlo en Nijmegen gelegen was.
Het hier volgende artikel – in oude spelling - is als een momentopname uit 1936.
‘KLOOSTER ST.PAUL TE ARCEN 25 JAAR’
Het enige Missiehuis der Missionarissen van Mariannhill in Nederland. St. Paul in Arcen 25 jaar? – St. Paul? Voor de meesten zal het niet zo gemakkelijk zijn voor St. Paul als Missieklooster in Arcen een plaats te bepalen. Ook al kent men de omgeving van het Noord-Limburgsche land vrij nauwkeurig. Hun gedachtegang willen wij echter gaarne tegemoet komen, door eventjes de naam van ‘Klein Vink’ te noemen. – O ja! Klein Vink. Men weet zich ineens beter te oriënteren. Wie zou ‘Klein Vink’ niet kennen? En men hoort al direct een verhaal van een prachtige natuurrijke omgeving, men weet zelfs iets over een grote kippenfarm, waarvan heel wat eitjes in Venlo gegeten worden, en ook nog van een grote brand een achttal jaren geleden, waarbij de Venlosche brandweer nog actief optrad, maar van een Missiehuis, dat op het ogenblik 25 jaar bestaat…?
Toch, op een van de heerlijkste plekjes van ons Limburgsche landschap, hebben de Paters Missionarissen van Mariannhill zich in alle bescheidenheid teruggetrokken om in stilte de jonge mannen, die roepstem van het ‘verre land’ willen volgen, voor te bereiden.
Voor enkele dagen ontvingen wij van het Missiehuis de volgende eenvoudige mededeling:
“We zijn God dankbaar, U het blijde nieuws te kunnen vertellen, dat ons Missiehuis St. Paul den 1en Mei 1936 haar 25-jarig bestaan viert. Om deze reden voelen wij ons gedwongen alle vrienden en weldoeners van ons Missiehuis oprechten dank te betuigen voor de belangstelling en ondersteuning, die zij ons in den loop dezer jaren hebben laten ten deel vallen.
Wegens de moeilijke omstandigheden hebben we besloten van uiterlijke feestelijkheden af te zien en zullen in plaats daarvan dien dag heel bizonder onze weldoeners en vrienden in ons gebed te gedenken. We hopen dat ook in de toekomst uwen welwillende belangstelling te blijven toonen, en we vragen U, ons en ons missiewerk ook in uwe gebeden niet te vergeten”.
Te weinig, véél te weinig is men in het algemeen bekend met deze Missie-congregatie, die in Limburg, in Arcen het enigste huis in Nederland gevestigd heeft en dat reeds een kwarteeuw lang.
De Congregatie van de Missionarissen van Mariannhill heeft haar naam ontleend aan haar Moederhuis in Z.-Afrika, dat in 1882 gesticht werd door den lateren Abt Franciscus Pfanner.
De naam Abt verraadt reeds onmiddellijk, dat de Congregatie haar allereerste grondslag op een andere orde gevestigd had. Inderdaad maakte zij in haar oorspronkelijke vorm een soort onderdeel uit van de Orde van de Trappisten, waarvan ze in 1909 werd afgescheiden. Dit was in het belang van de uitbreiding van het missiewerk, dat ook in Europa het bezit van Missie-scholen ter opleiding van nieuwe Congregatieleden noodzakelijk maakte.
In 1910 werd door Pater Notger Vorspel het tegenwoordige bezit in Arcen aangekocht, dat zich toen alleen maar bepaalde tot de meer bekende hoeve Klein Vink en een groote oppervlakte ontgonnen en nog meer te ontginnen gronden. De grondslag voor het eerste en eenigste Missiehuis in Nederland was hiermede gelegd.
Op 1 Mei 1911 droeg de nieuwe benoemde Pater Superior Isembard Leyendecker er voor de eerste maal de H. Mis op, waarmede het klooster officieel geopend was.
Het Missiehuis begon onmiddellijk met een kleine missieschool. De kloosterlingen ontgonnen en bewerkten de grond tot vruchtbare akkers en boomgaarden en toen in de jaren 1912 en ‘13 onder architectuur van Janssen (Roermond) het klooster St. Paul verrees met zijn hoge, goed verlichte zalen en vertrekken, toen stond het nieuwe gebouw al direct in een schitterende entourage van goed onderhouden tuinen en bosschen. St. Paul was omgeven door de heerlijke bekoring van een groot natuurpark en werd een ideale plaats om ernstige studie met gezonde inspanning te verbinden.
Ondertussen brachten de tijdsomstandigheden der naoorlogse jaren met zich mede, dat de Missieschool waaraan hoofdzakelijk Duitschers studeerden in 1921 moest worden opgelost. In hetzelfde jaar kreeg het huis een nieuwe superior in den persoon van Pater Herrmann Arndt; zijn opvolger werd met Kerstmis 1923 Pater Ephrem Rot. Op 1 October 1925 werd Pater Bernardus Barbian superior en in november 1930 Pater Jozef Reiner, die thans nog aan het hoofd van het klooster staat.
Vanaf 1912 was ook het noviciaat van de Congregatie in St. Paul gevestigd. Mgr. Lemmens, Bisschop van Roermond, gaf onlangs in een audiëntie op 17 mei verlof de missieschool weer in ‘t leven terug te roepen.
Hiermee was de tweede periode aangebroken voor het jubilerende klooster: St. Paul werd een Nederlandsch huis. Het Nederlandsche juvenaat voor Nederlandsche studenten, bestaat momenteel uit twee eerste klassen, maar krijgt geleidelijk aan zijn uitbreiding. Ook ‘t noviciaat van de clerici telt enkele Nederlandse studenten, geen Duitsche. Men hoopt dat zich uit het Missiehuis in Arcen, thans een Hollandsche provincie zal ontwikkelen.
Het doel der Congregatie is vooral de Missie in Zuid-Afrika waar drie missiegebieden, en wel in de Kaapkolonie, in Natal en in Rhodesia door de Paters dezer Congregatie begonnen en tot in hoogste bloei gebracht werden. In deze streken is de taal van de Boeren, die maar weinig verschilt van het Nederlandsch, als tweede officiële taal naast het Engels erkend. Daardoor wordt juist voor Nederlandsche Missionarissen het werk zo vergemakkelijkt.”
Конец ознакомительного фрагмента.
Текст предоставлен ООО «ЛитРес».