Wet justitiële en strafvorderlijke gegevens
WJG
07.11.2002
Geldend op 01-03-2012
Aanhef
Wet van 7 november 2002 tot wijziging van de regels betreffende de verwerking van justitiлle gegevens en het stellen van regels met betrekking tot de verwerking van persoonsgegevens in persoonsdossiers (Wet justitiлle gegevens)
Wij Beatrix, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van Oranje-Nassau, enz. enz. enz.
Allen, die deze zullen zien of horen lezen, saluut! doen te weten:
Alzo Wij in overweging genomen hebben, dat het noodzakelijk is nieuwe regels met betrekking tot het verwerken van justitiлle gegevens en het stellen van regels met betrekking tot de verwerking van justitiлle gegevens in persoonsdossiers en de verklaring omtrent het gedrag vast te stellen;
Zo is het, dat Wij, de Raad van State gehoord, en met gemeen overleg der Staten-Generaal, hebben goedgevonden en verstaan, gelijk Wij goedvinden en verstaan bij deze:
Titel 1. Definities
Artikel 1
In deze wet en de daarop rustende bepalingen wordt verstaan onder:
a. justitiлle gegevens of gegevens: bij algemene maatregel van bestuur te omschrijven gegevens omtrent natuurlijke personen en rechtspersonen inzake de toepassing van het strafrecht of de strafvordering;
b. strafvorderlijke gegevens: gegevens over een natuurlijk persoon of rechtspersoon die zijn verkregen in het kader van een strafvorderlijk onderzoek en die het openbaar ministerie in een strafdossier of langs geautomatiseerde weg verwerkt;
c. persoonsdossier: een dossier waarin zijn opgenomen de aan rechterlijke autoriteiten uitgebrachte rapporten over onderzoeken naar het gedrag of de levensomstandigheden van een natuurlijk persoon in verband met tegen hem aanhangige strafzaken, de tenuitvoerlegging van aan hem opgelegde straffen of maatregelen of zijn reclassering;
d. rechtspersoon: een rechtspersoon als bedoeld in boek 2 van het Burgerlijk Wetboek, alsmede de daarmee gelijkgestelde organisaties als bedoeld in artikel 51, derde lid, van het Wetboek van Strafrecht;
e. justitiлle documentatie: een samenhangende verzameling van op verschillende personen betrekking hebbende justitiлle gegevens die langs geautomatiseerde weg wordt gevoerd;
f. documentatie persoonsdossiers: een samenhangende verzameling van op verschillende personen betrekking hebbende persoonsdossiers die langs geautomatiseerde weg wordt gevoerd of met het oog op een doeltreffende raadpleging van die gegevens systematisch is aangelegd;
g. persoonsgegeven, verwerking van persoonsgegevens, verantwoordelijke, betrokkene, het College bescherming persoonsgegevens en het verstrekken van persoonsgegevens: hetgeen daaronder wordt verstaan in de Wet bescherming persoonsgegevens;
h. Onze Minister: Onze Minister van Justitie.
Titel 2. De verwerking van justitiлle gegevens
Artikel 2
1. Onze Minister verwerkt in de justitiлle documentatie justitiлle gegevens ten behoeve van een goede strafrechtspleging.
2. Bij algemene maatregel van bestuur worden de gegevens aangewezen die als justitiлle gegevens worden aangemerkt.
Artikel 3
Onze Minister treft de nodige maatregelen opdat de justitiлle gegevens, gelet op de doeleinden waarvoor zij worden verwerkt, juist en nauwkeurig zijn. Hij verbetert of verwijdert de gegevens dan wel vult deze aan of schermt deze af indien hem blijkt dat deze onjuist of onvolledig zijn.
Artikel 4
1. Justitiлle gegevens van verdachten en veroordeelden wegens misdrijven worden vernietigd:
a. dertig jaar nadat een beslissing om niet te vervolgen is genomen, nadat een einduitspraak als bedoeld in de artikelen 351 en 352 van het Wetboek van Strafvordering is gedaan in verband met een misdrijf waarop naar de wettelijke omschrijving een gevangenisstraf van zes jaar of meer is gesteld, en in het kader van het misdrijf de justitiлle gegevens zijn verwerkt of nadat een strafbeschikking wegens het misdrijf volledig ten uitvoer is gelegd, dan wel twintig jaar na het overlijden van betrokkene,
b. twintig jaar nadat een beslissing om niet te vervolgen is genomen, nadat een einduitspraak als bedoeld in de artikelen 351 en 352 van het Wetboek van Strafvordering is gedaan in verband met een misdrijf waarop naar de wettelijke omschrijving een gevangenisstraf van minder dan zes jaar is gesteld, en in het kader van het misdrijf de justitiлle gegevens zijn verwerkt of nadat een strafbeschikking wegens het misdrijf volledig ten uitvoer is gelegd, dan wel twaalf jaar na het overlijden van betrokkene, of
c. na het vervallen van het recht tot strafvordering door verjaring.
2. De termijn van dertig en twintig jaar, genoemd in het eerste lid, wordt verlengd indien tegen de betrokkene een einduitspraak als bedoeld in de artikelen 351 en 352 van het Wetboek van Strafvordering in verband met een ander misdrijf is gedaan. In dat geval worden de justitiлle gegevens vernietigd twintig dan wel dertig jaar nadat het vonnis is uitgesproken of de strafbeschikking volledig ten uitvoer is gelegd, al naar gelang op het misdrijf naar de wettelijke omschrijving minder dan zes jaar of zes jaar of meer gevangenisstraf is gesteld.
3. De termijn van dertig jaar, genoemd in het eerste lid, wordt met twintig jaar verlengd indien de duur van de gevangenisstraf of vrijheidsbenemende maatregel langer is dan twintig jaar. Indien de gevangenisstraf levenslang is of de vrijheidsbenemende maatregel de duur van veertig jaar overstijgt, worden de justitiлle gegevens na tachtig jaar vernietigd.
4. In afwijking van het eerste tot en met derde lid worden justitiлle gegevens van verdachten en veroordeelden wegens misdrijven als bedoeld in de artikelen 240b tot en met 250 van het Wetboek van Strafrecht na tachtig jaar vernietigd.
Artikel 5 [Vervallen per 01-10-2010]
Artikel 6
Justitiлle gegevens van verdachten en veroordeelden wegens overtredingen worden vernietigd:
a. vijf jaar nadat een beslissing om niet te vervolgen is genomen, nadat een einduitspraak als bedoeld in de artikelen 351 en 352 van het Wetboek van Strafvordering is gedaan in verband met een overtreding en in het kader van de overtreding de justitiлle gegevens zijn verwerkt of een strafbeschikking wegens een overtreding volledig ten uitvoer is gelegd,
b. tien jaar nadat een beslissing om niet te vervolgen is genomen, nadat een einduitspraak als bedoeld in de artikelen 351 en 352 van het Wetboek van Strafvordering is gedaan in verband met een overtreding en in het kader van de overtreding de justitiлle gegevens zijn verwerkt of een strafbeschikking wegens een overtreding volledig ten uitvoer is gelegd, en daarbij een vrijheidsstraf, vervangende СКАЧАТЬ