Wetboek van Strafvordering. Nederland
Чтение книги онлайн.

Читать онлайн книгу Wetboek van Strafvordering - Nederland страница 17

Название: Wetboek van Strafvordering

Автор: Nederland

Издательство: Проспект

Жанр: Юриспруденция, право

Серия:

isbn: 9785392044924

isbn:

СКАЧАТЬ die de gewezen verdachte op grond van een bevel tot inverzekeringstelling en voorlopige hechtenis in detentie heeft doorgebracht — geheel of gedeeltelijk — in mindering worden gebracht bij de tenuitvoerlegging van een uit anderen hoofde opgelegde onherroepelijke vrijheidsstraf.

      5. De beschikking wordt onverwijld aan de gewezen verdachte of aan zijn erfgenamen betekend.

      Artikel 91

      1. Tegen de door de rechtbank genomen beslissing staat den officier van justitie binnen veertien dagen daarna en den gewezen verdachte of zijne erfgenamen binnen eene maand na de beteekening hooger beroep open bij het gerechtshof.

      2. Ten aanzien van den gewezen verdachte of zijne erfgenamen vinden de artikelen 447–455 overeenkomstige toepassing, met dien verstande dat hetgeen in die artikelen met betrekking tot den raadsman is bepaald, geldt voor hun advocaat.

      3. Artikel 90, laatste lid, is van toepassing.

      Artikel 92 [Vervallen per 28-07-1975]

      Artikel 93

      1. Voor het bedrag der schadevergoeding wordt door den voorzitter van het college een bevelschrift van tenuitvoerlegging afgegeven.

      2. Uitbetaling geschiedt door de griffier.

      Derde afdeeling. Inbeslagneming

      § 1. Algemene bepalingen

      Artikel 94

      1. Vatbaar voor inbeslagneming zijn alle voorwerpen die kunnen dienen om de waarheid aan de dag te brengen of om wederrechtelijk verkregen voordeel, als bedoeld in artikel 36e van het Wetboek van Strafrecht, aan te tonen.

      2. Voorts zijn vatbaar voor inbeslagneming alle voorwerpen welker verbeurdverklaring of onttrekking aan het verkeer kan worden bevolen.

      3. Van de inbeslagneming van een voorwerp wordt, ook in geval de bevoegdheid tot inbeslagneming toekomt aan de rechter-commissaris of de officier van justitie, door de opsporingsambtenaar een kennisgeving van inbeslagneming opgemaakt. Zoveel mogelijk wordt aan degene bij wie een voorwerp is inbeslaggenomen, een bewijs van ontvangst afgegeven. De opsporingsambtenaar stelt de kennisgeving zo spoedig mogelijk in handen van de hulpofficier van justitie teneinde te doen beoordelen of het beslag moet worden gehandhaafd.

      Artikel 94a

      1. In geval van verdenking van een misdrijf, waarvoor een geldboete van de vijfde categorie kan worden opgelegd, kunnen voorwerpen inbeslaggenomen worden tot bewaring van het recht tot verhaal voor een ter zake van dat misdrijf op te leggen geldboete.

      2. In geval van verdenking van of veroordeling wegens een misdrijf, waarvoor een geldboete van de vijfde categorie kan worden opgelegd, kunnen voorwerpen in beslag genomen worden tot bewaring van het recht tot verhaal voor een naar aanleiding van dat misdrijf op te leggen verplichting tot betaling van een geldbedrag aan de staat ter ontneming van wederrechtelijk verkregen voordeel.

      3. Voorwerpen die toebehoren aan een ander dan degene aan wie, in het in het eerste lid bedoelde geval, de geldboete kan worden opgelegd of degene aan wie, in het in het tweede lid bedoelde geval, het wederrechtelijk verkregen voordeel kan worden ontnomen, kunnen in beslag worden genomen indien voldoende aanwijzingen bestaan dat deze voorwerpen geheel of ten dele aan die ander zijn gaan toebehoren met het kennelijke doel de uitwinning van voorwerpen te bemoeilijken of te verhinderen, en die ander dit wist of redelijkerwijze kon vermoeden.

