De Opkomst Van De Heldhaftige. Morgan Rice
Чтение книги онлайн.

Читать онлайн книгу De Opkomst Van De Heldhaftige - Morgan Rice страница 7

СКАЧАТЬ paarden getraind,” antwoordde hij, “en ik heb ze ook gefokt. En als er één ding is dat ik weet, is het dat geen twee paarden hetzelfde zijn. Sommigen worden gefokt op snelheid, anderen op uithoudingsvermogen; sommigen zijn gebouwd op kracht, terwijl anderen weer geschikt zijn als trekpaarden. Sommigen zijn te trots om iets te dragen. En anderen, wel, anderen zijn gebouwd voor de strijd. Sommigen blinken uit in het steekspel, anderen willen gewoon vechten, en weer anderen zijn gemaakt voor de oorlog. Sommigen zullen je beste vriend zijn, anderen zullen zich tegen je keren. Je band met een paard is iets magisch. Ze moeten zich tot je aangetrokken voelen, en jij tot hen. Maak de juiste keuze, en je paard zal altijd bij je blijven, in tijden van strijd en in tijden van oorlog. Geen enkele goede krijger is compleet zonder zijn of haar paard.”

      Kyra’s hart bonkte van opwinding terwijl ze langzaam langs de paarden liep. Sommigen keken naar haar, sommigen keken weg, sommigen hinnikten en stampten ongeduldig, anderen stonden stil. Ze wachtte op een connectie, maar ze voelde niets. Het was frustrerend.

      Toen, ineens, voelde Kyra een rilling over haar rug lopen, als bliksem die door haar heen schoot. Het kwam als een scherp geluid door de stallen. Het was een geluid dat haar vertelde dat dat haar paard was. Het klonk niet als een gewoon paard – het stootte een veel donkerder geluid uit, veel krachtiger. Het rees boven al het andere geluid uit, als een wilde leeuw die uit een kooi probeerde te breken. Het beangstigde haar, en tegelijkertijd trok het haar aan als een magneet.

      Kyra draaide zich om naar waar het geluid vandaan kwam, aan het eind van de stallen, en op dat moment klonk er het splinteren van hout. Ze zag de stallen verbrijzelen, het hout vloog alle kanten op, en er ontstond commotie terwijl enkele mannen zich erheen haastten en probeerden de gebroken houten staldeur te sluiten. Er bleef een paard tegen aan trappen.

      Kyra haastte zich erheen.

      “Waar ga je heen?” vroeg Baylor. “De goede paarden staan hier.”

      Maar Kyra negeerde hem, en haar hart begon sneller te kloppen. Ze wist dat het haar riep.

      Baylor en de anderen haastten zich achter haar aan. Toen ze het einde van de stallen bereikte, snakte ze naar adem. Daar stond wat een paard leek te zijn, maar twee keer zo groot als de andere paarden, met benen zo dik als boomstammen. Hij had twee kleine, vlijmscherpe hoorns, nauwelijks zichtbaar achter zijn oren. Zijn vacht was niet bruin of zwart zoals die van de andere paarden, maar diep rood – en zijn ogen, anders dan de andere paarden, waren fel groen. Ze keken haar recht aan, en het benam haar de adem. Ze kon niet bewegen.

      Het wezen, dat boven haar uit torende, maakte een grommend geluid en ontblootte zijn scherpe hoektanden.

      “Wat voor paard is dit?” fluisterde ze naar Baylor.

      Hij schudde afkeurend zijn hoofd.

      “Dat is geen paard,” fronste hij, “maar een wild beest. Een freak. Heel zeldzaam. Het is een Solzor. Geïmporteerd uit de verste hoeken van Pandesia. De Heer Gouverneur moet hem als een trofee hebben gehouden. Hij kon het beest niet berijden – dat kon niemand. Solzors zijn wilde beesten, ze kunnen niet getemd worden. Kom – je verspild kostbare tijd. Terug naar de paarden.”

      Maar Kyra bleef staan. Ze was aan de grond genageld, niet in staat om weg te kijken. Haar hart bonsde. Ze wist dat dit voor haar bestemd was.

      “Ik kies deze,” zei ze tegen Baylor.

