Bijna Verloren. Блейк Пирс
Чтение книги онлайн.

Читать онлайн книгу Bijna Verloren - Блейк Пирс страница 14

Название: Bijna Verloren

Автор: Блейк Пирс

Издательство: Lukeman Literary Management Ltd

Жанр: Триллеры

Серия: De Au Pair

isbn: 9781094344218

isbn:

СКАЧАТЬ niet eens begrepen te hebben en de aandacht van Dylan was gefocust op de kaarten.

      ‘Nu draai ik ze om.’

      Een voor een legde hij de speelkaarten met het plaatje naar beneden.

      ‘En nu verschuif ik ze.’

      Behendig maar niet heel erg snel, deed hij de vier kaarten steeds van plaats wisselen. Toch was het een hele kunst om de vrouw te blijven volgen. Toen stopte hij. Cassie wist bijna zeker dat de hartenvrouw uiterst rechts lag.

      ‘Waar ligt de vrouw?’ vroeg de goochelaar.

      Dylan aarzelde even en wees toen op de kaart helemaal rechts.

      ‘Ben je daar zeker van, vent?’

      ‘Heel zeker’, bevestigde Dylan.

      ‘Je krijgt nog één kans om van gedachten te veranderen.’

      ‘Nee, ik weet het zeker. Ze moet daar liggen.’

      ‘Ze moet daar liggen. Wel, laten we eens kijken of de vrouw er ook zo over denkt. Of dat een van haar makkers haar voor ons wenst te verbergen.’

      Hij keerde de kaart om.

      Het was de ruitenboer.

      ‘Shit’, riep Dylan.

      ‘De boer. Altijd bereid om een dame te verstoppen. Trouw aan de vrouw tot de laatste snik. Echter, de hartenvrouw, het zinnebeeld der liefde, is ons andermaal ontkomen.’

      ‘Maar waar is ze dan?’ vroeg Dylan.

      ‘Inderdaad, waar-oh-waar?’

      Het was Cassie opgevallen dat, terwijl de goochelaar de kaarten heen en weer schoof, hij er eentje met geen vinger aangeraakt had. Dat was de schoppenaas, die uiterst links gelegen had.

      ‘Ik denk dat ze daar ligt’, wees ze.

      ‘Aha, dus we hebben hier een slimme dame, die op de enige kaart wijst waarvan ze weet dat die het onmogelijk kan zijn. Maar… de wonderen zijn de wereld nog niet uit.’

      Hij draaide de bewuste kaart om en daar lag ze, de hartenvrouw. Gelach en applaus daverden over het plein. En Cassie jubelde inwendig toen beide kinderen haar een high-five gaven.

      ‘Wat nou jammer dat u niet gewed heeft, edele dame. Dan was u nu rijker geweest. Maar ja, het is waar: als de liefde jou uitverkoren heeft, heb je helemaal geen geld nodig!’

      Cassie voelde dat ze een kleur kreeg. Was dat maar waar, dacht ze.

      ‘Bij wijze van herinneringsgeschenk krijgt u de speelkaart zelf van me.’

      Hij deed de hartenvrouw in een papieren zakje en verzegelde het met een sticker, alvorens hij het haar overhandigde. Ze nam het met een dankbaar knikje in ontvangst en stak het in haar tas.

      ‘Ik vraag me af wat er gebeurd zou zijn als ík die kaart aangewezen had’, mompelde Dylan toen ze verderliepen.

      ‘Ik weet zeker dat het dan ook de ruitenboer geweest was’, lachte Cassie.

      ‘Zijn handen gingen zo snel’, zei Dylan, nog steeds verbluft.

      ‘Ze hebben van nature al die gave’, opperde Cassie. ‘En oefening baart kunst.’

      ‘Ik denk het ook’, was Dylan het met haar eens.

      Ze hadden onderwijl de bushalte bereikt.

      ‘Het is ook fopperij. Alleen weet ik niet hoe dat werkt met vier kaarten zo dicht bij elkaar. Maar… het werkt.’