      4. In het geval, bedoeld in het derde lid, kunnen tevens andere aan de betrokken persoon toebehorende voorwerpen in beslag worden genomen, tot ten hoogste de waarde van de in het derde lid bedoelde voorwerpen.

      5. Onder voorwerpen worden verstaan alle zaken en alle vermogensrechten.

      Artikel 94b

      Voor de toepassing van de artikelen 94 en 94a geldt:

      1°. dat beslag op vorderingen wordt gelegd en beëindigd door een schriftelijke kennisgeving aan de schuldenaar;

      2°. dat beslag op rechten aan toonder of order geschiedt door beslag op het papier;

      3°. dat bij het leggen van beslag op aandelen en effecten op naam en bij het leggen en beëindigen van beslag op onroerende registergoederen de tussenkomst van de gerechtsdeurwaarder wordt ingeroepen en formaliteiten in acht genomen worden welke ingevolge het Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering gelden ten aanzien van de mededeling of aanzegging van de inbeslagneming, dan wel de betekening van het proces-verbaal van inbeslagneming, de aantekening, inschrijving of doorhaling in registers en de betekening daarvan aan derden;

      4°. dat bij het leggen en beëindigen van beslag op schepen en luchtvaartuigen formaliteiten in acht genomen worden welke ingevolge het Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering gelden ten aanzien van de betekening van het proces-verbaal van inbeslagneming, en ingevolge enige regeling inzake teboekgestelde schepen, onderscheidenlijk luchtvaartuigen ten aanzien van de inschrijving en doorhaling daarvan in registers.

      Artikel 94c

      Op het beslag, bedoeld in artikel 94a, is de vierde Titel van het Derde Boek van het Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering van overeenkomstige toepassing, behoudens dat:

      a. voor het leggen van het beslag geen verlof van de voorzieningenrechter van de rechtbank vereist is, noch vrees voor verduistering behoeft te bestaan;

      b. een maximum bedrag waarvoor het recht tot verhaal zal worden uitgeoefend in het proces-verbaal van inbeslagneming of het beslagexploit dient te worden vermeld;

      c. geen overeenkomstige toepassing toekomt aan voorschriften omtrent termijnen waarbinnen na het beslag de eis in de hoofdzaak dient te zijn ingesteld;

      d. voor roerende zaken die geen registergoederen zijn en rechten aan toonder of order ook volstaan kan worden met het door een opsporingsambtenaar opmaken van een proces-verbaal van inbeslagneming en het afgeven van een bewijs van ontvangst aan degene bij wie de voorwerpen in beslag zijn genomen;

      e. het niet in acht nemen van termijnen waarbinnen betekening van het beslag moet plaatsvinden, buiten de gevallen van artikel 94b, onder 3°, geen nietigheid van het beslag meebrengt;

      f. geen overeenkomstige toepassing toekomt aan artikel 721 van het Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering; de officier van justitie geeft, zo de hoofdzaak na het beslag ter terechtzitting aanhangig wordt gemaakt, daarvan zo spoedig mogelijk aan de derde schriftelijk kennis;

      g. geen overeenkomstige toepassing toekomt aan artikel 722 van het Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering;

      h. op in beslag genomen roerende zaken die in bewaring worden genomen de artikelen 117 en 118 toepasselijk zijn;

      i. de beëindiging van het beslag met inachtneming van de bepalingen van dit Wetboek geschiedt.

      Artikel 94d

      1. Tot bewaring van het recht tot verhaal kan de officier van justitie namens de staat de bevoegdheden uitoefenen, welke in het Burgerlijk Wetboek en in het Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering zijn toegekend aan een schuldeiser die in zijn verhaalsmogelijkheden is benadeeld als gevolg van een onverplicht door de СКАЧАТЬ