Wet inkomstenbelasting – IB (Wet IB 2001). Nederland
Чтение книги онлайн.

Читать онлайн книгу Wet inkomstenbelasting – IB (Wet IB 2001) - Nederland страница 2

Название: Wet inkomstenbelasting – IB (Wet IB 2001)

Автор: Nederland

Издательство: Проспект

Жанр: Юриспруденция, право

Серия:

isbn: 9785392063123

isbn:

СКАЧАТЬ de wettelijke bepalingen van de loonbelasting;

      b. een pensioenregeling waaraan deelneming verplicht is op grond van de Wet verplichte deelneming in een bedrijfstakpensioenfonds 2000, de Wet op het notarisambt of de Wet verplichte beroepspensioenregeling;

      c. een regeling van een andere mogendheid, die volgens de belastingwetten van dat land, welke naar aard en strekking overeenkomen met de Nederlandse loonbelasting of de inkomstenbelasting, als een pensioenregeling wordt beschouwd;

      d. een pensioenregeling van een internationale organisatie;

      e. een pensioenregeling als bedoeld in artikel 6A van de Wet loonbelasting BES.

      3. Aanspraken op periodieke uitkeringen waarvan de uitkeringen zijn ingegaan en waarvan de hoogte van de uitkeringen niet voor de gehele uitkeringsperiode in geldeenheden is vastgesteld, worden gelijkgesteld met aanspraken op vaste en gelijkmatige periodieke uitkeringen indien de aanspraken en uitkeringen voldoen aan bij ministeriële regeling te stellen regels.

      Artikel 1.7a [Vervallen per 01-01-2011]

      Artikel 1.7b. Gelijkstelling met de premie voor een verzekering

      Voor de toepassing van deze wet en de daarop berustende bepalingen wordt met de premie voor een verzekering gelijkgesteld de op de verzekeringnemer drukkende uitgaven ter beloning van de assurantietussenpersoon ter zake van het afsluiten dan wel het verlengen van de desbetreffende verzekering of het incasseren van premies.

      Artikel 1.8. Wederzijdse erkenning

      Waar in deze wet en de daarop berustende bepalingen wordt verwezen naar Nederlandse voorschriften of verklaringen van Nederlandse instellingen, worden voorschriften van of verklaringen van instellingen in een van de lidstaten van de Europese Unie die naar aard en strekking overeenkomen met eerstbedoelde Nederlandse voorschriften of verklaringen van Nederlandse instellingen daarmee gelijkgesteld:

      a. indien ter zake regelgeving in het kader van het Verdrag betreffende de Europese Unie (Trb. 1992, 74) is vastgesteld waaruit de overeenkomst naar aard en strekking blijkt;

      b. in overige gevallen: voorzover dat bij ministeriële regeling is bepaald.

      Artikel 1.9. Gelijkstelling met basisadministratie persoonsgegevens

      1. Voor de toepassing van deze wet en de daarop berustende bepalingen wordt met de basisadministratie persoonsgegevens gelijkgesteld een daarmee naar aard en strekking overeenkomende administratie buiten Nederland.

      2. Bij ministeriële regeling kunnen nadere regels worden gesteld voor de situatie dat een persoon niet in Nederland woont en niet is ingeschreven in een naar aard en strekking met de basisadministratie persoonsgegevens overeenkomende administratie buiten Nederland.

      Artikel 1.10 [Vervallen per 01-01-2004]

      Hoofdstuk 2. Raamwerk

Afdeling 2.1. Belastingplichtigen

      Artikel 2.1. Belastingplichtigen

      1. Belastingplichtigen voor de inkomstenbelasting zijn de natuurlijke personen die:

      a. in Nederland wonen (binnenlandse belastingplichtigen) of

      b. niet in Nederland wonen maar wel Nederlands inkomen genieten (buitenlandse belastingplichtigen).

      2. Nederlands inkomen is inkomen bedoeld in hoofdstuk 7.

      Artikel 2.2. Woonplaatsfictie

      1. Een persoon die ophoudt in Nederland te wonen en binnen een jaar daarna weer in Nederland gaat wonen zonder intussen in een andere mogendheid of op de BES eilanden te hebben gewoond, wordt ook tijdens zijn afwezigheid geacht in Nederland te hebben gewoond. De vorige volzin is niet van toepassing indien de bedoelde persoon aannemelijk maakt dat hij in een lidstaat van de Europese Unie of een bij ministeriële regeling aangewezen mogendheid waarmee Nederland een regeling ter voorkoming van dubbele belasting is overeengekomen die voorziet in de uitwisseling van inlichtingen, als inwoner aan de belastingheffing is onderworpen en de heffingsgrondslagen in die lidstaat of andere mogendheid hoofdzakelijk gelijk zijn aan de in artikel 2.3 genoemde heffingsgrondslagen. De eerste volzin is evenmin van toepassing indien de bedoelde persoon aannemelijk maakt dat hij op de BES eilanden als inwoner onderworpen is aan de Wet inkomstenbelasting BES.

      2. Een Nederlander die in dienstbetrekking staat tot de Staat der Nederlanden, wordt steeds geacht in Nederland te wonen indien hij is uitgezonden:

      a. als lid van een diplomatieke, permanente of consulaire vertegenwoordiging van het Koninkrijk der Nederlanden in het buitenland; of

      b. om in het kader van een verdrag waarbij de Staat der Nederlanden partij is, in een andere mogendheid werkzaamheden te verrichten.

      3. Indien een Nederlander op grond van het tweede lid geacht wordt in Nederland te wonen, worden de partner en de kinderen die jonger zijn dan 27 jaar en die in belangrijke mate door hem worden onderhouden, tevens geacht in Nederland te wonen.

Afdeling 2.2. Heffingsgrondslagen

      Artikel 2.3. Heffingsgrondslagen

      De inkomstenbelasting wordt geheven over het door de belastingplichtige in het kalenderjaar genoten:

      a. belastbare inkomen uit werk en woning;

      b. belastbare inkomen uit aanmerkelijk belang en

      c. belastbare inkomen uit sparen en beleggen.

      Artikel 2.4. Bepalingen heffingsgrondslagen

      1. Het belastbare inkomen uit werk en woning wordt bepaald:

      a. voor binnenlandse belastingplichtigen: volgens de regels van hoofdstuk 3;

      b. voor buitenlandse belastingplichtigen: volgens de regels van afdeling 7.2.

      2. Het belastbare inkomen uit aanmerkelijk belang wordt bepaald:

      a. voor binnenlandse belastingplichtigen: volgens de regels van hoofdstuk 4;

      b. voor buitenlandse belastingplichtigen: volgens de regels van afdeling 7.3.

      3. Het belastbare inkomen uit sparen en beleggen wordt bepaald:

      a. voor binnenlandse belastingplichtigen: volgens de regels van hoofdstuk 5;

      b. voor buitenlandse belastingplichtigen: volgens de regels van afdeling 7.4.

      Artikel 2.5. Keuzerecht voor buitenlandse belastingplichtigen

      1. De binnenlandse belastingplichtige die niet gedurende het gehele kalenderjaar in Nederland woont, en de buitenlandse belastingplichtige die als inwoner van een andere lidstaat van de Europese Unie, de BES eilanden of van een bij ministeriële regeling aangewezen andere mogendheid waarmee Nederland een regeling ter voorkoming van dubbele belasting is overeengekomen die voorziet in de uitwisseling van inlichtingen, in de belastingheffing van die lidstaat, de BES eilanden of die СКАЧАТЬ