      ‘Oké, laten we oefenen’, stelde Madison voor. ‘Probeer me eens te foppen, Cassie.’

      ‘Doe ik. Maar daar komt de bus al aan. Laten we eerst aan boord gaan.’

      Het meisje draaide zich om en keek reikhalzend. En terwijl ze dat deed, haalde Cassie pardoes de suikerappel uit Madisons jaszak.

      ‘Hela! Wat deed jij daar? Ik voelde wat. En er komt helemaal geen bus.’

      Madison zag dat Dylan bijna stikte van het lachen, dacht heel even over het gebeurde na en moest toen zelf ook lachen.

      ‘Daar heb je me!’

      ‘Het is niet altijd zo gemakkelijk. Ik had gewoon mazzel.’

      ‘Daar is de bus, Madison’, zei Dylan.

      ‘Ja, daag, ik ga niet kijken. Je fopt me niet nog een keer. Echt niet!’

      Ze proestte nog van de lach en sloeg eigenwijs haar armen over elkaar.

      ‘Dan blijf je hier maar staan’, grinnikte Dylan toen de strak gelijnde bus bij de halte stopte.

      Tijdens de korte busrit deden ze alle drie hun uiterste best om elkaar voor het lapje te houden. Tegen de tijd dat ze de halte bereikten waar ze eruit moesten, had Cassie buikpijn van het lachen. En ze liep bijna over van trots, dat het zo’n geslaagde dag was geworden.

      Bij het opendoen van de voordeur zoemde haar mobiele telefoon. Het was een sms van Ryan. Hij kondigde aan dat hij pizza’s zou meebrengen en vroeg of er iets was wat ze beslist niet lustte.

      ‘Ik vind alles lekker’, wilde ze antwoorden, toen ze zich net op tijd realiseerde dat die tekst op meer dan één manier uitgelegd kon worden. Met een kop als een boei haalde ze hem gauw weer weg

      ‘Ik lust elke pizza wel’, sms´te ze.

      Een minuut later zoemde de telefoon opnieuw en ze keek gauw, benieuwd naar Ryans volgende bericht. Maar deze sms kwam niet van hem. Het was Renée, een vriendin van school.

      ‘Hoi, Cassie, iemand vroeg naar jou vanochtend. Een vrouw. Ze belde vanuit Frankrijk. Ze zocht je, maar wilde niet zeggen waarvoor. Mag ik haar jouw nummer geven?’

      Cassie herlas het bericht en plots voelde dit dorp beduidend minder afgelegen en veilig. Met het strafproces in Parijs tegen haar ex-werkgever uitgesteld en diens advocatenteam naarstig op zoek naar aanvullende getuigen kreeg ze het benauwde gevoel dat het net zich rond haar sloot.

      HOOFDSTUK ZEVEN

      Terwijl ze de kinderen in bad deed en in hun pyjama’s hees – of liever, hen daarbij hielp – kon Cassie het beangstigende bericht niet uit haar hoofd zetten. Ze hield zichzelf voor, dat indien het advocatenteam van Pierre Dubois haar zocht, ze haar direct hadden kunnen bellen, en niet eerst een voormalige schoolvriendin hadden hoeven opsporen. Dat liet echter onverlet, dat er iemand naar haar op zoek was. Ze wilde zo snel mogelijk weten wie. Nadat ze de badkamer opgeruimd had, tekstte ze Renée terug.

      ‘Heb je het nummer van die Franse dame? Heeft ze haar naam genoemd?’

      Ze liet haar telefoon achter op haar kamer en ging Madison helpen om de tafel te dekken en alle liflafjes uit de kast te halen die bij een pizzamaaltijd kwamen kijken; zout en peper, tabasco, knoflookpoeder, mayonaise.

      ‘Dylan is gek op mayo,’ legde Maddie uit, ‘wat ik ontzettend smerig vind.’

      ‘Ik ook’, bekende Cassie haar.

      En СКАЧАТЬ