      Baylor en de anderen snakten naar adem en staarden haar aan alsof ze gestoord was. Er volgde een verbijsterde stilte.

      “Kyra,” begon Anvin, “je vader zou nooit toestaan – ”

      “Het is mijn keus, of niet dan?” antwoordde ze.

      Hij fronste en zette zijn handen op zijn heupen.

      “Dat is geen paard!” hield hij vol. “Dat is een wild beest.”

      “Het zou je doden,” voegde Baylor toe.

      Kyra draaide zich naar hem om.

      “Was jij niet degene die me vertelde dat ik op mijn gevoel moest vertrouwen?” vroeg ze. “Wel, dit is waar mijn instinct me heen heeft gebracht. Dit dier en ik horen bij elkaar.”

      De Solzor trapte ineens tegen een andere houten staldeur aan, en de splinters vlogen alle kanten op. Kyra was verbijsterd. Het dier was wild en ongetemd en geweldig, te groot voor deze plek, te groot voor gevangenschap, superieur aan de anderen.

      “Waarom zou zij hem mogen hebben?” vroeg Brandon, die naar voren liep en anderen uit de weg duwde. “Tenslotte ben ik ouder. Ik wil hem.”

      Voor ze kon antwoorden, rende Brandon naar voren, alsof hij het dier wilde claimen. Hij sprong op zijn rug, en op dat moment begon de Solzor wild te bokken, en hij wierp hem af. Brandon vloog door de stallen en klapte tegen de muur aan.

      Toen rende Braxton naar voren, alsof hij hem ook wilde claimen, en het dier zwaaide met zijn hoofd en sneed met zijn scherpe tanden in Braxtons arm.

      Braxton gilde het uit en rende de stallen uit terwijl hij zijn bloedende arm vastgreep. Brandon krabbelde overeind en volgde hem op de hielen. De Solzor, die hem probeerde te bijten, miste hem maar net.

      Kyra stond als aan de grond genageld, maar op de één of andere manier was ze niet bang. Ze wist dat het voor haar anders zou zijn. Ze voelde een connectie met dit beest, op dezelfde manier zoals ze dat bij Theos had gevoeld.

      Kyra deed moedig een stap naar voren en ging recht voor het beest staan, binnen het bereik van zijn dodelijke tanden. Ze wilde de Solzor laten zien dat ze hem vertrouwde.

      “Kyra!” schreeuwde Anvin bezorgd. “Ga terug!”

      Maar Kyra negeerde hem. Ze bleef staan en keek het beest in zijn ogen.

      Het beest staarde terug. Er rees een laag gegrom uit zijn keel, alsof hij nadacht over wat hij moest doen. Kyra trilde van angst, maar ze liet het niet aan de anderen zien.

      Ze dwong zichzelf om moed te laten zien. Ze tilde langzaam een hand op, deed een stap naar voren, en raakte zijn dieprode vacht aan. Het dier begon luider te grommen en liet zijn tanden zien. Ze kon zijn woede en frustratie voelen.

      “Maak zijn kettingen los,” beval ze de anderen.

      “Wat!?” riep één van hen uit.

      “Dat is niet slim,” riep Baylor. Er klonk angst in zijn stem.

      “Doe wat ik zeg!” hield ze vol. Ze voelde een kracht in zich opwellen, alsof de wil van het beest door haar heen stroomde.

      Achter haar renden soldaten naar voren met sleutels om zijn kettingen los te maken. Ondertussen bleef het beest haar aankijken met zijn boze ogen, grommend, alsof hij haar uitdaagde.

      Zodra hij los was, stampte het beest op de grond, alsof hij dreigde om aan te vallen.

      Maar vreemd genoeg deed hij dat niet. In plaats daarvan bleef hij naar Kyra staren, en langzaam leek zijn woede te veranderen in tolerantie. Misschien zelfs wel in dankbaarheid.

      Hij leek zijn hoofd iets te laten zakken; het was een subtiel gebaar, bijna onmerkbaar, maar ze zag het.

      Kyra stapte naar voren, pakte zijn manen vast, en trok zich in één soepele beweging omhoog.

      Iedereen snakte naar adem.

      Eerst begon het beest te trillen en te bokken. Maar Kyra voelde СКАЧАТЬ