Slaaf, Krijger, Koningin . Морган Райс
Чтение книги онлайн.

Читать онлайн книгу Slaaf, Krijger, Koningin - Морган Райс страница 6

СКАЧАТЬ draaide om haar as en schopte hem tegen zijn achterste, waardoor hij met zijn hoofd tegen een pilaar aan klapte.

      Ze stond daar, hijgend, en nam alles in zich op.

      Rexus legde een hand op Ceres’ schouder. “Ben je in orde?”

      Ceres’ hart ging nog steeds hevig tekeer, maar haar angst werd langzaam vervangen door een gevoel van trots. Ze had het goed gedaan.

      Ze knikte en Rexus legde een arm om haar schouder terwijl ze verder liepen. Er speelde een glimlach om zijn volle lippen.

      “Wat?” vroeg Ceres.

      “Toen ik zag wat er gebeurde, wilde ik ze stuk voor stuk neersteken. Maar toen zag ik hoe je jezelf verdedigde.” Hij schudde zijn hoofd en grinnikte. “Dat hadden ze niet verwacht.”

      Ze voelde haar wangen rood kleuren. Ze wilde zeggen dat ze onbevreesd was geweest, maar in werkelijkheid was dat niet zo.

      “Ik was nerveus,” gaf ze toe.

      “Ciri, nerveus? Nooit.” Hij kuste Ceres op haar hoofd, en ze liepen verder het Stadion in.

      Ze vonden een paar lege plekken op de begane grond en ze namen plaats. Ceres was dolblij dat ze niet te laat waren. Ze liet alle gebeurtenissen van die ochtend achter zich en liet zich meeslepen door de opwinding van de juichende menigte.

      “Zie je ze?”

      Ceres volgde Rexus’ vinger en keek omhoog. Ze zag een stuk of tien tieners in een stand zitten, die wijn uit zilveren kelken dronken. In haar hele leven had ze nog nooit zulke mooie kleren, zoveel voedsel op één tafel, of zoveel glinsterende juwelen gezien. Niet één van hen had ingevallen wangen of holle buiken.

      “Wat doen ze?” vroeg ze toen ze zag dat één van het munten in een gouden schaal verzamelde.

      “Elk van hen bezit een krijgsheer,” zei Rexus, “en ze zetten geld in op wie ze denken dat er zal winnen.”

      Ceres snoof. Dit was slechts een spelletje voor hen, besefte ze. Natuurlijk gaven die verwende tieners niets om de krijgers of de vechtkunst. Ze willen alleen zien of hun krijgsheer zou winnen. Maar voor Ceres draaide dit evenement om eer en moed en vaardigheden.

      De koninklijke banners gingen de lucht in, er klonk trompetgeschal, en toen aan alle kanten van het Stadion de ijzeren tralies open vlogen, marcheerde de ene na de andere krijgsheer de duisternis uit, hun leren en ijzeren wapenrustingen glimmend in het zonlicht.

      De menigte ging tekeer toen de vechters de arena betraden, en Ceres stond, evenals de rest, applaudisserend op. De krijgers eindigden in een naar buiten gerichte cirkel, hun bijlen, zwaarden, speren, schilden, drietanden, zwepen en andere wapens omhoog geheven.

      “Heil, Koning Claudius,” riepen ze.

      Er werd weer op trompetten geblazen, en het gouden rijtuig van Koning Claudius en Koningin Athena kwam door één van de poorten de arena binnengereden. Ze werden gevolgd door een rijtuig met Kroonprins Avilius, daarna met Prinses Floriana, en daarna werd de arena overspoeld door een entourage van rijtuigen met mensen van adel. Elk rijtuig werd getrokken door twee sneeuwwitte paarden, versierd met kostbare juwelen en goud.

      Toen Ceres Prins Thanos bij hen zag, keek ze ontzet naar de chagerijnige blik van de negentienjarige jongen. Ze had hem van tijd tot tijd, als ze zwaarden voor haar vader bezorgde, zien praten met de krijgsheren in het kasteel. Hij had altijd die zure blik van superioriteit in zijn ogen. Zijn lichaamsbouw liet niets te wensen over—hij kon bijna aangezien worden voor een krijgsheer—hij had gespierde armen, zijn middel was strak en gespierd, en zijn benen waren zo hard als boomstammen. Maar het feit dat hij geen respect of passie voor zijn positie leek te hebben maakte haar woedend.

      Terwijl de leden van de koninklijke familie naar hun plaatsen op het podium paradeerden, werd er weer op trompetten geblazen, het signaal dat de Killings op het punt stonden te beginnen.

      De menigte brulde terwijl alle krijgsheren, op twee na, weer achter de ijzeren poorten verdwenen.

      Ceres herkende één van hen als Stefanus, maar ze kon niet zien wie de andere vechter was; hij droeg niets behalve een helm met een vizier en een lendendoek die met een lederen riem vastzat. Misschien was hij van ver gekomen om deel te nemen. Zijn geoliede huid had de keur van vruchtbare grond, en zijn haar was zo zwart als de donkerste nacht. Door de spleten in zijn helm kon Ceres de vastberaden blik in zijn ogen zien, en ze wist onmiddellijk dat Stefanus het gevecht niet zou overleven.

      “Maak je geen zorgen,” zei Ceres tegen Nesos. “Je mag je zwaard houden.”

      “Hij is nog niet verslagen,” antwoordde Nesos met een grijns. “Stefanus zou niet ieders favoriet zijn als hij niet superieur was.”

      Toen Stefanus zijn drietand en schild hief, werd de menigte stil.

      “Stefanus!” schreeuwde één van de rijke jongens in de stand met een geheven vuist. “Macht en moed!”

      Stefanus knikte naar de jongen en het publiek brulde goedkeurend. Toen stormde hij met volle kracht op de buitenlander af. De buitenlander week in een oogwenk uit, draaide om zijn as en haalde met zijn zwaard naar Stefanus uit. Hij miste hem op een centimeter na.

      Ceres kromp ineen. Met zulke reflexen zou Stefanus het niet lang uithouden.

      De buitenlander gaf een brul en hakte keer op keer op Stefanus’ schild in, terwijl Stefanus naar achteren werd gedreven. De wanhopige Stefanus wist het gezicht van zijn tegenstander te raken met de rand van zijn schild, en het bloed spatte door de lucht terwijl hij tegen de grond ging.

      Ceres vond het een behoorlijk goede zet. Misschien had Stefanus zijn techniek verbeterd sinds ze hem de laatste keer had zien trainen.

      “Stefanus! Stefanus! Stefanus!” riepen de toeschouwers.

      Stefanus stond bij de voeten van de gewonde vechter, maar net toen hij op het punt stond om hem met zijn drietand neer te steken, tilde de buitenlander zijn benen op. Hij schopte Stefan, die viel en op zijn achterste terecht kwam. Beide vechters sprongen zo snel als katten overeind en gingen weer tegenover elkaar staan.

      Hun ogen ontmoetten elkaar en ze begonnen om elkaar heen te cirkelen. De spanning in de lucht was voelbaar voor Ceres.

      De buitenlander gromde en hief zijn zwaard hoog in de lucht terwijl hij op Stefanus af rende. Stefanus week snel uit en stak hem in zijn dijbeen. Als wraak zwaaide de buitenlander zijn zwaard rond, en sneed hij in Stefanus’ arm.

      Beide krijgers kreunden van de pijn, maar het was alsof hun wonden hun furie alleen maar deden oplaaien in plaats van hen te vertragen. De buitenlander trok zijn helm af en slingerde hem op de grond. Zijn zwarte, bebaarde kin zat onder het bloed en zijn rechteroog was gezwollen, maar zijn blik vertelde Ceres dat hij klaar was met spelletjes spelen en voor de kill ging. Hoe snel zou hij in staat zijn om hem te doden?

      Stefanus rende op de buitenlander af, en Ceres snakte naar adem toen Stefanus’ drietand in botsing kwam met het zwaard van zijn tegenstander. Hun ogen op elkaar gericht worstelden de krijgers met elkaar, kreunend, hijgend, duwend. De aderen in hun voorhoofd waren zichtbaar en hun spieren spanden zich aan onder hun bezwete huid.

      De buitenlander dook en wrong zich uit de houtgreep. Hij verraste Ceres; hij draaide zich snel als een tornado om, haalde uit met zijn drietand en onthoofdde Stefanus.

      Na СКАЧАТЬ